Streefcijfers vrouwelijke hoogleraren: hoog mikken of realistisch blijven
Het gaat niet hard met het aantal vrouwelijke hoogleraren aan Nederlandse universiteiten. De vakbond VAWO wil dat de universiteiten hoger inzetten.
Hoe krijg je meer vrouwen aan de top van de wetenschap? De universiteiten bezweren in een recente brief aan minister Bussemaker dat ze er alles aan doen. Ze noemen het zelfs een ‘misstand’ dat er zo weinig vrouwelijke hoogleraren zijn.
De universiteiten beloven alleen al de cijfers beter te bekijken: ze willen weten “wanneer vrouwelijke wetenschappers de universiteiten verlaten en hoe universiteiten het verlies van vrouwelijk talent kunnen beperken”. Ze gaan ook leren van elkaars goede voorbeelden, of zoals dat heet: best practices uitwisselen.
De ene universiteit lijkt ambitieuzer dan de andere. In hun brief noemen ze streefcijfers voor het jaar 2020 en VAWO, vakbond voor de wetenschap, zette die naast de huidige percentages.
Zo wil de TU Eindhoven van nog geen negen procent in 2014 naar twintig procent vrouwelijke hoogleraren in 2020. Dat is meer dan een verdubbeling. Maar de Universiteit Utrecht voorziet slechts een klein stapje omhoog van 21 naar 25 procent. De Radboud Universiteit heeft ook 25 procent als streefgetal en zit nu op 23 procent.
“Je moet reëel blijven”, zegt woordvoerder Martijn Gerritsen van de Radboud Universiteit. “We kijken hoe de situatie nu is en hoeveel hoogleraren met emeritaat gaan. We kunnen wel zeggen dat we naar dertig procent streven, maar dan hebben we achteraf een probleem.”
Het is juist goed om net iets hoger te mikken dan haalbaar, werpt de VAWO tegen. “Als je zegt dat je vier kilometer gaat lopen, dan worden het er geen vijf”, aldus een woordvoerder. Een streven van nog geen 25 procent blijft volgens haar ver achter bij de dertig procent die de Europese Unie hanteert en die vereist zou zijn voor een cultuuromslag.
Maar het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren is allang blij dat de universiteiten streefcijfers geven. “Het betekent dat erover nagedacht wordt. Je kunt natuurlijk pochen met hoge streefcijfers en dan over vijf jaar zeggen: jammer, het is niet gelukt. Maar wij zien dat er heel goed wordt nagedacht over de vraag wat haalbaar is. De streefcijfers zorgen ervoor dat het onderwerp steeds weer ter sprake komt en ze zijn een stok achter de deur bij sollicitatieprocedures. Dat is allemaal heel positief.”
Te wit, te Nederlands, te westers, te mannelijk, te elitair, kortom: te ‘ons soort mensen’. Hoe kan de universiteit dat veranderen? Klik hier voor meer verhalen over internationalisering, emancipatie, inclusie en politieke correctheid.