Ook al vliegen zijn collega’s, Adriaan van der Loos treint naar het congres

Adriaan van der Loos met de trein naar Noorwegen

Jonge onderzoeker Adriaan van der Loos houdt zich in zijn werk op verschillende manieren bezig met het thema duurzaamheid. Op het moment doet hij een PhD bij het Copernicus Instituut (onderzoeksinstituut duurzaamheid) van de UU waar hij bezig is met een onderzoeksproject over windmolenparken op zee in de context van de energietransitie in Nederland en Noorwegen. Voor dit onderzoek werkt hij veel samen met onderzoekers uit het buitenland. Hoe combineert Van der Loos het reizen met het feit dat hij onderzoek doet binnen het thema duurzaamheid?

Je onderzoek richt zich in essentie op het tegengaan van verdere klimaatverandering. In hoeverre speelt duurzaamheid een rol in je eigen reisgedrag?
“Voor mijn werk reis ik binnen Europa vrijwel altijd met de trein. Ik probeer net iets vaker de trein te nemen dan gebruikelijk is voor de meeste mensen. Zo reis ik bijvoorbeeld vaak met de trein naar Oslo en Lissabon. De reis naar Oslo duurt 36 uur met een overnachting in Kopenhagen. Naar Lissabon is het ongeveer 24 uur met een nachttrein. Ook naar bestemmingen als Zwitserland, Slowakije, Slovenië reis ik met de trein of bus. Ik denk dat ik 99 procent van mijn werkreizen met de trein of bus doe. Wel ben ik een of twee keer met het vliegtuig teruggereisd vanuit Oslo. Privé vlieg ik soms nog. Ik kom uit Canada, mijn familie bezoeken kan dus niet met de trein. Als ik op vakantie ga in Europa neem ik echter altijd de trein of bus. Kost dit me wat meer tijd, of geld, dan vind ik dat geen probleem.”

Nooit op vakantie met het vliegtuig. Mis je het niet?
“Niet echt. Ik sluit niet uit dat ik ooit naar Zuid-Amerika of Zuidoost-Azië vlieg. Ik zou echter nooit voor een vakantie van twee weken naar de andere kant van de wereld vliegen. Als ik een lange reis wil maken naar een ander continent dan moet dit een reis zijn van minimaal een paar maanden. Ik maak altijd de afweging: Is vliegen echt nodig? Of kan het ook anders?”

In hoeverre word je hierin beïnvloed door de aandacht voor de schadelijke effecten van vliegen in de media?
“Ik denk dat ik zo’n acht jaar geleden wat bewuster ben gaan nadenken over mijn eigen vlieggedrag. Ik ben niet ineens gestopt met vliegen. Het was eerder een geleidelijk proces. Vliegschaamte is een relatief nieuw onderwerp in de media, maar klimaatverandering is natuurlijk geen nieuw fenomeen! Gelet op de hoeveelheid CO2-uitstoot dat vliegen veroorzaakt, vond ik het ook acht jaar geleden niet meer dan logisch om mezelf af te vragen of een vliegreis wel noodzakelijk is. Het blijkt vandaag de dag echter nog steeds nodig om de vliegschaamte bij iedereen wat meer aan te wakkeren. Zo vliegen zelfs collega’s die werken bij dit duurzaamheidsinstituut nog weleens naar Londen of naar andere steden die heel goed bereikbaar zijn met de trein.”

Heeft het zin om zelf 36 uur in de trein te zitten als sommige collega’s gewoon een vliegticket naar Londen boeken?
“Ik denk dat het zeker zin heeft om het goede voorbeeld te geven en te laten zien wat er mogelijk is op het gebied van treinreizen. Als je het zelf wat extremer aanpakt en ook lange treinreizen maakt, dan relativeert dit voor andere mensen wat zij zelf kunnen doen. Laat je bijvoorbeeld zien dat je ook met de trein naar Oslo of Lissabon kan, dan maakt dit anderen wellicht bereidwilliger om hun vliegreis van vier uur in te ruilen voor een treinreis van zes uur.”

Wat vind je ervan als je vrienden met het vliegtuig op vakantie gaan? Kijk je hier anders naar omdat zij niet bij een duurzaamheidsinstituut werken?
“Niet echt. Dit leidt immers tot dezelfde CO2-uitstoot. De CO2-uitstoot blijft immers hetzelfde. Het is niet dat ik vind dat mensen nooit meer moeten vliegen. Wel vind ik het erg als mensen zomaar het vliegtuig nemen, zonder eerst te overwegen of dit wel nodig is. Wil je per se naar een bepaalde stad of zijn er ook andere opties? Heb je gekeken naar de trein- en busverbindingen of heb je alleen op een vergelijkingssite gezocht naar een goedkoop vliegticket? Het is, denk ik, goed om hier even over na te denken.”

Ben je meer tijd en/of geld kwijt wanneer je voor werk met de trein reist?
“Als medewerker kan je je reiskosten declareren. De UU is bereid om je treinreis te vergoeden, ook als deze duurder is. Of treinreizen meer tijd kost? Niet altijd! Dit is alleen het geval bij de verre reizen. Ga ik bijvoorbeeld naar Zwitserland, dan reis ik in zeven uur van Utrecht Centraal naar Bazel via Duitsland. Dat duurt iets langer dan met het vliegtuig. Maar dan moet je ook nog naar het vliegveld reizen, inchecken, uitchecken en vervolgens nog naar het centrum van de stad. Onderaan de streep valt het verschil in reistijd hierdoor vaak wel mee.

“Bovendien kan ik in de trein gewoon werken - iets wat ik minder snel zou doen in het vliegtuig. Als ik op zaterdag moet reizen, werk ik die dag in de trein en neem ik een doordeweekse dag vrij. Ik moet een bepaald aantal uren in de week maken en het is geen probleem om flexibel te werken. Dit is geen officiële regel op de universiteit, maar mijn leidinggevende vindt het prima.”

Heb je weleens besloten om een lange reis niet te maken, maar in plaats hiervan bijvoorbeeld Skype te gebruiken?
“Skype of andere audiovisuele middelen zijn vaak zeker een optie. Mijn eerste stap is altijd om te bedenken of ik de reis überhaupt moet maken. Vaak is de conclusie dat een Skype-meeting beter is. Ik werk bijvoorbeeld veel samen met de universiteit van Oslo voor mijn onderzoeksproject en ik zou hiervoor eens per maand naar Oslo kunnen gaan. Maar dat doe ik niet. Skype werkt prima en is bovendien sneller en makkelijker. Verder ga ik alleen naar de belangrijkste conferenties. Ik reis hierdoor nu maar drie à vier keer per jaar voor werk. Soms is persoonlijk contact met mensen ook belangrijk, maar dit is lang niet altijd nodig.”


Ook de UU wil het reizen per vliegtuig terugdringen, onder meer door investering in audiovisuele middelen en trein reizen te stimuleren. In 2030 wil de UU CO2-neutraal zijn en het aantal vluchten ten opzichte van 2019 tot de helft teruggebracht hebben. Als onderzoeker heb je je beziggehouden met milieubeleid. Wat vind je van deze aanpak?
“Ik vind dit beleid van de UU een goede eerste stap. Misschien is het te moeilijk om medewerkers ineens te verbieden om voor werk vliegreizen te maken binnen Europa. Ik snap wel dat iedereen eraan moet wennen om niet automatisch het vliegtuig te pakken, maar om eerst over alternatieven te denken. De UU biedt medewerkers een reiskostenvergoeding en hulpmiddelen als de treinzonekaart om gemakkelijk een keuze te maken. De UU biedt nu een goede wortel (beloning voor gewenst gedrag) maar we hebben ook een stok nodig (ontmoediging van ongewenst gedrag) als we als universiteit onze doelen willen behalen.

De CO₂-uitstoot van vliegreizen is echter zo’n 15 procent van de voetafdruk van de UU. Dit is een substantieel aandeel. 2030 is al over tien jaar en met dit beleid halen we het niet om dan CO₂-neutraal te zijn.

Welke maatregelen zijn volgens jou nog meer nodig?
“We zouden het onderbouwen van de keuze voor een vliegreis binnen Europa verplicht kunnen stellen voor medewerkers die hun reis willen declareren. Hier valt veel winst te behalen, zeker omdat veel vluchten niet nodig zijn, of omdat er alternatieve reisopties bestaan. Om het aantal vluchten te reduceren zou de UU vliegreizen binnen Europa alleen nog moeten toestaan als alternatieven te ingewikkeld zijn of te veel tijd kosten.

Binnen het Copernicus Instituut denken we erover om een dergelijke regeling te treffen. Als duurzaam instituut zouden we iets verder moeten gaan en het voorbeeld moeten stellen in plaats van alleen de regels van de universiteit te volgen. Het huidige klimaatbeleid van de UU mag dan een goede eerste stap zijn, maar we moeten verder durven gaan. We hebben immers te maken met een klimaatcrisis.”

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Green Office Universiteit Utrecht

 

Advertentie