Echo Award winnaar Avin: ‘Nederland is een land van kansen’

Op 20 september nam ze de Echo Award in ontvangst, een landelijke stimuleringsprijs voor excellent talent met een niet-westerse achtergrond in het hoger onderwijs.

De jury roemt masterstudent Geneeskunde Avin (23) voor het feit dat ze haar diepgewortelde boosheid heeft omgezet in iets positiefs. Zo strijdt ze onder meer als lid van de werkgroep Diversiteit & Inclusie van het UMC Utrecht om de medische wereld zo te veranderen dat mensen met een migratieachtergrond zich thuis voelen op de opleiding en in de medische wereld. Daarbuiten verzorgde ze als bachelorstudent een keer per jaar lessen over het Midden-Oosten op middelbare scholen. Eens per jaar organiseert ze onder meer een speeldag voor kinderen in het asielzoekerscentrum (AZC). Avin vindt het belangrijk om vluchtelingenkinderen te laten zien dat er meer is dan het AZC. “Nederland is een land van kansen en als je hard werkt, kun je dingen bereiken. Als je kansen krijgt, moet je die alleen wel grijpen.”

Ruim twee weken eerder, op 2 september 2018 om precies te zijn , stuurde Avin de volgende tweet de wereld in:

Genoeg stof om Avin te bevragen over haar leven en drijfveren. DUB spreekt met haar af in The Basket. Boven een kop verse muntthee en even weg van haar coschap in het ziekenhuis in Nieuwegein, begint de in Irak geboren vijfdejaars student haar verhaal. Ze begint bij de vlucht van haar ouders met hun gezin, het gevecht voor een verblijfsvergunning, de moeite die haar ouders zich getroosten om in Nederland weer als arts te mogen werken en de wens van de drie kinderen om later ook als dokter aan de slag te gaan, als ze hun studie Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht hebben afgerond.  “Ons gezin heeft veel meegemaakt, maar ik voel me geen slachtoffer. Uit de dingen die mij zijn overkomen, put ik juist energie; daar heb ik mijn doorzettingsvermogen van gekregen. Het enige waar ik nog steeds boos over ben is de wijze waarop we zijn behandeld door de IND. Daar heb ik nog steeds geen vrede mee.”

Negen jaar in asielzoekerscentra
Avin is drie jaar als haar ouders besluiten met hun kinderen van Irak naar Nederland te vluchten. Ze komen terecht in een situatie die veel vluchtelingen doormaken: ze verhuizen van het ene naar het andere asielzoekerscentrum. Avin heeft er in negen jaar tijd verschillende gezien. Ondertussen proberen haar ouders een verblijfsvergunning te bemachtigen. Makkelijk is dat niet. Dan hoort Avin op tv politica Rita Verdonk (VVD) roepen dat sommige asielzoekers niet in Nederland thuis horen. “In eerste instantie werd ik heel verdrietig, want ik trok me die opmerking persoonlijk aan. Ik was vluchteling en ik deed mijn best op school en had Nederlandse vrienden. Hoezo hoorde ik hier niet thuis? Na het verdriet kwam de boosheid. Hoe durfde Verdonk zoiets te zeggen? Die boosheid maakte dat ik heel hard ging werken voor school.”

Ondertussen werd de aanvraag voor een verblijfsvergunning drie keer  afgewezen en moest het gezin lang wachten tot het hoger beroep voorkwam. Uiteindelijk kwam dat er en mocht de moeder van Avin uitleggen waarom he gezin thuishoort in Nederland. “Ze betoogde dat haar kinderen in Nederland thuis hoorden”, vertelt Avin, die het zich herinnert als de dag van gister. “Ik was heel jong en het deed iets met me dat ik mijn moeder zag huilen tijdens haar betoog. Omdat ik me voor het eerst realiseerde dat de mogelijkheid reëel was dat we misschien teruggestuurd zouden kunnen worden. Daarvoor had ik het niet door omdat mijn ouders nooit iets van hun twijfel hierover lieten merken en altijd hoopvol waren tegenover ons.”

Deze twee gebeurtenissen waren de brandstof om vol voor haar doel te gaan. Hoewel ze aanvankelijk mensenrechtenadvocaat wilde worden, omdat ze van jongs af aan te maken had met advocaten, veranderde dat geleidelijk in de wens om in de voetsporen van haar ouders te treden. “Ik zag ze altijd hard studeren in hun medische boeken omdat ze opnieuw hun artsendiploma moesten halen in Nederland. Tijdens hun diploma-uitreiking en na mijn spreekbeurten over het menselijk lichaam besefte ik dat ik liever arts wilde worden.” Haar oudere broer ging haar hierin voor. Haar jongere broer volgde hen weer. “Nu studeren we alle drie geneeskunde in Utrecht.”

Scholing
De ouders van Avin ontvluchtten Irak vanwege de onveilige politieke situatie. “Ze gaven ons ondanks alle tegenslagen een normale jeugd. Ze lieten mij en mijn broers nooit merken dat er geen hoop was. Het doorzettingsvermogen van mijn ouders heeft mij enorm geïnspireerd.” Tijdens de asielprocedure die negen jaar duurde, liepen de ouders van Avin allebei coschappen. Vanzelfsprekend is dit niet, want Avins ouders waren eind dertig, begin veertig en moesten praktisch opnieuw starten om hun oude beroep op te mogen pakken. Nadat ze een verblijfsvergunning kregen, mochten ze gaan werken en inmiddels werken ze al weer enige jaren als huisarts in Gelderland.

Avins schoolcarrière verloopt voorspoedig dankzij creativiteit en vindingrijkheid van haar ouders, zegt ze. Zo kan ze op dezelfde basisschool blijven ondanks de vele verhuizingen die het gezin naar verschillende AZC’s bracht. Verschillende Nederlandse mensen waren zeer genereus richting het gezin Ghedri. “Mijn ouders kregen Nederlandse vrienden die als familie voor ons zijn. Ze namen ons mee naar musea zoals het Anne Frank huis en Naturalis. Maar ook mochten we als gezin hun caravan lenen zodat we op vakantie konden naar Slagharen. Politici vertelden dat wij hier niet hoorden, maar deze mensen lieten mij het tegendeel voelen.”

Status
Uiteindelijk komt er voor het gezin een einde aan alle onzekerheid over de status als Avin in groep 8 zit. “Mijn ouders haalden ons op van school. Mama draaide zich ineens om en vertelde met een glimlach en een twinkeling in haar ogen dat we een status hadden gekregen.” Voor de familie Ghedri was het de meest vreugdevolle en blije dag in jaren. Na het naturalisatieproces krijgt het gezin Ghedri een huurhuis toegewezen in een dorp vlakbij Arnhem. Daar gaat Avin naar het gymnasium waar zij en haar broer een van de weinige allochtone leerlingen zijn. Haar ouders krijgen een baan als huisarts in een nabij dorp.

Avin slaagt cum laude voor haar examen en gaat Geneeskunde studeren aan de Universiteit Utrecht, haar eerste keuze net als haar oudere broer. Het eerste half jaar pendelt ze op en neer met het openbaar vervoer. Dagelijks anderhalf uur heen en anderhalf uur terug. “Toen mijn ouders merkten hoeveel energie dat mij kostte, mocht ik op kamers wonen.” Avin legt uit dat in de Irakese cultuur kinderen pas op zichzelf gaan wonen als ze trouwen. “Mijn ouders zijn in Irak opgegroeid met die normen en waarden. Maar ze zagen dat mijn broer en ik een goede ontwikkeling doormaakten tijdens onze studie. Mijn vader zegt altijd: when in Rome do as the Romans do.’

De eerste twee jaar kon Avin überhaupt moeilijk wennen aan haar nieuwe leven als student. Ze ervaart het studentenleven als een cultuurshock. “Ik dronk geen alcohol en ging niet uit. Als een vriendin tijdens een werkgroep op een casual manier vertelt dat een jongen was blijven slapen, vroeg ik of dat op de bank was.” Als ze een kamer vindt in Utrecht met een huisgenoot kan ze haar draai beter vinden al mist ze het dagelijkse contact met haar ouders en broer. Ook het feit dat ze geen alcohol drinkt maakt ze zich anders voelt en niet helemaal in de studentencultuur past. “Ik drink geen alcohol, omdat ik dat niet lekker vind en vanwege religieuze redenen. Als ik op een borrel kom, vraagt iedereen of ik bier wil drinken. Dan moet ik uitleggen dat ik geen alcohol drink. Natuurlijk kun je dan zeggen dat je een colaatje wil. Het gaat om de manier hoe mensen daarmee omgaan. En het studentenleven is natuurlijk bij uitstek een cultuur van alcohol en feest. Dat wil ik helemaal niet veranderen. Het gaat erom dat iedere student gerespecteerd wordt. “Ik heb geen oordeel over iemands glas bier en dan wil ik ook geen gedoe als ik thee of cola wil drinken.”    

Thuis voelen
Avin werkt hard. Een reden is dat ze met goede cijfers haar ouders trots en blij wil maken. “In het AZC was het niet altijd even leuk. Mijn ouders werden altijd blij als het goed ging op school. Ik wil laten zien dat hun moeite en opofferingen niet voor niets zijn geweest. Maar ik doe het ook voor mezelf. Ik wil niet benadeeld worden wegens mijn naam en huidskleur.”

Naast haar studie weet Avin nog tijd te maken om zich in te zetten als vrijwilliger voor kinderen van vluchtelingen. Nu organiseert ze eens per jaar een AZC-dag. Sinds 2014 blogt ze voor Arts in Spe onderdeel van het vakblad Medisch Contact voor artsen en Geneeskundestudenten. Nu ze coschappen loopt, wordt ze soms geconfronteerd met haar andere achtergrond. “Een arts-assistent at een sesamkoekje. Ik zei dat ik die ook lekker vind. Een andere arts zei toen dat wij in onze cultuur vogelvoer wel lekker vinden. Daarop kaatste ik terug dat dit beter is dan zijn zuurkool. Daarna maakte hij nog een andere opmerking: in jullie landen kunnen jullie zeker goed thee schenken. Dit is ongepast gedrag. Daar blog ik over zodat ik dingen aan de kaak kan stellen. Alleen door het aan de kaak te stellen kunnen dingen veranderen.”

Dat kan ze nu ook doen aan de faculteit Geneeskunde. Toen de vicedecaan van haar vroeg ‘Moet jij harder werken dan een blond meisje uit Zeist?’ en Avin daar bevestigend op antwoordde, werd ze gevraagd om plaats te nemen in de werkgroep Diversiteit & Inclusie. “Het doel van de werkgroep is dat allochtonen en vluchtelingen zich ook thuis voelen op de opleiding en in de medische wereld. Ik ben er trots op dat ik aan deze universiteit studeer die van inclusiviteit een speerpunt maakt.”

Het is een proces van kleine stapjes, constateert  Avin. Dat gezegd hebbende neemt ze afscheid en duikt ze de donkere avond in op weg naar haar studentenkamer want morgen moet ze weer vroeg aan de bak.

 

Advertentie