De basisbeurs: van 360 naar 0 euro
De basisbeurs voor thuis- en uitwonende studenten zal volgend jaar dalen naar nul euro. Alleen studenten met minder kapitaalkrachtige ouders krijgen nog een beurs.
Welke gevolgen heeft de miljoenennota voor studenten? Koning Willem Alexander zei dat er één miljard euro beschikbaar komt voor beter hoger onderwijs. Dat lijkt goed nieuws. Maar hij zegt erbij dat de gelden vrijkomen door de hervorming van de studiefinanciering, ofwel het afschaffen van de basisbeurs.
In 2005 kreeg de uitwonende student nog 233,08 euro per maand op de rekening gestort. In de loop der jaren is dit bedrag langzaam gestegen tot 279,14 euro in 2014. Thuiswonenden ontvingen een lagere beurs. Hun beurs is van 75,70 euro in 2005 gestegen naar 100,25 euro in 2014. Deze stijging was nauwelijks meer dan een inflatiecorrectie.
Een vetpot is de basisbeurs niet, maar veel studenten beschouwen het als een basis. Met de afschaffing van de basisbeurs daalt het bedrag radicaal naar nul.
De aanvullende beurs blijft bestaan voor studenten wier ouders financieel niet in staat zijn aan de studie bij te dragen. Die beurs zal de komende jaren zelfs flink stijgen. Dit jaar is de aanvullende beurs nog maximaal 360,19 euro (voor uitwonende studenten) en 339,30 euro (voor thuiswonende studenten). In 2015 zal het onderscheid tussen thuis- en uitwonend verdwijnen. Het maximale bedrag voor een aanvullende beurs zal in dat jaar stijgen naar 467,17 euro.
Deze grafieken zijn gemaakt investeringsbank NCBI die een overzicht maakte van de gevolgen van de miljoenennota voor studenten.