Cartograaf gelauwerd

Schilder, die nu formeel met pensioen gaat, kreeg in 1968 als promovendus aan de Universiteit van Wenen een studiebeurs van het Nederlandse Ministerie van Onderwijs om onderzoek te doen in Nederlandse archieven naar de geschiedenis van de ontdekking van Australië door Nederlanders.

Na de voltooiing van dat proefschrift in 1970 keerde hij terug naar Nederland als assisent van professor Cornelis Koeman, hoogleraar cartografie aan de Universiteit Utrecht. In 1981 kreeg hij een leerstoel historische cartografie, de enige ter wereld in dit vak.

In zijn negendelige levenswerk, de Monumenta Cartographia Neerlandica, heeft Schilder veel nieuw ontdekte kaarten geanalyseerd en gefacsimileerd. Behalve over de kaarten zelf publiceerde hij ook over de druktechnieken, over de kaartmakers, over kunsthistorische invloeden op kaartversieringen en over de ontdekkingsreizigers die de kaarten gebruikten.

In 1996 bestempelde het college van bestuur het onderzoek van Schilder als zogeheten ‘pareltje’. Daarmee wilde het college kleinschalig maar landelijk uniek onderzoek beschermen en deels financieren.

Op de studiedag in Amsterdam kreeg Schilder behalve de onderscheidingen nog een Liber Amicorum aangeboden met bijdragen van 54 auteurs uit 16 landen.

AH