Het denken heeft nog geen context. Ons brein heeft daardoor geen grenzen. Het schiet met gedachten alle kanten op. Naar het verleden, zonder het besef dat het verleden voorbij is. Naar de toekomst, zonder het besef dat de toekomst nog moet komen. Zonder het besef dat nu de werkelijkheid is.

Daarmee heeft ons brein geen mogelijkheid om de overgang van weten naar fantaseren op te merken. Werkelijkheid en fantasie lopen door elkaar. Het brein zoekt naar antwoorden die er niet zijn. Het brein denkt te weten, terwijl dit in de werkelijkheid niet kan. Het brein beseft niet dat het gedachten zijn en niet de werkelijkheid. Gedachten roepen gevoelens op en die bepalen onze beleving. Oude gedachten roepen een oud gevoel op wat los staat van de werkelijkheid. Fantasieën roepen gevoelens op die los staan van de werkelijkheid.

Voorbeelden van gedachten die je uit de werkelijkheid halen

Waarom reageert ze niet? Dat komt wel goed. Als ik het vraag, doet ze het wel. Ze kunnen me echt niet missen. Zal hij ooit nog veranderen? Als ik mijn best maar doe, dan houd ik mijn baan wel. Wat zullen ze van me denken? Denken ze dat ik niets te doen heb? Wie goed doet, goed ontmoet. Stel dat ze nee zeggen. Zal me dat later niet verweten worden? Dat doen ze wel. Stel dat er een ongeluk is gebeurd. Ze komt wel. Als het bedrijf moet inkrimpen, lig ik er als eerste uit. Ik vergis me nooit in mensen. Als je maar goed leert, dan kom je er wel. Waarom moet mij dat weer overkomen? Stel dat ze niet betalen. De mensen begrijpen dat wel. Ik denk dat zij zich aanstelt. De aanhouder wint. Als je vluchtelingen terugstuurt, stapt er niemand meer in een bootje. Als je specialisten te weinig betaalt, dan gaan ze naar het buitenland. Geld is de motor van de economie. Een Brexit is een ramp voor Europa.

De oorzaken

We hebben de grenzen niet geleerd tussen weten en inschatten. Tussen weten en geloven. Deze grenzen bepalen het speelveld van je denken. Binnen deze grenzen kun je weten wat je denkt. Buiten deze grenzen kun je geloven of inschatten wat je denkt. Buiten de grenzen van het speelveld bevinden zich de fantasieën die niet als zodanig worden herkend. ‘Als ik zeg wat ik denk, komen daar alleen maar moeilijkheden van’, is daar een voorbeeld van. ‘Dus, doe ik dat maar niet’, is het besluit. Een besluit op grond van een fantasie. Niet op de werkelijkheid, want de situatie heeft nog niet plaatsgevonden.