Meer aandacht voor vrouwen in de wetenschap

Ze kan zo lekker koken. Dat soort stereotyperingen speelt vrouwen parten, ook in de wetenschap, schrijft antropologiestudente Nienke de Haan.

Vrouwen in de wetenschap, is dat nog wel een relevant onderwerp? Dat vroeg ik me ook af toen ik tijdens mijn stage bij Studium Generale werd gevraagd om een serie blogs over vrouwen in de wetenschap te schrijven. Het gaat toch hartstikke goed met vrouwen in Nederland? Moeten we daar dan nog apart aandacht aan besteden?

Maar hoe meer ik mij erin verdiepte, hoe meer ik me verbaasde. Ik dacht dat we in Nederland zo geëmancipeerd waren. Toch worden vrouwen stelselmatig minder gekozen bij academische benoemingen en is 78 procent van de sprekers in beeldbepalende televisie en opinieprogramma’s nog steeds man.

En wanneer er dan eindelijk eens een vrouwelijke wetenschapper in de krant staat, gaat het niet over haar wetenschappelijke bijdragen maar over het feit dat ze ‘zo lekker kan koken’. De Nederlandse emancipatie is dus helemaal niet voltooid. Er kan nog heel wat verbeterd worden aan de positie van vrouwen, vooral in de wetenschap.

Stop de stereotypes
Telkens blijkt stereotypering een rol te spelen in de behandeling van vrouwen, maar ook van mannen. Eigenlijk heel logisch. Het denken in stereotypen zit in onze natuur, door mensen in groepen in te delen maken we de wereld om ons heen gemakkelijker te begrijpen.

Wat we zien is nooit objectief, maar wordt gestuurd door voorkennis en verwachtingen. Maar omdat stereotypen kunnen leiden tot discriminatie is het wel belangrijk dat we ons bewust zijn van die manier van denken. Vrouwen zijn niet minder ambitieus, en meisjes niet slechter in wiskunde. We moeten zorgen dat onze onbewuste aannames niet leiden tot het achterstellen van vrouwen.

Vrouwen in de media
Allereerst helpt het beeld van vrouwen in de media niet mee aan een positief beeld van vrouwen in de wetenschap. Als ‘de expert’ in Pauw en Witteman altijd een man is, houdt dat het beeld van de mannelijke professor in stand.

Bij redacties van televisie en radioprogramma’s maakt men vaak gebruik van lijstjes met usual suspects, waar meer mannen op staan dan vrouwen. Jammer, want er zijn genoeg inspirerende vrouwelijke wetenschappers die een podium verdienen.

Ook bij berichtgeving over vrouwen in de wetenschap gaat het vaak mis. Berichten staan vol met irrelevante informatie over de vrouwelijkheid van de wetenschapper, in plaats van de nadruk te leggen op wetenschappelijke prestaties. Waarom werd in de necrologie van ruimtewetenschapper Yvonne Brill eerst gemeld dat ze zo lekker kon koken, een goede moeder was en daarna pas iets gezegd over de belangrijke bijdragen die ze leverde aan de raketwetenschap? In een artikel over een man schrijven we toch ook niet eerst dat zijn hobby voetbal is en daarna pas dat hij de Nobelprijs voor de Vrede kreeg?

Techniek voor meisjes
Ook helpt de manier waarop vrouwelijke wetenschappers in beeld komen, of juist buiten beeld blijven niet mee om jonge meisjes te interesseren voor wetenschap. Alhoewel het stereotype dat meisjes slecht zijn in wiskunde al lang achterhaald is, krijgen meisjes minder vaak een bètaprofiel aangeraden, zelfs wanneer ze dezelfde cijfers hebben als jongens.

Bij jongens wordt gedacht dat ‘het talent nog wel naar boven zal komen’. En waarom proberen we meisjes enthousiast te maken voor bètawetenschappen door juist nog eens alle stereotypes uit de kast te trekken? De Europese Commissie kwam met een campagnefilmpje om bètawetenschappen aantrekkelijk te maken voor meisjes: een aaneenschakeling van beelden van meisjes met korte rokjes, lipstick en reageerbuisjes. Niet echt het beeld van een serieuze wetenschapper.

Discriminatie aan de universiteit
Deze stereotypering komt ook terug in de aanstelling van academici bij universiteiten. Terwijl we in Nederland denken dat de emancipatie voltooid is, worden vrouwen nog steeds stelselmatig minder gekozen bij academische benoemingen. Vaak zijn benoemingen gesloten en zoeken leden van de selectiecommissie in hun eigen netwerk naar kandidaten.

Bij open sollicitaties speelt stereotypering vaker een rol dan je misschien denkt. Vrouwen worden als minder ambitieus en capabel gezien. Men veronderstelt dat een vrouw niet geschikt is voor een baan omdat ze net een kind heeft gekregen, terwijl ze daar bij een man niet over nadenken.

Ook in Nederland is er dus nog werk aan de winkel. Doordat stereotypering vaak onbewust gebeurt, kunnen we er moeilijk omheen. Maar laten we proberen hier verandering in te brengen. Het bestuderen van de manier waarop gender een rol speelt in machtsprocessen kan bijdragen aan een betere positie van vrouwen. Die kunnen zelf overigens ook wat assertiever zijn en vaker toezeggen tot een mediaoptreden. Al is het alleen maar om te laten zien dat ze er wel zijn, die vrouwen in de wetenschap.

We hebben ze nodig. Het zou zonde zijn als de toekomstige Marie Curie geen bètapakket kiest, omdat ze denkt dat dat niet voor meisjes is, of als universiteiten topvrouwen mislopen door stereotypering. Laten we proberen vrouwen wat vaker aan het woord te laten, niet ómdat het vrouwen zijn, maar omdat er expertise onbenut blijft wanneer vrouwelijke academici niet aan het woord komen.

Dit artikel verscheen naar aanleiding van de blogserie Vrouwen in de wetenschap die student Culturele Antropologie Nienke de Haan schreef tijdens haar stage bij Studium Generale.

Advertentie