’Ik kijk nog steeds naar het nieuws met een woordenboek op schoot’

Dirk Wanrooij

Waarom kozen jullie voor een studie Arabisch?

Nazha: “Dat vragen veel mensen aan mij. Ik heb een Marokkaanse achtergrond en velen denken dat ik het Arabisch dus beheers. Ik beheers het Marokkaans maar ik wil ook het Fusha goed leren, vandaar dat ik Arabisch ben gaan studeren. Daarbij vind ik het Arabisch een mooie en krachtige taal.”

Mireille: “Ik ben al jaren laboratoriumanalist bij Celbiologie aan de UU en door mijn interesse in de Arabische cultuur heb ik veel gereisd in het Midden-Oosten. Wetenschappelijk onderzoek is leuk, maar er is zo veel meer in de wereld. Daarom besloot ik mijn wens om Arabisch te leren in daden om te zetten.”

Spreken jullie het Arabisch nu vloeiend?

Nazha: “Ja, ik sprak het Marokkaanse dialect al goed. Nu heb ik ook het Egyptische dialect te pakken, en dat is erg handig. De officiële schrijftaal blijft nog wel erg moeilijk.”

Mireille: “Het Arabisch is zó ingewikkeld en wijkt volledig af van alles wat wij kennen. Ik heb hier ontzettend veel geleerd, maar ik kijk nog steeds naar het nieuws met een woordenboek op schoot. Om de taal vloeiend te leren spreken, moet je echt langer in een Arabisch sprekend land wonen.”

Waarom hebben jullie voor Cairo gekozen en is het jullie bevallen?

Nazha: “Het klinkt misschien raar, maar ik ben bijna té positief! Ik koos voor Cairo omdat ik het Egyptische dialect wilde leren. Ik moest mijn keuze overdreven vaak verdedigen. Egypte zou te vies zijn, te lawaaierig, en de mannen zouden hun handen niet thuis kunnen houden. Al deze dingen heb ik nauwelijks zo ervaren. De stad is vies en lawaaierig, maar er zijn genoeg rustige plekjes te vinden. Bovendien zijn de mensen enorm vriendelijk.”

Mireille: “Ik was al eerder in Egypte geweest, maar als je ergens langere tijd woont, is het toch even anders. Het was een geweldige ervaring.”

Hoe was het om daar te wonen?”

Nazha: “Ik woonde op een eiland in de Nijl met relatief veel bomen en schone lucht. Hier wonen rijkere Egyptenaren en buitenlandse diplomaten. Verder zitten er verschillende ambassades en het instituut waar wij lessen volgden. De mensen daar waren dus wel gewend aan het zien van buitenlanders. Door mijn hoofddoek en mijn oosterse uiterlijk dachten mensen bovendien dat ik Egyptische was. Ik hoefde bijvoorbeeld tijdens het boodschappen doen niet te vechten voor de juiste prijs.”

Mireille: “Het land verkeert in een zorgwekkende staat, maar als toerist merk je daar niet veel van. De verpaupering van de stad is natuurlijk overduidelijk, en milieuproblemen zijn ook moeilijk te verbergen. Zelfs de openlijke corruptie van overheidsfunctionarissen en politie is redelijk zichtbaar. Het onderwijs van de staatsscholen, dat gratis is, is van een dramatisch niveau, en de politiek en armoede zorgen er voor dat de samenleving zich steeds veder terugtrekt in de religie.”

Konden jullie een beetje integreren? Lokaal eten, lokale vrienden?

Nazha: “Het enige lokale gerecht dat ik hier een keer heb gegeten, is kushary. Dat vond ik wel wat hebben. Het is een mix van rijst, macaroni, kikkererwten, vermicelli, gebakken uitjes, tomatensaus en citroensap. Voor een goede portie betaal je ongeveer 50 cent. Daarnaast kookte ik gewoon mijn eigen potjes thuis.”

Mireille: “In Nederland denken veel mensen dat ik me wil bekeren tot de islam omdat ik Arabisch studeer. Hier in Egypte grijpen mensen nogal eens de mogelijkheid aan om mij te overtuigen van de islam. Dat gebeurt wel altijd op een vriendelijke manier. De Egyptenaren zijn vrolijk, vriendelijk en behulpzaam. Het is wel een mannenmaatschappij. Je moet als vrouw wel een beetje terughoudend zijn, want een handdruk of iets te lange blik kan verkeerd worden geïnterpreteerd. Verder is het moeilijk om met lokale vrouwen in contact te komen. Egyptische vriendinnen heb ik dus niet overgehouden aan de afgelopen maanden. We waren ook gewoon heel erg druk met onze studie.”

Tijdens jullie verblijf ontplofte er op 22 februari een bom in Cairo. Iets van gemerkt?

Nazha: “Ik sloeg de waarschuwingen van vrienden en familie altijd in de wind. Ik dacht: ‘in een stad met 22 miljoen mensen zal mij niet zo heel snel iets overkomen. Zo is het natuurlijk ook. Die bom was, zelfs in Cairo, ver van mijn bed. Ik maakte me meer zorgen over de zorgen van mijn familie.”

Mireille: “Ik hoorde het van een tante uit Nederland. Toch ben ik er wel van geschrokken. Na die aanslag besefte ik pas hoe dichtbij de oorlog in Gaza eigenlijk is. De bom ontplofte in mijn favoriete stukje Cairo. Zowel vóór als ná de explosie ben ik daar veel geweest. Om daarna op dezelfde plek een kopje koffie te drinken, was wel een beetje surreëel.

Nog een vakantietip?

Mireille: “Het zuiden van Egypte is fantastisch! Schone luchten, vriendelijke mensen, een onvoorstelbare geschiedenis en groen! In de zomer is het er wel afgrijselijk heet.

KADER 1

Marike in Marokko

Dirk sprak een andere student Arabisch over de telefoon. Marike Minnema (25) koos voor het Marokkaanse Rabat.

“Taal brengt een waardevolle verdieping. Mijn interesse in de culturele, politieke en historische kant van de Arabische wereld maakte dat ik ook geïnteresseerd raakte in de taal en dus Arabisch wilde studeren.

“Maar het is een moeilijke taal. Soms lijkt het onbegonnen werk, daardoor is de voldoening als je een geleerd woord herkent, groot. Het voelt zelfs fantastisch wanneer ik een gesprek of tekst begrijp!

“Ik koos voor Marokko omdat ik van tevoren veel goede dingen over het land had gehoord van vrienden en kennissen. Daarnaast ben ik een natuurmens, en dan valt Cairo al snel af. Maar zelfs in Rabat was de natuur ver weg. Ik stond soms aan uien te snuiven om de natuur te kunnen ruiken. Daarnaast ben ik geïnteresseerd in de mengeling tussen Arabische en Europese cultuur zoals in Marokko. Het land is ‘als een palmboom met de wortels in de Afrikaanse grond en de bladeren in de Europese wind’. Zo zei wijlen koning Hassan II het.

“Rabat is een mooie, levendige stad die tegelijkertijd niet te groot is. Je bent er zo uit. En aangezien Marokko ook niet zo heel groot is, is het makkelijk om tripjes naar de kust of naar de bergen te maken. Onder het genot van muntthee leerde ik nieuwe scheldwoorden en speelde ik in de sneeuw in de Marokkaanse hooglanden. Of ik ga voor een verse vismaaltijd eten aan zee. Heerlijk! Dat kan ik echt iedereen aanraden, het natuurschoon van Marokko.

“Ik woon in een schattig klein studiootje in Rabat. Het dagelijks leven bestaat bij mij ook voornamelijk uit studie. De eerste weken waren best eenzaam, maar na een tijdje maakte ik een aantal leuke Nederlandse en Marokkaanse vrienden. Qua eten moet ik toch echt Harsha noemen. Gebakken ronde koeken gemaakt van hele fijne couscous, roomboter en zout. Zalig! Je kan het met smeerkaas of honing eten voor ontbijt of lunch of als tussendoortje.

“Ik kan iedereen Marokko aanraden voor de vakantie. De omgangsvormen van de mensen alleen al zijn de moeite waard. Daarbij komt nog eens het schitterende afwisselende Marokkaanse landschap. Een rondreis duurt niet lang, en hoeft niet veel te kosten.”

KADER TWEE

Het Arabisch

Er is niet één Arabische spreektaal. Sterker nog, elk Arabisch land heeft haar eigen afwijkende dialect. Al deze dialecten hebben natuurlijk overeenkomsten, maar er zijn ook veel verschillen. Verschillen zitten in de uitspraak van letters, de klemtoon, maar ook in woordenschat en grammatica. Het dialect dat door de meeste Arabieren verstaan wordt, is het Egyptisch. Dit vanwege de culturele dominantie van het land. Egyptische muziek en films zijn populair in de gehele Arabische wereld. Vrijwel alle Arabieren kunnen een Egyptenaar verstaan. Andersom hoeft dat lang niet altijd zo te zijn. Ze kunnen echter wél altijd elkaars teksten lezen. De gehele Arabische wereld hanteert een geleerd lingua franca voor het schrift, fus’ha genaamd. Dit is een versimpeling van het klassieke Arabisch in de koran.

Wie Arabisch in Utrecht studeert, kan in het tweede semester van het tweede jaar praktijkervaring opdoen in het Marokkaanse Rabat of in de Egyptische hoofdstad Cairo. Studenten moeten vakken volgen aan een aan de universiteit verbonden taalinstituut.