Bezemklasjes: makkelijke tentamens en een hete adem in je nek

Bezemklasjes: makkelijke tentamens en een hete adem in jenek

Als een studie wordt opgeheven of drastischveranderd, heeft dat onherroepelijk gevolgen voor de studenten dietot de laatste lichting 'oude stijl' behoren. In een bezemklasjezitten heeft veel nadelen, maar ook voordelen. "Sommige docentenmaakten de hertentamens makkelijker omdat ze van je afwilden."

Normaal gesproken maakt het niet zoveel uit hoeveelste jaarsstudent je bent. Haal je het ene jaar een vak niet, dan probeer jehet gewoon een jaar later opnieuw. Voor studenten die in eenbezemklasje zitten, werkt dat anders. Maarten Corpeleijn is studentNatuurwetenschappen en Bedrijf & Bestuur, een studie die vanaf1998 is omgetoverd tot Natuurwetenschap & Innovatiemanagement.De communicatie over het stoppen van de opleiding is volgensCorpeleijn op z'n minst merkwaardig te noemen. "In maart 1998 werdons vrij plotseling meegedeeld dat de opleiding stopte en er werdgevraagd of we voort wilden maken. Wij kregen ook steeds brieventhuisgestuurd met daarin de boodschap dat we flink moestendoorstuderen omdat we zo 'lastig' waren. Terwijl wij gemiddeld eenhoger rendement hadden dan de jaren voor ons. Halverwege het derdejaar ontstond de lastige situatie dat we alle colleges voor hetlaatst konden volgen. Studenten hadden twee tactieken. Of jeprobeerde zoveel mogelijk onderwijs en colleges te volgen zodat jealle aantekeningen in ieder geval had en keek dan later wel wanneerje de tentamens haalde, of je haalde wat je halen kon en lietsommige vakken zitten en zag later wel wat ervan kwam. Gelukkigheeft niemand pfeiffer of een andere ziekte gekregen, want dat hadzeker grote problemen gegeven."

In een bezemklas zitten heeft vooral nadelen. Corpeleijn:"Plannen voor wereldreizen werden afgezegd. Besturen of commissiesdeed bijna niemand meer. Je moest nu eenmaal de vakken volgen dievoor het laatst werden gegeven. Ook vond ik het een nadeel dat hetnauwelijks zin had om feedback op het onderwijs te geven. Je kuntwel een fout in een dictaat doorgeven, maar daar wordt daarna tochniets meer mee gedaan. De motivatie van docenten die een vak voorhet laatst geven is vaak ook niet erg hoog."

Vakken halen werd wel veel makkelijker. "Sommige docentenmaakten de hertentamens makkelijker omdat ze van je af wilden,bijvoorbeeld door het oude tentamen nogmaals te geven. Op diemanier ben ik ongeveer vijf tentamens van erg saaie vakken voorsamen twintig studiepunten gemazzeld."

Voorgekauwd

Het komt vaker voor dat er inhoudelijk iets verandert en veelstudenten blijken daarmee al problemen te hebben. Je moet andereboeken aanschaffen, de nadruk ligt op andere stof en je krijgt eenandere tentamen. Behoorlijk ingrijpend is het dan ook als een heelcurriculum wordt omgegooid. Zo hebben alle betaopleidingen deswitch van een vier- naar een vijfjarige opleiding gemaakt en zijnandere opleidingen overgegaan op probleemgestuurd onderwijs.

Geneeskunde is zo'n opleiding waarbij het hele oude systeem isafgeschaft. Derdejaars Afke Terwisscha van Scheltinga: "De vakkenkomen niet eens overeen. Wij moesten gewoon nog stampen bij vakkenover weefsels of bloedvaten. Bij probleemgestuurd onderwijs gaan zedaarentegen uit van het hart en bespreken dan wat daar allemaal bijkomt kijken. Totaal niet vergelijkbaar, dus. In het nieuwecurriculum gaan studenten veel sneller de praktijk in. Eerstejaarshebben bijna meteen een week verpleegstage. Wij kregen alles gewoonvoorgekauwd."

De gevolgen van de invoering van probleemgestuud onderwijs warenvoor studenten geneeskunde aanzienlijk. Studenten die niet genoegpunten hadden gehaald, moesten helemaal opnieuw instromen in hetnieuwe curriculum. Dat betekende voor sommigen twee jaar helemaalopnieuw doen. Terwisscha van Scheltinga: "In die gevallen kun jenog zeggen dat het aan de studenten zelf ligt. Maar ook voor mensendie vanwege ziekte uitvielen was dit het gevolg. Zelf heb ik bijnaalles gehaald, maar ik kan eigenlijk niet een jaar ziek worden. Danzou ik ook nog helemaal opnieuw moeten beginnen."

Het grootste probleem van de herstructurering van de studie moetechter nog komen. "Wij gaan na vier jaar co-schappen lopen, maar denieuwe lichting krijgt in het derde jaar al twee co-schappen. Bijhen worden co-schappen en lessen afgewisseld. Omdat zij lessenmoeten volgen, moeten hun co-schappen op vaste tijden ingaan. Dewachttijden zullen niet alleen veel langer worden, maar ik ben bangdat wij moeten wijken voor de jongerejaars die vastzitten aanlesperioden. Behoorlijk zuur om daarom vertraging op te lopen.Bovendien is de kans groot dat wij onze co-schappen buiten het UMCmoeten lopen, omdat ze daar de nieuwe lichting willen hebben.Daarbij komt nog dat de co-schappen niet te vergelijken zijn. Zijzijn waarschijnlijk praktischer, maar hebben minder theoretischekennis. Op een informatiemiddag met de studieadviseur hebben we ditaan de orde gesteld, maar op bijna al onze vragen kregen we geenantwoord."

Uitzondering

Dat gebrek aan goede voorlichting over bezemklasjes is nietvoorbehouden aan geneeskunde. Het is bijna overal zo. Faculteitenzijn namelijk niet verplicht om aan nieuwe eerstejaars studentenmee te delen dat ze in een bezemklas terechtkomen. Vreemd, want hetheeft grote gevolgen. Volgens studieadviseur van Farmacie M.Thijssen valt het met de voorlichting en verwarring bij studentenwel mee. Bij Farmacie gaan ze per 1 september ook over opprobleemgestuurd onderwijs, maar voor de studenten die gewoon hetprogramma volgen zullen er volgens Thijssen niet zoveel problemenzijn. "Studenten hebben lang genoeg de tijd om tentamens in de oudestijl alsnog af te ronden."

Lastiger is het voor de studenten die er een jaar tussenuitgaan. Als zij terugkeren, is er een hoop veranderd. "Voor specialegevallen wordt er daarom een uitzondering gemaakt." Alleen voor deeerstejaars van dit jaar heeft het 'laatste lichting-zijn' echtconsequenties gehad. "Je moet een behoorlijke basis hebben om aande practica in het tweede jaar te kunnen beginnen. Vroeger moest jedaar 31 punten voor hebben. Of je die in je eerste of tweede jaarhad gehaald, maakte niet uit. Maar nu hebben we de richtlijngesteld dat eerstejaars aan het eind van het eerste jaar die 31studiepunten moeten hebben, zodat ze kunnen doorstromen. Als er nogmeer dan drie of vier vakken open staan, wordt het te moeilijk.Maar het levert niet echt grote problemen op, want voor dieeerstejaars voelt het niet anders. Zij hebben geenvergelijkingsmateriaal omdat ze de andere vorm niet hebbenmeegemaakt."

Christie Hofmeester


Bezemklasjes en bachelor-master

Hoe vervelend ook voor de betrokken studenten, de problemen rondbezemklasjes zijn redelijk te behappen en kleinschalig. Tenminste,als je het vergelijkt met de hoeveelheid bezemklasjes die zullenontstaan als eenmaal het bachelor-mastersysteem wordt ingevoerd.Veel studenten en ook studie-adviseurs zien dan pas echt groteverwarring ontstaan.

Student Maarten Corpeleijn: "Alle opleidingen gaan op de schopen dan krijg je overal bezemklasjes. Als elke opleiding dat zelfregelt ontstaat er grote rechtsongelijkheid tussen studenten vanverschillende opleidingen. Vooral bij kleine opleidingen met kleineklasjes kost het immers handenvol geld om iedereen herkansingen tegeven: er zal dus reden genoeg zijn om druk uit te oefenen oplangzame studenten om te stoppen met de studie. Ik vind daarom dater vanuit centraal niveau gestandaardiseerde regels moeten wordengemaakt voor elke opleiding: je moet de oude club studentenproduktgarantie geven en ze vooraf vertellen waar ze aan toe zijn:hoeveel herkansingen komen er nog? Is herhalingsonderwijs mogelijk?Dat is marketingtechnisch misschien niet zo handig, maar hetvoorkomt een hoop gezeur later."

Volgens K. Kammen van het Universitair Strategisch Programmawordt er alles aan gedaan om problemen met bezemklasjes tevoorkomen. Juist omdat het probleem bij de 'bama'-introductieuniversiteitsbreed speelt, is het volgens haar makkelijker er goedeafspraken over te maken. "We zijn er al een jaar over aan hetnadenken. Studenten hebben het recht om af te studeren in derichting waarvoor ze zich hebben ingeschreven. Hoe hetstudieprogramma eruit gaat zien is, en hoeveel herkansingen erkomen wordt bepaald door de faculteiten zelf, maar we proberenhierover zoveel mogelijk afspraken te maken zodat er geen al tegrote verschillen komen."