Vooral in grote steden: minder vwo’ers naar hbo

Vooral in de grote steden kiezen vwo’ers liever voor de universiteit dan voor de hogeschool. Tot ergernis van minister Bussemaker worden vwo’ers een zeldzaamheid in het hbo.

“Wat mij stoort, is dat iedereen alleen maar hogerop wil”, zei minister Bussemaker twee weken geleden in de Volkskrant. Vwo’ers zouden volgens haar vaker moeten overwegen naar het hbo te gaan, als ze daar beter op hun plaats zijn.

Het probleem blijkt vooral in de grote steden te zitten. Daar kiezen vwo’ers liever voor de universiteit. In Amsterdam begint bijvoorbeeld maar zeven procent aan een hbo-opleiding en in Utrecht acht procent.

Het gaat hier overigens om vwo’ers die meteen na hun eindexamen doorstuderen. We zien niet wie eerst gaat reizen en ook niet wie er na een jaartje aan de universiteit alsnog naar het hbo vertrekt.

Waarom de vwo’ers in de grote steden liever naar de universiteit gaan? Dat is gissen. Misschien is die drang van ‘hogerop willen’ in de grote steden sterker dan elders. Het zou hier en daar ook aan de reputatie van de hogescholen kunnen liggen.

Om de vwo’ers naar het hbo te lokken zouden hogescholen (in samenwerking met universiteiten) ervoor moeten zorgen dat het hoger beroepsonderwijs weer aantrekkelijker wordt voor vwo’ers, meent minister Bussemaker.

Wie weet helpt dat. Vwo’ers hebben inderdaad bovengemiddeld veel interesse in opleidingen die uniek zijn voor het hbo. Ze kiezen minder vaak dan havisten voor economische en sociaal-agogische opleidingen, maar juist veel vaker voor kunst: wie aan het conservatorium, de toneelschool of de kunstacademie wil studeren, kan immers alleen in het hbo terecht. 

Advertentie