Studenten benutten recht op misbruik

Docent Jaap Bos kreeg deze week veel ziekmeldingen. Toevallig net op de dag dat studenten tentamen moesten maken. Zo benutten ze het recht op misbruik. Toch gelooft hij in de actieve, betrokken student.

Dinsdag 22 mei, een uur voordat het tentamen wordt afgenomen stroomt mijn mailbox vol met ziekmeldingen. Sommige studenten vertellen uitvoerig waar ze allemaal last van hebben: hoesten, overgeven, hoofdpijn, misselijkheid, algehele malaise. De meesten volstaan echter met een eenvoudige mededeling:

‘Beste meneer Bos, ik meld mij ziek voor het tentamen.’

Ik meld mij ziek voor het tentamen. Juist ja. Eén heeft iedere schijn zelfs laten varen en schrijft:

‘Het klopt toch dat als ik mij nu ziek meld, ik aan de herkansing deel mag nemen, en dat als ik die niet haal, dat ik dan recht heb op een herkansing in juli.’

‘Ja,’ schrijf ik terug, maar het kost mij moeite om daar niet achter te zetten: ‘helaas.’

Er nemen iets minder dan 300 studenten deel aan mijn cursus, 42 daarvan zijn er ‘ziek’ - vijftien procent van de populatie.

Er gaat iets onbeschaamds uit van dat gegeven, dat de uitdrukking lijkt te zijn van wat ik recht op misbruik noem - het recht dat je regelingen naar je hand mag zetten, want daar zijn ze voor. Als om dat te onderstrepen komt een uur nadat het tentamen is afgelopen een nieuwe stroom mailtjes op gang.

‘Ik denk dat ik een 2 heb gehaald voor het tentamen. Als ik nou een 6 haal voor mijn opdracht, dan sta ik gemiddeld een 4. Dan mag ik mijn tentamen toch herkansen?’

Mijn antwoord is: nee. De student wil nu van mij weten wat hij moet doen, want een passende regeling waar misbruik van gemaakt kan worden ontbreekt.

Een andere student van dezelfde cursus mailde mij kort geleden dat hij nog geen enkel college had bezocht. Hij verkeerde in de veronderstelling dat die toch niets toevoegden aan de stof. Een medestudent had hem echter gezegd dat niet zo was, en erger, dat er op het tentamen ook vragen over de colleges zouden komen. En verder meldde de student mij dat hij ook nog niet aan zijn opdracht was begonnen, want hij dacht dat dat pas later hoefde, en nu bleek dat daar óók al een deadline voor was, die hij nooit meer kon halen. Vraag aan mij: Wat moet ik doen?

Ik heb misschien wel twintig seconden naar mijn scherm gestaard. Daarna dacht ik dat ik maar één ding terug kon schrijven, en dat was dat ik geloof in actieve, betrokken studenten die intrinsiek gemotiveerd zijn.

Ik meen dat. De dag dat ik daar niet meer in geloof houd ik ermee op.

Advertentie