analyse

Patstelling over ICT lijkt onoplosbaar

Wie ondanks de al weken oplopende spanning over de ICT-reorganisatie verwacht had dat het college van bestuur en de universiteitsraad elkaar zoals gebruikelijk wel weer op de valreep zouden vinden, heeft afgelopen vrijdag ongelijk gekregen. In een even vriendelijke als gedecideerde brief deelde het college mee het reorganisatieplan ICT niet te zullen intrekken, iets waartoe de raad eerder die week met algemene stemmen had geadviseerd.

Het is niet de eerste keer sinds collegevoorzitter Van Rooy is aangetreden, dat college en raad lijnrecht tegenover elkaar staan. Nog in juni botsten de twee partijen over het faculteitsreglement, met name over de positie van de hoofden van departementen in de nieuwe universitaire bestuursstructuur. Toen - en ook al bij eerdere gelegenheden - lieten college en raad hun verschil van mening echter niet zover escaleren dat het tot een stemming kwam. De kwestie werd uitgesteld en in een goed gesprek in de zomer deden beide partijen zoveel water bij de wijn dat eind augustus een 'typisch Utrechts compromis' werd bereikt, zoals dit blad dat toen noemde.

De vraag is nu of een dergelijke oplossing ook in dit geval nog tot de mogelijkheden behoort. Op basis van de goede sfeer tijdens de vergaderingen en de vriendelijke toon in de onderlinge correspondentie zou je niet anders verwachten. Maar die vriendelijkheid kan niet verhullen dat er inmiddels sprake is van een vrij fundamenteel verschil van inzicht, waarbij collegelid Hans Amman niet alleen lijnrecht tegenover de Universiteitsraad is komen te staan, maar ook tegenover vrijwel alle bij de reorganisatie betrokken ICT'ers.

Gezien het feit dat eigenlijk iedereen de noodzaak van een reorganisatie onderschrijft, is het de vraag of het collegelid met een wat subtielere aanpak de nu ontstane patstelling niet had kunnen voorkomen, maar die vraag is voor het hier en nu niet relevant meer. De huidige werkelijkheid is dat de twee partijen principieel met elkaar van mening verschillen over de te volgen koers en dat inmiddels ook luid en duidelijk kenbaar hebben gemaakt. Waar Amman meerdere malen in het openbaar heeft gezegd vast te houden aan zijn keuze om eerst de personele reorganisatie af te ronden en daarna pas te willen praten over de technische inrichting van de toekomstige ICT-ondersteuning, heeft de U-raad zich al even duidelijk uitgesproken voor de omgekeerde route.

Door hun openlijke stellingname hebben beide partijen zich inmiddels zo vastgebeten in hun standpunt dat zij dat eigenlijk niet meer zonder gezichtsverlies kunnen verlaten. Een bemiddelaar, die uit deze patstelling nog een typisch Utrechtse uitweg weet te vinden, zal van goeden huize moeten komen.