Hoe ik DebateCo beroofde van hun borrelnootjes

Lotte Schuengel is dit jaar begonnen met het University College Utrecht. Voor DUB zal ze columns schrijven over haar ervaringen als eerstejaars. Deze keer: de kennismaking met DebateCo.

Het was een van de eerste avonden van mijn verblijf op UCU. Een week geleden ongeveer, toen het buiten nog warm was. We zaten sla te eten in Dining Hall toen een vriend van me op zijn horloge keek. “Zometeen moet ik ergens heen.”

“Waarheen?”

“DebateCo heeft een bijeenkomst.”

Leek me niks. Debatteren is een hobby uit een duister middelbare school-verleden waar ik niet graag aan terugdenk. Toen dacht ik nog dat het niet uitmaakte welk standpunt je innam in een discussie, zolang je maar met de juiste retorische technieken de jury en het publiek wist te overtuigen. Dan had je zo goed als gelijk en kon jouw mening verheven worden tot de waarheid. Inmiddels ben ik naïever geworden. Wat is de waarde van pure retoriek als je geen eigen idealen hebt?

“Maar er is gratis eten.”

Meteen sprong ik op. “Ik kom ook.”

Even later volgde ik die vriend naar een kil lokaal waar een stuk of twaalf mensen verspreid had plaatsgenomen aan achtentwintig in U-formatie opgestelde tafeltjes. Een ielig en ongemakkelijk ogend ventje had de PowerPoint al klaarstaan en wachtte tot de laatste druppels het lokaal binnenstroomden. In een hoek lonkte een tafel bedekt met zakken borrelnootjes, chips, koekjes en flessen ice tea. Iedereen zat helaas al in doodse stilte te wachten, dus leek dit me geen geschikt moment om me als een uitgehongerde koe tegoed te doen aan de luidruchtige snacks die daar lagen uitgestald. Heel even wachten dan.

Het mannetje schraapte zijn keel, introduceerde zichzelf en het comité en ik realiseerde me dat ik een enorme fout had gemaakt. De ene na de andere dia kwam voorbij over debatstrategieën, retorische vaardigheden, de structuur van een debat, de indeling van het Britse parlement, wedstrijden in Nederland, wedstrijden in het buitenland. Toen gingen mensen ook nog eens vragen stellen, alsof het allemaal niet lang genoeg duurde. In mijn ooghoek staarde de zak borrelnootjes recht in mijn ziel.

Verrassend genoeg was iedereen in het lokaal net zo enthousiast over debatteren als ik, want toen de ongemakkelijke man vroeg of er acht kandidaten waren die een rondje wilde debatteren, staken in totaal twee mensen hun hand op. De teleurgestelde blik op zijn gezicht was zo schrijnend dat ik bijna overwoog erover te denken om me wellicht heel misschien aan te bieden.

Iemand anders uit het bestuur zou voor de overige mensen ‘debatspelletjes’ organiseren. Dat was een dusdanig succes, dat bijna iedereen het lokaal spontaan verliet. Onopgemerkt baande ik me een weg langs het naar buiten wandelende volk, steeds dichter naar het gratis eten toe. De zilte geur van een opengemaakte zak chips vloeide mijn neusgaten in. Ik strekte mijn hand uit en eindelijk stond ik oog in oog met de zak borrelnootjes waar ik het afgelopen uur van had gedroomd.

Terwijl niemand keek gooide ik de halve zak in een plastic bekertje en rende de deur uit net voor het ongemakkelijke kereltje hem dichtdeed. Buiten ging ik in het gras onder een boom zitten, mijn bakje nootjes naast me, schoenen uit. Nog nooit smaakte overwinning zo lekker.

En terwijl ik daar zat in de schemering, kreeg ik een stukje proza toegediend van iemand die ik niet ken.

“Now THAT looks peaceful. Sitting under a tree, doing nothing. I wish I could do that, but I’ve got things to do. Have fun.”

Hij was alweer weg voor ik iets kon zeggen, maar zijn woorden bleven hangen. Hij gunde mij mijn rust en vrijheid. Dat is het sentiment dat hier heerst op UCU: anderen iets gunnen, jezelf iets gunnen en accepteren wat je wel en niet gegund wordt.

Advertentie