Moeten we studenten met dyslexie of ADHD nog wel extra ondersteunen?

Steeds meer studenten komen naar de universiteit met een medische diagnose. De een krijgt een tentamen in grote letters, de ander moet per se alleen zitten. Jaap Bos vraagt zich af of die ondersteuning niet is doorgeslagen.

Op de kleuterschool heb je kinderen die hun veters nog niet kunnen strikken wanneer anderen dat allang al wel kunnen. Geeft niks, zij krijgen schoenen met klittenband. Probleem opgelost. Maar je hebt ook kinderen die almaar rondrenen, wat heel vermoeiend is, vooral voor de juffen, die er dan ook melding van maken bij de ouders. Zou u niet eens met een deskundige praten?

Op de basisschool heb je kinderen die de tafel van zes maar niet in hun hoofd krijgen gestampt. Ouders zitten aan de ontbijttafel en oefenen zich suf met Gijs. ‘Drie keer zes is?’ ‘Negen.’ Glimlach. ‘Bijna goed.’ En er zijn kinderen van wie je de a’s en de o’s nauwelijks of zelfs helemaal niet kunt  onderscheiden. Maar ’t is ook zo’n artistiek kind!

Aan het eind van de basisschool komen de eerste diagnoses. Geert heeft last van dyslexie. Mohammed van een lichte vorm van autisme. Daantje van allebei. Anne-Mijn  is een ADD-NOS’er. M’hammed heeft ADHD. Ilja heeft een ‘rugzakje’ (wat erin zit weet de juf niet).

Er blijkt nu ook medicatie te bestaan, en dat wordt op tamelijk grote schaal voorgeschreven. De a’s en o’s worden er geen spat beter van, dyslexie gaat er ook niet van over, maar stilzitten – dat lukt al iets beter.

De diagnoses en bijbehorende medische verklaringen gaan mee naar de middelbare school. Of de docent wiskunde alsjeblieft niet op de spelling wil letten van Willibrord. Of de docent Nederlands alsjeblieft de dt-fouten Zita niet wil aanrekenen, zij kan er immers niets aan doen. Of de biologieleraar (een nogal chaotisch maar verder heel aardige man) een beetje op Chenney wil letten, want zij is nogal teruggetrokken en angstig.

Nu zitten deze kinderen op de universiteit - niet allemaal, natuurlijk, maar wel flink wat – en moeten zij tentamens afleggen. Overdrijf ik als ik zeg dat van een groep van vijftig studenten er minstens vijf, soms wel tien bij zijn die bij aanvang melding maken van hun specifieke diagnose?

Nee, niet echt. Voor de een print ik de tentamens groot uit, de ander mag er langer over doen, bij de derde mag ik niet op de spelling letten, de vierde kan alleen met een computer werken, de vijfde moet alleen zitten, of als dat echt niet kan, in een lokaal waar heel veel rust is. Enzovoorts.

Er zijn dagen dat ik mij zorgen maak. Wat moet er met al deze studenten gebeuren wanneer ze zo direct zijn afgestudeerd? Zou je als ADHD’er, dyslecticant, angstneuroot of Asperger op het werk gedaan kunnen krijgen dat ze je meer tijd geven dan je collega? Dat ze accepteren dat je wel brieven kunt typen maar helaas niet foutloos? Zouden ze je weer apart zetten? Zou je permanent een coach toegewezen krijgen die je overal waar je naartoe gaat begeleidt? Zou je straks je moeder mogen meenemen naar het werk als het even tegenzit?

Advertentie