Gezamenlijk onderwijs Geneeskunde en Diergeneeskunde krijgt vorm

Acht Teaching Fellows hebben twee jaar de tijd om een aspect van het onderwijs in zijn of haar faculteit te verbeteren. DUB laat de acht aan het woord. Vandaag het achtste en laatste deel met Tineke Westerveld, docent Geneeskunde in het UMC Utrecht. “We leiden een nieuwe generatie professionals op die de zorg een stapje verder kan brengen.”

Door de toename van ziektes die overspringen van dier op mens moeten humane en veterinaire artsen steeds meer samenwerken. Reden ook waarom de Universiteit Utrecht aanstuurt op meer kruisbestuiving tussen Geneeskunde en Diergeneeskunde, en om die reden een multidisciplinaire hoogleraar heeft aangesteld in de persoon van Roel Coutinho.

Niet alleen in onderzoek maar ook in het onderwijs krijgt deze samenwerking waarschijnlijk meer gestalte. Tineke Westerveld, coördinator van de selectieve medische master SUMMA, gaat als Teaching Fellow samen met collega’s van Diergeneeskunde de komende twee jaar kijken wat studenten Geneeskunde en Diergeneeskunde van elkaar kunnen leren.

In welke vorm gaan studenten meer samendoen?
“We willen gemeenschappelijk onderwijs ontwikkelen voor studenten Diergeneeskunde en Geneeskunde. De Universiteit Utrecht is de enige Nederlandse universiteit die deze combinatie van opleidingen heeft, en het sluit goed aan bij het speerpunt Life Sciences.”

Wat hebben diergeneeskundigen en geneeskundigen met elkaar te maken?
“Bij tal van zaken komen ze elkaar tegen. Neem bijvoorbeeld het probleem antibioticaresistentie. Een dierenarts bepaalt of hij het toedient, en de eventuele resistentie heeft weerslag op de menselijke gezondheid. En zo zijn er nog veel meer onderwerpen die zich niet beperken tot één vakgebied, zoals malaria, de Q-koorts of influenza. Voor studenten is het belangrijk dat ze zich bewust worden van het feit dat die vakgebieden elkaar nodig hebben.”

Naast meer gezamenlijk onderwijs binnen de UU onderzoek je ook of er meer uitwisseling mogelijk is met de TU Eindhoven.
“De UU, het UMC Utrecht en de TU Eindhoven werken al samen, en we willen dat ook op onderwijsgebied gaan doen. Technologie wordt steeds belangrijker in de zorg, bijvoorbeeld bij robotchirurgie of op het gebied van regeneratieve geneeskunde of beeldvorming. Daar kunnen we heel goed de expertise van Eindhoven gebruiken. Zo leiden we een nieuwe generatie professionals op die de zorg een stapje verder kan brengen.”

Je mag als Teaching Fellow een dag per week aan de slag met dit project. Waarom wilde je eigenlijk Teaching Fellow worden?
“Omdat ik onderwijs een heel warm hart toedraag en ontzettend geniet van het contact met studenten. Het is erg goed dat de UU Teaching Fellows benoemt en zichtbaar maakt hoe belangrijk onderwijs is.”

Je geeft het vak Klinisch Denken, een werkgroepcursus voor eerste- en tweedejaars studenten SUMMA. Wat maakt daar lesgeven zo mooi?
“Het leukste is om kwartjes te laten vallen. Bij SUMMA heb je studenten uit verschillende vooropleidingen, en je ziet dat elke student anders reageert op informatie. Dat is fascinerend. Onlangs ging het in college over de cholesterolhuishouding. De student met de farmaceutische vooropleiding denkt meteen: welke medicijnen zijn nodig? De biomedische student heeft weer een ander referentiekader. Die denkt aan enzymcascades. Ik vraag me altijd af: hoe zullen ze deze informatie nou weer verwerken? In welk denkraam valt dit kwartje?”

Krijg je veel onverwachte vragen met studenten uit zoveel verschillende windrichtingen?
“Elke les krijg je als docent weer vragen die je nooit heb gehad. Studenten extrapoleren vaak theorieën. Een voorbeeld. Diabetespatiënten hebben minder insuline nodig als ze veel sporten. Dus, zo stelde een student onlangs, als je extreem veel sport dan heb je nooit insuline nodig. Op het eerste gezicht een logische redenering, maar toch het klopt niet. Zo’n student dwingt je ertoe om heel precies uit te zoeken hoe het wél zit. Zulke vragen houden je scherp.”

Wat doe je als een student een vraag stelt waar je geen antwoord op hebt?
“Het is helemaal niet erg als je een keer het antwoord niet weet. Studenten moeten vooral niet het idee krijgen dat iemand die klaar is met een opleiding alles weet. Er komt elke dag kennis bij. Als je een hele werkgroep lang antwoorden schuldig blijft, zou dat vervelend zijn, maar dat gebeurt niet.”

Tot slot, de universiteit is hard bezig met onderwijsvernieuwing. Welk idee spreekt jou het meest aan?
“De brede bachelor. Een brede Life Sciences-bachelor voor studenten die nog niet zeker weten welke richting ze op willen, zou mij mooi lijken. Studenten zijn nog zo jong als ze van de middelbare school komen. Ze hebben wel een gevoel voor de richting die ze op willen, maar veel moet nog uitkristalliseren. Een beroep als arts spreekt wel tot de verbeelding, zet de televisie maar aan als scholier. Voor studenten die zeker weten dat ze Geneeskunde willen doen, moet je de reguliere bachelor houden. Maar er zijn veel meer beroepen die minder tot de verbeelding spreken als je 17 bent en je je moet aanmelden voor de universiteit. Voor die groep zou een brede bachelor ideaal zijn.”

Paspoort

Naam: Tineke Westerveld

Leeftijd: 52 jaar

Favoriet schoolvak: Frans

Studie: Eerst een jaar Sociale Geografie (ik wilde in de Planologie) en daarna Geneeskunde

Functie: Opleidingscoördinator SUMMA

Muziek: Dance

Televisie: Detectives, maar ik kijk ook graag naar The Voice of Holland (over matching en selectie gesproken)

Sociale Media: Beetje LinkedIn

 

Advertentie