Studenten verwarren tentamenstress met ziekte

Je ziek melden om een tentamen te mogen inhalen, het is Bald de Vries een doorn in het oog. Een mogelijke oplossing is om de inhaalregeling aan te passen.

Zijn regels er om te worden nageleefd of om ze naar je hand te zetten? Het lijkt een fundamentele vraag die geschikt is voor een tentamen rechtsfilosofie. Het is voor mij thans een vraag die speelt in het kader van de inhaal- en reparatieregeling. Jaap Bos berichtte er al eerder over op DUB. Met gemengde gevoelens nam hij nota van de afmeldingen van studenten ‘wegens ziekte’ voor een tentamen: 15 procent van de 300 studenten maakte gebruik van het ‘recht op misbruik’ zoals hij dat mooi omschreef. Ook ik werd er mee geconfronteerd als coördinator van een derdejaars vak. Het is om moedeloos van te worden. Wat hem, en ook mij, op de been houdt is het geloof in de gemotiveerde, actieve en betrokken student.

Maar toch…

De inhaalregeling is duidelijk omschreven in de OER. Studenten komen in aanmerking voor een inhaaltoets, indien zij door overmacht niet hebben kunnen deelnemen aan de oorspronkelijke toets. Overmacht ontstaat door een situatie waarover de student zelf geen controle heeft en hem of haar niet in staat stelt het tentamen te maken.

Ziekte vormt, zo lijkt het, de voornaamste overmachtssituatie. Maar wanneer is een student ziek? Om een doktersattest wordt niet meer gevraagd. Het enkel afmelden wegens ziekte is voldoende. Sommigen zijn ook echt ziek, en vaak is dat ook wel bekend, bijvoorbeeld bij de studieadviseur of tutor.

De regeling werkt op basis van vertrouwen. Maar veel studenten lijken ziekte te verwarren met zenuwen en tentamenstress. ‘Ik stond vanochtend op met buikpijn en braakneigingen en meld mij bij deze af voor de toets’. ‘Ik ben misselijk en heb hoofdpijn’. Etc. Het recht op misbruik bestaat uit het misbruik van vertrouwen.

En er is nog iets. Dat bleek ook uit een van de afmeldingen in het stuk van Jaap Bos: “Het klopt toch dat als ik mij ziek meld, ik aan de herkansing mag deelnemen…”. Het doet er niet toe dat je daadwerkelijk ziek bent. En daar heb ik een probleem mee. De herkansingsmogelijkheid wordt zo misbruikt en geeft die groep inhalers een oneerlijk voordeel: zij kunnen langer studeren voor het tentamen en hebben de mogelijkheid om ook nog eens naar de nabespreking van het oorspronkelijke tentamen te gaan en zich nóg beter voor te bereiden op het inhaaltentamen, zeker omdat het inhaaltentamen vaak dezelfde vorm heeft als het oorspronkelijke tentamen.

Er zijn drie opties.

1. Toegeven aan de roep van studenten om tentamens te mogen inhalen, ongeacht de reden. Het geeft elke student de mogelijkheid zich beter voor te bereiden. Naar mijn idee zou dit te veel afbreuk doen aan het didactische model van intensief en activerend onderwijs en het verhoogt tevens de nakijklast.

2. Tentamens afschaffen en inzetten op formatief toetsen. Alhoewel ik vind dat meer ingezet mag worden op formatief toetsen, heeft een tentamen ook een eigen waarde zolang tentamens om de juiste (didactische) redenen worden voorgeschreven.

3. De regeling aanpassen aan de regeling zoals die voor de reparatie geldt.

De reparatieregeling stelt studenten in staat een onvoldoende te repareren indien die onvoldoende niet lager is dan een 4.0 en wanneer de student voldaan heeft aan de aanwezigheidsplicht. (Deze plicht houdt bijvoorbeeld in dat studenten niet méér dan twee (van de acht) werkgroepbijeenkomsten mogen missen.) Deze aanwezigheidsplicht zouden we ook als voorwaarde kunnen stellen voor de inhaalmogelijkheid. Dat zou recht doen aan de gemotiveerde, actieve en betrokken student.

Het maakt de aanwezigheid bij onderwijs misschien wat meer vanzelfsprekend.

Advertentie