‘Het is de frustrerende realiteit dat acceptatie van LHBTIQ+’ers in kleine stapjes gaat’

Studenten Willem Vos (UU) en Rachèl Verhoeven (HU) op het regenboogfietspad, foto Kees Rutten.

Rachèl Verhoeven (22) studeert Pedagogiek aan de Hogeschool Utrecht en vaart mee op de boot. Vanuit de Gender Sexuality Alliance (GSA) hielp ze mee met het organiseren van de catering en de afterparty. Willem Vos (23) studeert Kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht en moedigt de opvarenden van de boot aan vanaf de kant. Als studentlid van het Equality, Diversity & Inclusion (EDI) programma had die recht op een plek op de boot, maar Willem stond de plek af aan een andere student. “Ik heb een actieve functie binnen de uni, maar veel studenten weten niet wat wij als UU doen voor LHBTIQ+’ers. Ik hoop zo dat een nieuw iemand ons leert kennen.”

Volgens Willem voelen studenten zich soms niet goed gerepresenteerd door de universiteit. “Of ze zien niet wat zij doet”, vertelt Willem. Hoewel de sfeer op de UU open en accepterend is, voelen studenten – die net als Willem non-binair zijn – zich in sommige situatie “onwelkom of onveilig”. Zo moeten studenten bij de universiteit geregistreerd staan als ‘man’ of ‘vrouw’, geeft die als voorbeeld van een lastige situatie. Al is de universiteit volgens Willem “heel serieus” aan het onderzoeken hoe de sekseregistratie te verbeteren is en wil zij dit “gelijk” en “zo goed mogelijk” aanpassen in haar systemen.

‘Hier zijn we’
De Utrechtse Canal Pride is de jaarlijkse botenparade die als doel heeft om de zichtbaarheid en de acceptatie van LHBTIQ+’ers, waaronder lesbiennes, homoseksuelen, queers, transgenders en non-binaire personen, te vergroten. Ook de studenten willen met hun deelname zichtbaarder worden bij hun onderwijsinstellingen als LHBTIQ+-community, want dat kan beter.

“Bijna geen enkele student weet dat mijn functie bestaat, of weet mij te vinden”, vertelt Willem, wijzend op diens rol als studentenlid bij het EDI. Ook het EDI als organisatie is voor veel studenten onbekend. “Op Coming Out-day verscheen er op de EDI-site, op Instagram en de Twitterpagina van de UU een interview met mij”, vertelt Willem. Het bereik van het verhaal was klein: er “kwam weinig reactie op”. Naast dat de Pride de zichtbaarheid van de gemeenschap bij UU’ers moet vergroten, stelt Willem dat er meer moet gebeuren. “We willen ook het signaal afgeven aan het College van Bestuur: ga ermee aan de slag.”

Ook HU-studenten weten de GSA slecht te vinden, weet Rachèl uit ervaring. Via een vriendin, die zelf actief lid is, kwam Rachèl toevallig na drie jaar studeren achter het bestaan ervan. Zelf had ze er niet naar gezocht. “De GSA is een plek waar je kunt zijn wie je bent”, vertelt Rachèl. De studenten zien elkaar tijdens bijeenkomsten van de GSA en delen ervaringen, vertellen waar ze tegenaan lopen en geven elkaar advies: “Hebben anderen dat ook en hoe lossen zij dat op?”

EDI versus GSA
Rachèl: “Als groep sta je sterker en kan je meer bereiken.” Bij de GSA zitten 17 HU’ers, bestaande uit een mix van studenten en medewerkers. Met dagen zoals Coming Out-day, Paarse Vrijdag of een event als Canal Pride hoopt Rachèl dat meer studenten de GSA weten te vinden. “Studenten zijn vooral bezig met dingen die voor hun studie nodig zijn”, vertelt ze. “Via studentenverenigingen, studieverenigingen of zo’n event als de Pride kunnen we ze beter bereiken.”

Het EDI-programma van de UU is formeler: met een stuurgroep – bestaande uit studenten en medewekers – vergaderingen, nota’s en een adviserende rol aan het College van Bestuur. “Er wordt heel serieus naar ons geluisterd”, vertelt Willem. “Maar de universiteit is zo’n logge machine met veel medewerkers en studenten, waardoor verandering langzaam gaat.”

Langzaam proces
Dat is wel eens frusterend, geeft Willem toe. “Sinds twee jaar zit ik bij het EDI, maar ik vraag mij af hoeveel ik voor elkaar heb gekregen. Wat is er nou écht veranderd? Niet veel. Het zijn elke keer kleine stapjes. Dat is helaas de realiteit van een grote organisatie. Mijn grootste overwinning is dat Paarse Vrijdag naar de universiteit is gekomen.” Op die dag, ieder jaar op de tweede vrijdag van december, dragen studenten de kleur paars om solidariteit te tonen met LHBTIQ+’ers. Rachel vertelt: “Al zijn de kleine veranderingen niet goed te peilen. Je krijgt het niet altijd mee als mensen meer of anders over het onderwerp seksualiteit en inclusie zijn gaan denken.”

Onder het overkoepelende EDI valt ook het UURainbow-Netwerk. “De verschillende – en sterk gescheiden – faculteiten maken het moeilijk om als overkoepelende organisatie studenten te bereiken”, vertelt Willem. Hierdoor zitten bij het UURainbow-Netwerk voornamelijk docenten. Bij de HU is volgens Rachèl meer onderlinge verbondenheid, waardoor het gemakkelijker is om de GSA te promoten. “Maar ook voor ons blijft het een uitdaging.”

Kwetsbaar
Zowel Willem als Rachèl voelen zich op hun gemak bij hun onderwijsinstelling. Al was het voor Willem wel even zoeken hoe open de universiteit was. Bij de progressieve, ruimdenkende faculteit Geesteswetenschappen waar een maatschappijkritische wind waait, voelde die al snel de vrijheid om zichzelf te kunnen zijn. “Nu studeer ik voor de minor Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan een andere faculteit, waar voor mijn gevoel een andere sfeer heerst”, vertelt Willem. “Waarschijnlijk is iedereen uiteindelijk hartstikke accepterend, maar ik voel mij als non-binair persoon sneller kwetsbaar. Elke keer maak ik de afweging: vertel ik het wel, of niet. Het is een soort risicocalculatie uit zelfbescherming.”

Hoewel Willem zich binnen de universiteit geaccepteerd voelt, is het daarbuiten alles behalve vanzelfsprekend. “Ik kies er bewust voor om er mannelijker uit te zien, voor mijn veiligheid. Al ging ik naar het gala van mijn hockeyvereniging in een jurk met hoge hakken en sieraden om." Dat ging goed en er waren ‘maar’ twee incidenten. Zo kwam een groep niet-leden verhaal halen, “want het moest toch ‘een grap’ zijn”. “Ook heb ik aan twee teamgenoten gevraagd of ze met mij naar huis konden fietsen, omdat ik het doodeng vond om zo over straat te gaan.”

Pronouns
“Voor mij is het makkelijker”, vertelt Rachèl. “Ik ben een biseksuele cisvrouw.” Zij voelt bij haar studie Pedagogiek de ruimte om zichzelf te zijn, maar ook bij de HU zijn er verschillen in hoe open de sfeer is. “Hoewel de meeste docenten begripvol zijn, hoor ik ook verhalen van studenten die meerdere keren hebben aangegeven: ik ben non-binair, dit zijn mijn pronouns, maar soms is het voor docenten moeilijk om daar goed rekening mee te houden.”

Ondanks alle serieuze kanten die Rachèl en Willem aankaarten bij hun onderwijsinstelling, willen ze vooral dat de Canal Pride een feestelijk moment is. De boottocht is georganiseerd door en voor docenten en studenten die zich vrijwillig voor de LHBTIQ+-community inzetten. “Die willen we bedanken en in het zonnetje zetten”, vertelt Willem. Op de HU-UU-boot komen veel enthousiaste reacties: meer dan dat er plek is op de boot. “Vriendinnen die niet eens aan de HU studeren, appten mij dat ze meewillen”, vertelt Rachèl. Er kunnen maar tachtig mensen gratis op de boot meevaren. “Ik moest ze teleurstellen, helaas.”

Dit artikel is samen geschreven met Trajectum, het nieuwsblad van de Hogeschool Utrecht. 

Advertentie