Wij werken niet in een koekjesfabriek

De werkdruk aan de universiteit neemt alsmaar toe. En nou moet personeel ook meer gaan valoriseren. Opmerkelijk, schrijft bioloog Hans de Cock.

Eind 2012 stond de media vol over de werkdruk bij de gerechtelijke macht. In een protestpamflet, dat honderden steunbetuigingen kreeg, klagen de rechters dat er ieder jaar een hogere productie moet worden gerealiseerd. Niet de kwaliteit van het werk maar de kwantiteit van het werk bepaald grotendeels het oordeel over hun functioneren. Kwaliteit komt daardoor onder druk te staan en veel zaken krijgen niet de aandacht die ze verdienen. Er worden onverantwoorde keuzes gemaakt om aan de eisen te voldoen omdat budgetten van rechters zijn gekoppeld aan productiecijfers.

Rechters lijken op productiemedewerkers in een koekjesfabriek. De druk om te produceren leidt zelfs tot “oplichting” door bijvoorbeeld verschillend strafbare feiten tegen een verdachte apart (en niet tegelijk) te behandelen om zo meer vonnissen (meer productie) te verkrijgen.

De parallel naar de werkdruk bij de universiteit is makkelijk te trekken en is actueel. De rector roept in zijn nieuwjaarstoespraak op tot meer kwaliteit en “slow science”. Niet meer publiceren en massa’s studenten door het onderwijsproces heen pompen. Joop Schippers en de universiteitsraad roepen iedereen op om in een debat de toegenomen werkdruk in de context van de vele ambities binnen de universiteit te bespreken.

Werkdruk ervaart men als er teveel gedaan moet worden in te weinig tijd. Wetenschappers en docenten ervaren deze werkdruk omdat ook bij hen allerlei taken opstapelen en hogere productie van belang is. Ook hun budgetten zijn afhankelijk van productie, meer promoties, studenten en projecten. Dat levert faculteiten meer geld op. Met het krimpen van de middelen is deze druk alleen maar groter geworden. De druk om te produceren verhoogt bij universiteiten tevens de kans op fraude.

Universiteiten zijn bij uitstek de plaatsen waar kwalitatief hoogstaand onderwijs en onderzoek, de primaire taken, samenkomen. Door de tijden heen was onderzoek met name fundamenteel onderzoek waarbij wetenschappers lange tijd of het grootste deel van hun leven werkte aan eenzelfde fundamentele vraag, vaak kwalitatief hoogstaand werk waarbij men tijd had om de zaken echt goed uit te zoeken. Publiceren was pas aan de orde als er echt diepgaand inzicht was bereikt, echte slow science.

Mede door de krimpende middelen is er al lange tijd een proces gaande waarbij dit typische fundamentele onderzoek plaats maakt voor onderzoek in de context van valorisatie. Hier wil men toch echt wel op afzienbare tijd inzichten bereiken die wat opleveren voor bijvoorbeeld geldschieters, echte fast science.

Als men nu over onderzoek spreekt, bedoelt men feitelijk al langere tijd de fast science en steeds minder het echte fundamentele onderzoek. Het strategische plan van onze universiteit noemt valorisatie nu zelfs als derde primaire taak met als doel de earning capacity te verhogen. In het kader van de toegenomen werkdruk is het opmerkelijk dat een derde primaire taak wordt toegevoegd. Wie gaat dit uitvoeren? Het kan niet anders dan dat dezelfde mensen die het huidige onderwijs en fundamenteel onderzoek uitvoeren nu óók de valorisatie moeten oppakken.

Onderzoek wordt meer en meer valoriserend terwijl men het oog dreigt te verliezen voor het fundamentele onderzoek, de tak van sport waar de universiteit mee groot is geworden en waar we echt goed in zijn, zie de ranglijstjes. 

Fundamenteel onderzoek wordt in het strategisch plan van de UU opmerkelijk genoeg slechts tweemaal genoemd, valorisatie ruim 50 keer en onderwijs nog meer. Fundamenteel onderzoek zal meer en meer onder druk komen te staan, de balans dreigt door te slaan door te eenzijdig op valorisatie in te zetten .

Enerzijds zullen wetenschappers verdere verhoging van de werkdruk ervaren doordat ze worden opgejaagd vooral valoriserend onderzoek uit te gaan voeren. Dit levert tevens een spanningsveld op bij diezelfde medewerker omdat de druk toeneemt om fundamentele onderzoek meer en meer te laten varen, je kunt tenslotte niet alles doen binnen de beperkte tijd die je hebt. 

Anderzijds dreigt de universiteit een klimaat te creëren, waarbij vooral gekozen wordt voor medewerkers die valoriseren en die de echte kunst van fundamenteel onderzoek niet meer verstaan. Beide kanten van dit onderzoek zijn nodig, het is echter van groot belang dat de balans tussen fundamenteel en valoriserend onderzoek niet doorslaat. Waardeer dan ook de wetenschappers die de kunst van fundamenteel onderzoek bij uitstek verstaan, geef hen ook echt die ruimte.

Goed fundamenteel onderzoek levert uiteindelijk ook  zijn bijdrage in de valorisatie. We moeten oppassen dat de universiteit niet verwordt tot een koekjesfabriek waarbij productie van snelle commercieel onderzoek het eindproduct is. Dit zou het academische klimaat alleen maar verder uithollen.

 

De universiteitsraad heeft een debat georganiseerd rond het thema werkdruk. Naast rector Bert van der Zwaan en USBO-professor Paul Boselie (hoogleraar Strategisch Human Resources Management) heeft ook Agnes Jongerius (werkzaam bij het IOS) haar medewerking aan het debat toegezegd.

Kom luisteren/praat mee op maandag 14 januari a.s. om 16.00 uur. Het debat vindt plaats in het Universiteitsmuseum. Voor nadere info: mail j.j.schippers@uu.nl.

Advertentie