Te zien of niet te zien, dat is het antwoord.

Vorige week was ik Lausanne voor een bezoek aan de European Conference on Visual Perception. Deze jaarlijkse conferentie is intussen alweer bijna mijn twintigste en als ouwe stomp raak ik niet zo snel meer onder de indruk van zogenaamde nieuwe bevindingen. Dit jaar was anders…

Een Duitse collega vertelde over een patiënt met een zogenaamde Dissociatieve Identiteitsstoornis, ook wel bekend als meervoudige persoonlijkheidsstoornis. De vrouw ging al jaren blind door het leven. Zowel oogheelkundige tests als neurofysiologische maten gaven aan dat zij blind was. Echter na 15 jaar in het donker, kon ze plotseling weer zien. Althans even. Het zien of niet-zien zat gekoppeld aan de persoonlijkheid waarmee zij op dat moment in de wereld stond. Omdat die persoonlijkheid wisselde – vandaar de stoornis - was ze soms blind en soms ziend. Bizar, maar zelfs de gemeten hersenactiviteit ondersteunde deze bevinding. De patiënt is natuurlijk goud waard voor onderzoekers, al is het ook goed te weten dat psychotherapeuten erin zijn geslaagd om de meervoudige persoonlijkheidsstoornis patiënt tegenwoordig vooral in de ziende stand te houden.

Over meervoudige persoonlijkheidstoornissen gesproken, een aantal - ogenschijnlijk blinde - leden van onze universitaire gemeenschap mag wat mij betreft ook op bezoek bij de therapeut. Wat is het geval: Overal in de wereld wordt interdisciplinair samenwerken gezien als dé aanpak voor de belangrijkste vragen in de wetenschap. Zo is het team dat de bovenstaande patiënt onderzoekt samengesteld uit mensen die behoren tot traditioneel 5 verschillende disciplines; van neurologen tot MRI-fysici en van psychotherapeuten tot linguïsten. Aan onze universiteit ontstonden vele vormen van interdisciplinaire samenwerking uit het besef dat verschillende soorten kennis bundelen grote voordelen geeft. Lang voordat de verstandige universitaire bestuurders dit idee verhieven tot beleid.

De door het College van Bestuur zo omarmde idee van Focus & Massa (F&M) zit juist in die samenwerking. Verschillende – op facultair niveau misschien kleine - groepen vormden op universitair niveau een internationaal herkenbaar en gewaardeerd focusgebied. De massa zat in de som der delen. Ik zit in een van die onderzoeksnetwerken die evolutionair is ontstaan en mijn afdeling – Psychologische Functieleer - heeft erg geprofiteerd van de samenwerking met verschillende groepen in de Bètafaculteit en de faculteit Geneeskunde. Veni, Vidi en Vici ’s en zelfs Europese beursen komen aan de lopende band binnen. Toch, momenteel staan juist die multidisciplinaire instituten onder druk.

Multidisciplinair staat gelijk aan samenwerking. Hier is 1 + 1 ook echt 3. Of zelfs meer! Vrijdag jongstleden organiseerde het F&M-gebied Neuroscience & Cognition haar eerste jaarlijkse onderzoeksdag. Maar liefst 180 onderzoekers uit 5 faculteiten, maar vooral van het Rudolf Magnus Instituut en het Helmholtz Instituut, kwamen samen voor een interessant programma. Of dit zo blijft is maar de vraag. Een deel van de huidige bestuurders wil niet over facultaire grenzen kijken. Ze denken dat succes iets is wat vast zit aan de faculteit, maar vergeten dat succes moet worden afgemeten aan de hand van het succes van het instituut of universiteit.  In de onlangs bekend geworden plannen van de Bètafaculteit lijkt geen ruimte voor onderzoekers die zich ooit bij het Helmholtz Instituut aansloten. Als decanen radertjes uit een universitair uurwerk halen gaat de klok de verkeerde tijd aangeven, in het ergste geval stoppen de wijzers!

Kennelijk overstijgt de complexiteit van multidisciplinair samenwerken het voorstellingsvermogen van een deel van onze bestuurders en ambtenaren. Administratief overzicht en vooral locale facultaire macht lijkt tegenwoordig belangrijker dan wetenschappelijke vooruitgang. Het zou het CvB sieren om interdisciplinaire samenwerking, dat inherent faculteitsoverstijgend is, goed te blijven monitoren en zonodig in te grijpen.

Ik gun ieder een gezond leven en laten we hopen dat ook de blinde bestuurders lijden aan een Dissociatieve Identiteitsstoornis en dat ze binnenkort weer veranderen in de ziende variant.

 

 

 

Advertentie