Studeren: mag het ook later?

Kun je van jonge studenten verwachten dat ze al direct na de middelbare school weten wat ze willen studeren en er heel gemotiveerd tegenaan gaan? Guido Bik, student Wijsbegeerte, heeft zijn twijfels. Zelf koos hij pas op 28-jarige leeftijd voor zijn studie. “Veel mensen beslissen onder sociale druk om te studeren, ook al weten ze niet precies wat.”   

Bezuinigen is het woord dat overheerst in het maatschappelijke gesprek. Het is vervelend voor hen die het emotioneel treft, maar ik merk dat het ook mijn fantasie prikkelt. Staatssecretaris Zijlstra publiceert zijn plannen voor het onderwijs. Plannen over hoe het bezuinigde geld opnieuw wordt geïnvesteerd en hoe je een groeiend aantal studenten goed onderwijs kan blijven aanbieden, zonder dat de kosten stijgen. Vooral de zesjescultuur ziet hij als een probleem en probeert dit door selectie aan de poort en betere begeleiding op te vangen.

Doelloosheid
Ik denk bij dit thema aan het probleem van de doelloosheid. Vooral als ik terugkijk naar mijn eigen tijd in het middelbaar onderwijs. In mijn geval was dit van de havo naar de mavo en weer terug naar havo, lekker heen weer pendelen als ongemotiveerd jong wezen. Studeren doe je op die leeftijd niet omdat je het wilt, maar omdat het moet. Geschiedenis, Duits, wat moet je ermee? Je houdt je bezig met de vraag: waarom doe ik dingen die ik helemaal niet wil? Je bent niet blijmoedig aan het werken voor de toekomst. Daarom vind je het ook prima als je een 6 of een 5,5 haalt. Voldoende is voldoende. En soms is de motivatie zo laag dat je een jaartje over doet. Er zijn natuurlijk ook studiebollen en waarschijnlijk een stuk meer op het vwo dan de mavo waar ik vertoefde. Zij zijn als het ware iets eerder volwassen, door al in te zien hoe de kennis hen later verder gaat helpen of weten een vak werkelijk te waarden. Of ze hebben ouders die heel eng kunnen kijken als ze lage cijfers zien, dat kan natuurlijk ook.

Zesjes cultuur
Motivatie  is volgens mij ook in het hoger onderwijs de onderliggende oorzaak van een zesjes cultuur. Dit is niet wetenschappelijk onderbouwd, maar bepaald op basis van mijn eigen ervaring en het resulterende onderbuikgevoel. Dus als je het anders ziet, vertel het. Wanneer mensen echt weten wat ze willen, een doel voor ogen hebben na hun studie, dan kunnen ze inzien waarom ze aan het leren zijn. Met een beetje geluk halen ze zelfs plezier uit de stof, dat werkt motiverend. Een beetje zoals de vraag vroeger: wat wil je worden als je later groot bent? Niet letterlijk toegespitst op beroepen, maar het is al heel wat als je weet waar je talenten liggen. Heb je een goede hand-oog coördinatie, ben je goed in exacte vakken, een kei in sociale interactie of, zoals ik meen waar mijn talent zich het best in uit, kun goed redeneren? Als je er dan ook nog blij van wordt wanneer je dat talent toepast, dan ben je al een heel eind op weg naar een gelukkig leven voor jezelf en de mensen (de maatschappij) om je heen. Bovendien, weer even on topic, ben je dan waarschijnlijk voldoende gemotiveerd om niet zo ‘n vervelende langstudeerder te worden, om het even in de woorden van onze vriendelijke staatssecretaris uit te drukken. Langstudeerder blijft overigens een geniepig gekozen woord, voor een heel pakket aan maatregelen. De bezuinigingen zijn er doorheen geloosd, maar het stigma dat het op studenten achterlaat blijft nog wel even hangen.

Studeren een verkeerde norm?
 Alleen blijf je zitten met een fundamenteel probleem, of eerder een houding, verweven in ons onderwijssysteem. Het idee dat mensen op hun achttiende jaar al genoeg zelfkennis hebben om te weten hoe ze hun leven willen invullen. Sommigen weten dat prima en daar gaat het dan ook goed, maar heel veel ook niet. Op mijn achttiende dacht ik kunstenaar of gymleraar te worden. Maar na acht jaar als grafisch vormgever besloot ik toch filosofie te gaan studeren. Ik ben dan ook blij dat ik nu pas op mijn 28ste een studie kies en niet 10 jaar terug. Veel mensen beslissen onder sociale druk, om toch te gaan studeren, ook al weten ze niet precies wat. Mijn vriendin is maar op de gok Engels gaan studeren. Omdat ze bijna klaar is, maakt ze het maar af, maar wat en of ze er wat mee gaat doen is nog onduidelijk. Dit kun je ook zien aan de vele mensen die vroegtijdig van studie wisselen: toch een verkeerde keuze gemaakt. Terwijl tijdens de middelbare school iedereen wordt afgeraden om direct te gaan werken; blijkbaar gaan veel mensen nooit meer terug naar school. Wat ik nu ga zeggen is geen statement, maar meer een openbare vraag: zouden we wellicht het dringende advies om na de middelbare school door te studeren moeten laten vallen, of sterk nuanceren? Mensen die al echt een levensrichting voor ogen hebben gaan toch wel door. Mensen die gaan werken moeten dan of zo zelfredzaam zijn dat ze zonder studie ver komen, of ze belanden in een relatief simpele baan. Als ze daar tevreden mee zijn, houden zo zou ik zeggen. Of ze balen er zo van dat ze toch weer gaan studeren, alleen dan gemotiveerd. Gaan ze niet terug naar school? Is dat dan per se erg, wil je studenten echt op een hogere school hebben als de wil ontbreekt? Dus laat je mensen studeren om het studeren zelf, opdat je maar zoveel mogelijk opgeleide mensen hebt, of laat je ze studeren zodat ze een invulling geven aan persoonlijke, hogere levensdoelen?

Waar een gedachte ons allemaal niet naartoe kan leiden, aan de hand van een artikel over bezuinigingen (al dragen een lome zaterdagochtend en de zomervakantie evengoed een steentje bij aan de creativiteit). Bezuinigingen zijn niet alleen kommer en kwel, het is ook een goede aanleiding voor een fundamentele herevaluatie, bijvoorbeeld van heersende dogma's in een kenniseconomie.  Dit schrijven beschrijft slechts  een mogelijke oorzaak en oplossing, spring vooral bij. Kijk wat beter kan, durf gedeelde fundamenten te betwijfelen.

Advertentie