Heimwee in het eerste jaar

Veel eerstejaars worstelen met gevoelens van heimwee. Psychologiestudent Dorien Bakker geeft enkele tips hoe je daar mee om kunt gaan.

Een ziekelijk verlangen naar huis. dat is de definitie van heimwee. Je kunt die gevoelens veel, soms of helemaal niet hebben. De eerste weken op kamers in Utrecht had ik er vrijwel geen last van, maar langzaam neemt mijn heimwee steeds meer toe.

Het is te bizar voor woorden. Afgelopen augustus kon ik niet wachten op mijn eigen plekje hier en nu kan ik elke woensdagavond eigenlijk al heel erg verlangen naar mijn thuisthuis in Dronten. Voor iedereen die Dronten kent, zal dit onbegrijpelijk zijn. Het is dan ook niet dat ik Dronten mis, maar gewoon het 'thuis' zijn.

Het is niet dat ik het vervelend vind om mijn eigen was te draaien, boodschappen te doen of te koken. Thuisthuis deed ik dit eigenlijk ook altijd. Het is heel lastig uit te leggen en tegelijkertijd heel simpel. Ik mis gewoon de gezelligheid van thuis, dat bijvoorbeeld de houtkachel elke avond aan staat. Tsja, mijn verwarming is er echt niets bij. Daarbij heb ik thuis een schat van een broer die onwijs goed gitaar speelt. Het zijn gewoon die kleine dingetjes die thuis thuis maken, en die kleine dingen zitten niet bij de huurprijs van je kamer in.

Maar ik zou Do niet zijn als ik hier geen oplossing voor zou bedenken. Na wat googlen kwam ik er achter dat ik (gelukkig) niet de enige student ben die moet wennen aan de nieuwe plek. Daarom leek het mij goed om mijn ervaring, maar ook de tips om je heimweegevoel minder te maken met jullie te delen.

Als psychologe in de dop kan ik het niet laten om met deze tip te starten: praat er met iemand over! Dat klinkt zweverig, maar het kan helpen om je gevoel een plekje te geven. Zoek een leuke medestudent op, iemand van je sport of studentenvereniging, huil als het nodig is uit bij je vriendje of vriendinnetje, bij een van je ouder of je broer.

Daarnaast merk ik dat je thuisthuis niet mooier moet maken dan het is: natuurlijk is het heerlijk als je broertje gitaar speelt, de kachel brandt en het gezellig is thuis, maar er zijn ook momenten dat het niet allemaal van een leien dakje gaat: je zus die de badkamer een uur bezet houdt, de schoonmaakster die om 9 uur ’s ochtends start met stofzuigen.

Niet alles is perfect, blijf reëel! Probeer je thuisthuis te zien als een fijne plek om te komen, maar geniet ook van de vrijheid die je op je kamer hebt. Probeer langzaam maar zeker in Utrecht je leven op te bouwen, zodat je het hier lekker druk hebt. Het is dan leuk om weer naar thuisthuis te gaan, maar het wordt dan vanzelf weer een gewoonte (en stiekem ook heel lekker) om na een weekend weer terug te gaan naar je leventje hier.

Bedenk daarnaast welke dingen je thuisthuis heel fijn vindt en probeer mogelijkheden te zoeken om deze fijne kleine dingetjes op je kamertje ook te realiseren. Ik zit er op het moment over te denken om van die kersenpittensloffen te kopen, om het ‘warme-kachel-gevoel’ te realiseren (quasi wanhopig, ik weet het). Het creëren van je eigen plekje lukt niet in één week of één maand, dit heeft tijd nodig. Met heimwee is dit hetzelfde: geef het wat tijd en vanzelf waait het over, zeggen ze. We gaan het beleven de komende tijd.
 

Advertentie