Wetenschap voor 'gewone' mensen

Een universiteit moet uitleggen wat wetenschap is en hoe wetenschap werkt, zegt Melanie Peters. Vanuit welbegrepen eigenbelang. Al zul je mensen misschien eerst moeten leren een eenvoudige grafiek te lezen.

Science to the people is voor mij een drijfveer. Toen ik in de VS woonde deed ik net als iedereen vrijwilligerswerk. Ik gaf alfabetiseringscursussen (literacy), Via het tijdschrift Science zag ik dat ze vrijwilligers zochten voor scientific literacy. Helaas niet in Austin, Texas, wel in achterstandswijken in Washington, die zowat beginnen bij het Witte Huis. Maar mijn interesse was gewekt.

Waar gaat het om bij scientific literacy? Net als bij literacy, om mensen in staat te stellen mee te komen: tabellen en grafieken kunnen lezen betekent je belastingaangifte zelf kunnen doen, kinderbijslag kunnen aanvragen etc. De uitgevers van Science, het bekende tijdschrift waarin bèta-wetenschappers graag publiceren, organiseerden deze cursussen vanuit een maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel.

In Nederland hoorde ik nooit iemand over wetenschappelijk analfabetisme. Het begrip science is sowieso moeilijk. Wij vertalen het met wetenschap, maar in het Engels worden alleen bèta-vakken bedoeld, maar dan wel weer op alle niveaus, van de universiteit tot aan de rekenvakken op de lagere school. Het ging Science met haar cursussen dan ook meer om bèta-skills, dan om begrip voor de wetenschap.

Er was wel een incident dat me aan scientific literacy deed denken: koningin Beatrix die in de troonrede meldde dat met name het milieu vooruit was gegaan. Hoe ze precies tot die conclusie kwam, is nooit helemaal opgehelderd, maar het had te maken met een grafiek waarin de afname van de toename in vervuiling was aangegeven. Als je dan niet kijkt wat er precies op de assen staat, zie je een stijgende lijn en denk je dat dat positief is.

De noodzaak om bèta-skills te versterken is, zo blijkt, niet alleen iets voor mensen uit achterstandswijken. Naast het staatshoofd, laten ook beleidsmedewerkers zich nog vaak genoeg misleiden door een grafiek. Wetenschappers valt wel iets te verwijten, want zij pimpen hun data door met assen te goochelen. Dat mag, maar maakt het voor de lezer soms niet makkelijk. Grafieken kunnen lezen, daar feeling voor krijgen, wordt aan Amerikaanse universiteiten als een academische vaardigheid gezien. Een vorm van kritisch denken, die elk academicus zich eigen zou moeten maken - quantitative skills genoemd.

In mijn eigen vakgebied, de toxicologie, is het belangrijk publiek te betrekken, maar op een hele andere manier. Toen ik bij Shell ging werken in Amsterdam hadden we het over class room projects. Die beoogden geen scientific literacy in de zin van skills, maar waren bedoeld om jongeren te interesseren voor bèta-wetenschap en waardering te geven voor de verworvenheden van de wetenschap. De Eurobarometer, de studies waar bedrijven het vertrouwen in wetenschap en industrie aan afmeten, laat zien dat Europeanen relatief weinig vertrouwen hebben in bedrijven en niet altijd open staan voor nieuwe technologie. Shell had ondervonden dat je de publieke opinie structureel alleen via het onderwijs aan jongeren kunt veranderen.

De ervaring leert dat volwassenen die hun oordeel al gevormd hebben, niet overtuigd worden door meer feitenkennis. Met hen moet je in gesprek. Als je dan aan mensen vraagt of ze genoeg informatie hebben om een gefundeerd oordeel te vormen, zeggen ze meestal nee. Maar daarmee doelen ze niet op technische informatie. Denk aan het issue kernenergie. Mensen hebben niet meer feiten nodig, maar meer grip op de onzekerheden en verantwoordelijkheden rond het issue. Het gaat niet om meer informatie, maar om voor hen relevante informatie. Ze willen niet weten hoe een atoom er uit ziet, maar hoe groot het risico’s van een ramp is en wie verantwoordelijk is als het mis gaat. Wie de kosten draagt en wie de baten.

Zo is dat voor alle issues waarin mensen weinig vertrouwen hebben. De Eurobarometer noemt bijvoorbeeld gentechvoedsel en schaliegas. Het gaat bij geen van die onderwerpen over geletterdheid in de zin van bèta-kennis of skills, maar om begrip van wetenschap, als een vorm van kennis die nooit af is, waarnaar altijd meer onderzoek nodig is en vooral kennis die niet eenduidig is: Want er zijn politieke dimensies rondom deze thema’s en de precieze risico's zullen we nooit kennen. Pas als mensen daarover kunnen meepraten, bouwen ze weer vertrouwen op. Dit is het terrein waarop ik me bewoog als toxicoloog en nu vanuit Studium Generale.

Science tot the people? Ja, om democratische, emancipatoire redenen, om draagvlak en vertrouwen te winnen voor wetenschap. Om toekomstige generaties te interesseren voor wetenschap en hen toe te rusten voor de wereld waarin kwantitatieve skills en kritisch denken van belang zijn voor iedereen. Voor een samenleving waarin een deel van de jonge mensen weer wordt opgeleid voor de wetenschap. Waarin inzicht in de wetenschappelijke methoden, dialoog mogelijk moet maken tussen wetenschap en samenleving.

Maar wees gewaarschuwd: Elke van deze doelen vergt een eigen aanpak. Het class room project levert iets anders op dan het bijbrengen van bèta-skills, het organiseren van dialoog vraagt weer een andere benadering. De universiteit heeft als wetenschappelijk instituut, opleider en vanuit een maatschappelijke functie, alleen al uit welbegrepen eigenbelang een rol op al die niveaus.

 

Advertentie