Laagste opkomst U-raadsverkiezingen in Rotterdam en Utrecht

In Tilburg stemt bijna de helft van het aantal studenten voor de universiteitsraad. Dat steekt schril af tegen de percentages in Leiden, Amsterdam, Utrecht en Rotterdam. Bij de VU zijn geen verkiezingen geweest, omdat er er te weinig kandidaten waren.

Hoe hoog moet je de lat leggen als het gaat om de opkomst van verkiezingen voor de universiteitsraad? Op de Medezeggenschapspagina van DUB spreekt de universiteitsraad over een ‘mooie opkomst bij verkiezingen universiteitsraad 2016’. Hoezo mooie opkomst? In vergelijk met andere universiteiten doet de Universiteit Utrecht het gewoon slecht met 18,9 procent.

Zeker na de roep om meer democratie, vorig jaar, zou je verwachten dat meer studenten betrokken zouden zijn bij de medezeggenschap. In april vorig jaar schreven studenten van de universiteitsraad een adviesrapport om studenten meer bij de medezeggenschap te betrekken.  Als voornaamste oorzaak voor de gebrekkige interesse wordt onwetendheid van studenten aangevoerd. Bovendien zou meer duidelijk moeten zijn wat met de ideeën van studenten gebeurt. De groep Rethink UU schreef in diezelfde periode een open brief waarin voorstellen staan om de universiteit democratischer te maken. De UU zou te veel top-down bestuurd worden.

Naar aanleiding van het studentenrapport en de open brief van Rethink UU heeft het College van Bestuur een taskforce ingesteld. Deze heeft in juni plannen gelanceerd die erop neerkomen dat de universiteitsraad meer bevoegdheden moet krijgen en beter moet samenwerken. 

Het effect laat nog op zich wachten. In Utrecht was de opkomst dit jaar zelfs iets lager dan vorig jaar. De vraag is of niet andere factoren een rol spelen. 

Waarom stemmen Tilburgse studenten  wel massaal? En waarom doen Wageningen en de Technische universiteiten het zoveel beter? Wat deze universiteiten gemeen hebben, is dat ze een campus hebben met een enigszins overzichtelijke community.

Op zo'n campus kun je ook makkelijker campagne voeren. In Tilburg kun je in de verkiezingsweek niet om de strijdende partijen heen. Niet alleen duwen ze je allerlei gadgets en lekkernijen in de hand, je krijgt ook direct een iPad onder je neus geduwd om te stemmen. Dit leidt overigens ook tot irritaties.

Ook de algemene universiteit Nijmegen heeft een beduidend hogere score dan de andere algemene universiteiten. Volgens het universiteitsblad Vox komt dat omdat de Radboud Universiteit de kleinschaligheid en betrokkenheid van de instelling accentueert. Universiteiten als die van Amsterdam en Utrecht zouden meer verbrokkeld zijn. En dat zou de betrokkenheid kleiner maken.

Dan valt nog de lage score op bij de Erasmus Universiteit. Zij hebben een kiessysteem waarbij elke faculteit een aantal kandidaten mag afvaardigen. Bij enkele faculteiten waren geen verkiezingen nodig, omdat er precies één kandidaat was. Bij één faculteit was er zelfs helemaal geen kandidaat. Die zetel blijft dus voorlopig leeg. Waarschijnlijk is de opkomst daar ook laag omdat de keuze beperkt was en ze in Rotterdam niet werken met studentenpartijen die gezamenlijk campagne voeren.

Bij de VU waren bij gebrek aan een teveel aan kandidaten helemaal geen verkiezingen nodig. In 2015 was het opkomstpercentage op de VU 19,7 procent.

Advertentie