Lobbyen voor meer ‘fysiek’ onderwijs? Studenten zijn voor, docenten tegen

Foto: Meer studenten naar de uni of niet?, foto DUB

Je kunt niet een universitaire opleiding doen zonder dat je je medestudenten en je docenten ontmoet.’ De voorzitter van de Universiteit van Amsterdam Geert ten Dam was zeer uitgesproken voor de NOS-camera. Zij pleitte ervoor dat het kabinet ging onderzoeken of het op de één of andere manier mogelijk is om weer meer studenten toe te laten tot de campussen.

Ze kreeg steun van de universiteitenvereniging VSNU. Ook de Universiteit Utrecht kon zich vinden in de oproep voor een onderzoek naar versoepeling van de regels, liet een woordvoerder aan DUB weten. “Maar het moet vanzelfsprekend wel veilig en verantwoord zijn."

En dat laatste is natuurlijk precies de crux. Gedurende de week liep het aantal besmettingsgevallen snel op. VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg snapte dat dit de universitaire lobby niet helpt, ook al vinden de meeste besmettingen in de privésfeer plaats. Hij deed een beroep op studenten om zich aan de regels te houden. ‘Liever college dan een feestje’, vond hij. De UU toonde zich in een laatste mail aan studenten en docenten over de coronasituatie geschrokken door de ontwikkelingen.

Wij legden de leden van ons DUB-panel halverwege vorige week per mail de volgende stelling voor:

Ondanks het stijgende aantal besmettingen onder jongeren is het goed dat universiteiten lobbyen voor mogelijkheden om meer ‘fysiek’ onderwijs te geven.

Ook na de persconferentie van vrijdag bleven zij bij hun mening, zo lieten ze weten. Opvallend: studenten zijn vóór, docenten zijn tegen. Dat lijkt bevindingen in het voortgezet onderwijs en in andere landen te bevestigen.


Filosofiedocent Floris van den Berg: NEE
‘Het is vreemd als universiteiten tegen wetenschappelijke adviezen ingaan’

“Zolang de pandemie niet voldoende onder controle is om de veiligheid van studenten en medewerkers te garanderen, moet alleen het onderwijs waarvoor dat hoogstnoodzakelijk is (bijvoorbeeld labpractica) op de campus gegeven worden - zolang er geen lock down is. Er zijn veel mogelijkheden om met online onderwijs interactie tussen studenten, inclusief informeel contact, te faciliteren.

"Ik vind dat de universiteit een voorbeeldfunctie in de maatschappij heeft. De universiteit moet geen onnodig risico nemen en kan helpen met innovaties op het gebied van online leren en werken. Het lobbyen van universiteiten bij de overheid geeft een vreemd signaal af: de overheid volgt de adviezen van wetenschappelijke instituten en dan is het vreemd wanneer universiteiten daartegenin willen gaan.”


Student Sociale Geografie en Planologie Marte Vroom: JA
‘Alles wat studeren leuk maakt, valt weg’

"Eindelijk is er aandacht voor de studenten. Lange tijd leken wij vergeten te worden tijdens de coronacrisis. Opzettelijk of niet, deze constatering is pijnlijk. Ik vind het bijzonder kwalijk dat Bruls, voorzitter van het Veiligheidsberaad, zich onlangs in Nieuwsuur met zoveel gemak uitliet over hoe onderwijs kan worden vervangen door ‘iPads’. De coronacrisis heeft de levens van studenten in één klap veranderd: opeens zaten we dag in dag uit in onze kleine studentenkamers achter onze computerschermen en was alles wat studeren leuk maakte, weggevallen.

“Ik ben dankbaar dat ik eens (en soms zelfs twee tot drie keer) in de week fysiek college mag volgen. Ik zie weer medestudenten en er worden als vanouds goede discussies gevoerd. De politiek mag niet vergeten wat de gevolgen van de coronacrisis zijn voor studenten: een toename van stress, eenzaamheid en zorgen over hun toekomst en kwalitatief slechter onderwijs - ondanks de harde inzet van docenten."


Stagecoördinator Bart Mijland: NEE
‘Volgend academisch jaar weer een kans, even volhouden’

“Het is prima dat de universiteiten opkomen voor de belangen van de studenten en medewerkers. Maar deze oproep had in juni moeten klinken. Nu zien we de besmettingen weer toenemen, vooral onder jongeren. En we moeten ons ook een beetje houden aan de gekozen strategie. Ook rust, duidelijkheid en stabiliteit is belangrijk. Deze oproep draagt er niet aan bij. En in een breder perspectief is het eigenlijk niet verantwoord. Veel studenten en medewerkers moeten met het OV reizen. Bovendien klinkt ook uit andere hoeken de roep om versoepeling. Als we allemaal meer ruimte eisen, dan zitten we straks weer gefrustreerd te wezen dat het niet kan, óf we zitten op 1,5 cm in lijn 8 en 22. Volgend academisch jaar weer een kans. Even volhouden!”


Masterstudent in Leiden en bijvakstudent in Utrecht Ingrid Weerts: JA
‘Waarom is onderwijs minder belangrijk dan het bedrijfsleven'

“Het CNV concludeerde recent dat in niet één sector de werkdruk zo hard stijgt door de coronacrisis als het onderwijs. Twintig procent van de werknemers overweegt een andere baan te zoeken. Dat is ook niet gek: waar men in een kantoorbaan vaak hetzelfde werk nu thuis doet, moeten docenten het wiel volledig opnieuw uitvinden. Reguliere onderwijsmethoden vertalen zich lang niet altijd naar digitale middelen. Het is niemands schuld, maar ik durf absoluut te stellen dat mijn onderwijs van lagere kwaliteit is dan voor de crisis. Waarom is het onderwijs minder belangrijk dan het bedrijfsleven? Een kantoorbaan lijdt minder kwaliteitsverlies bij thuiswerk dan een interactief hoorcollege en heeft evenveel of misschien zelfs minder maatschappelijke waarde. Ik kan absoluut niet accepteren dat het onderwijs van een volledige generatie slechter wordt, omdat een kleine subgroep te laks met de regels omgaat buiten de academische wereld.”


Directeur Vastgoed & Campus Fiona van ’t Hullenaar: NEE
‘Alleen als het veilig is voor iedereen’

“De ketting is zo sterk als de zwakste schakel. In dit geval is de zwakste schakel de docenten op leeftijd of studenten in de risicogroep. Als samenleving én universiteit zijn we eraan gecommitteerd iedereen veilig onderwijs te verzorgen. Als dat betekent dat er tijdelijk maatregelen genomen moeten worden om die veiligheid te waarborgen, gaat wat mij betreft het collectief vóór op het individu, en dat betekent dat we fysiek onderwijs mogelijk maken alleen dán, als het veilig is voor iedereen.”


Student Politics, Philosophy and Economics Mario Parolari: JA
‘Niet meteen zeggen dat het gekkenwerk is’

"Als je kijkt naar het debat tussen universiteiten en kabinet over 'fysiek' onderwijs dan zijn er veel relevante en gerechtvaardigde argumenten van beide kanten. Het aantal positieve testen groeit, zeker niet alleen onder jonge mensen. In deze situatie lijkt het lobbyen voor meer ontmoetingsmogelijkheden voor studenten roekeloos. Het kan echter best zo zijn dat universiteiten oplossingen hebben gevonden die de veiligheid garanderen op een manier die voldoet aan de regels van het kabinet, maar dat andere redenen (waarvoor de regering verantwoordelijk is) meer onderwijs op de campus blokkeren.

"Neem bijvoorbeeld het opnieuw opstarten van het onderwijs op de universiteit van afgelopen juni. Slechts een beperkt aantal studenten mocht toen weer naar de universiteit komen. Dat kwam niet hoofdzakelijk door een gebrek aan ruimte in de gebouwen. Het gelimiteerde aantal was een gevolg van het feit dat een te grote toestroom problemen in het openbaar vervoer zouden hebben veroorzaakt. Als je de wens van universiteiten om meer fysiek onderwijs te geven, afschildert als gekkenwerk, dan loop je dus het risico dat je de verkeerde instantie aanspreekt. Er zijn ook logistieke problemen die buiten de verantwoordelijkheid van de universiteit liggen."


Sociaal geograaf Fred Toppen: NEE
'Graag meer onderwijs op de campus, maar nu even niet'

"Het grote probleem is de beperkte zaalcapaciteit. Zolang we maar met een beperkt aantal studenten in een zaal mogen, zijn de mogelijkheden voor meer onderwijs op locatie beperkt. Die beperking is het gevolg van de nog steeds noodzakelijke anderhalvemetermaatregel. Het blijkt al lastig genoeg voor studenten om die maatregel op te volgen buiten de campus, laten we dan tenminste op de campus het goede voorbeeld blijven geven. Dat betekent dat we nog even moeten leven met de ongemakkelijke situatie waarin samenwerken bij een werkcollege wel tot een erg afstandelijke activiteit is verworden. Ik zou niet weten hoe het kabinet kan bijdragen aan een oplossing hiervoor zolang die wens van tenminste anderhalve meter afstand nog geldt. Dus, meer onderwijs op de campus, graag, maar nu nog even niet."


Masterstudent Youth Studies Leonie Schiphorst: NEE / JA
‘Gaat fysieke gezondheid boven mentale gezondheid?’

“We willen allemaal meer fysiek onderwijs maar moeten ons afvragen in hoeverre dit verstandig is nu het aantal besmettingen onder studenten stijgt. Docent en student moeten zich beiden veilig genoeg voelen en het fysieke onderwijs aandurven. Voor studenten die het niet aandurven, en uiteraard voor studenten met klachten die kunnen duiden op COVID-19, zal alsnog een livestream aanwezig moeten zijn.

“Daarnaast moet het ook haalbaar zijn om nog meer fysiek onderwijs te realiseren waarbij de anderhalvemeterregel in acht wordt genomen. In dezelfde ruimte kun je nu minder studenten herbergen, met als gevolg dat er te weinig docenten zijn om alle werkgroepen te kunnen geven. Tenzij docenten hun lessen meerdere keren gaan geven maar dat lijkt mij onwaarschijnlijk.

“Online onderwijs lijkt de enige oplossing, maar wel een met een keerzijde. Veertig procent van de studenten zei dat het thuis studeren ze niet goed afgaat. Contact met medestudenten is lastig en motivatieproblemen komen om de hoek kijken. Bovendien kan het onderwijs op afstand leiden tot psychische klachten zoals eenzaamheid, somberheid, piekeren en angstklachten. Een interessante kwestie want gaat fysieke gezondheid boven mentale gezondheid?”

 

Advertentie