'Al dat lekkere eten en klokkengebeier is voor mij'



"Ik was een vrolijk kind en vond mezelf heel bijzonder. Ikvoelde me een echt kerstkind, bevoorrecht, een zondagskind. Ikleefde in een magische wereld en ik heb ook lange tijd gedacht dateerste kerstdag er voor mij was. Dat denk ik nog steeds. Al datlekkere eten en dat gebeier van klokken is voor mij. Ik heb metkerstmis altijd een euforisch gevoel.

Ik trad graag op de voorgrond en had een rare eigenschap: Ikwilde overal opklimmen. Als ik een boom zag klom ik er direct in.Vallen deed ik weinig. Je staat heel stevig in je schoenen als jeje vanuit dat magische denken onkwetsbaar waant en als je veelklimt ontwikkel je je zintuigen.

"Ik ben in het Brabantse Geldrop geboren en vanaf mijn vijfdeheb ik in Haarlem gewoond. Ik kom uit een uitgesproken katholieknest met acht kinderen. Kinderen kwamen omdat de natuur dat aangaf.Mijn moeder moest een briefje van de biechtvader hebben toen zenaar de huisarts ging om te vragen hoe ze minder kinderen konkrijgen. Als mijn moeder ons vertelde: 'Er komt weer een kindje,vinden jullie dat leuk?', riepen we in koor: 'Heerlijk', maarondertussen dachten we ook: 'Weer dat gezeur en dat gepies'.

"Mijn ouders hadden allebei een streng katholieke achtergrond,maar wij werden in alle blijheid opgevoed. In huis hadden we eenMariabeeld en een stuk of wat kruisbeelden. Er werd veel gezongen.God was geen God om te straffen en om bang voor te zijn, maar waserg met muziek en geluk verweven. Er werd ook veel gebeden, zes,zeven rozenkranzen op een dag. Dat was wel eens vervelend. Omdat wehet niet zo breed hadden deed mijn vader alle lichten vroeg uit,behalve dat van het aquarium, en daar zaten wij dan op onzeknietjes voor te bidden en keken naar de vissen.

Mijn vader vond het allemaal wel zwaar. Die hield van lezen enzonderde zich graag af. Mijn moeder was veel dominanter in deopvoeding. Ze gaf ons veel ruimte. We hielden vroeger muizen enlieten kinderen uit de buurt een dubbeltje betalen om naar onsmuizencircus te komen kijken. Dan spanden we draden in de kamer enzetten muizentrappen neer en dat vond mijn moeder allemaal goed. Zewas kind met de kinderen.

"Ik vond het erg gezellig om in een groot gezin op te groeien,maar voormij was het misschien wel leuker dan voor de jongerekinderen. Ik was de tweede in de rij en kreeg veel aandacht. Ondermij was meer druk. Er was toch een zekere hiërarchie."

p\4 P