Chemische industrie wil 'relevant' onderzoek

De VNCI-directeur wil dat overheid en industrie convenantenafsluiten over de koers van wetenschappelijk onderzoek. Die koersmoet bindend voorgeschreven worden. "Geen uitvluchten, gewoondoen", aldus Noordervliet. "Alleen mensen die zich houden aan deafspraken krijgen geld."

De uitspraken van Noordervliet lijken het symptoom van een flinkmeningsverschil tussen de universiteiten en het bedrijfsleven. Wantde klacht van de chemische industrie staat niet op zich. Ookwerkgeversfederatie VNO-NCW vindt dat universiteiten het belang vansamenwerking met het bedrijfsleven wel steviger mogen aanzetten,zegt secretaris technologiebeleid Joke van den Bandt.

"Universiteiten zouden bijvoorbeeld systematischer moeten werkenmet adviesraden uit het afnemend veld", stelt zij. "Als er extrageld voor onderzoek komt, moet dat volgens ons via de landelijkeonderzoeksorganisatie NWO verdeeld worden. Daar moeten dan ook denetwerken met het afnemend veld versterkt worden."

Volgens de vereniging van universiteiten VSNU daarentegen wordthet afnemend veld al flink bediend. Ongeveer eenderde van hetuniversitaire onderzoek - goed voor 800 miljoen gulden - zit inprogramma's die gestuurd worden door de Europese Unie en NWO. Daarkomt nog eens een flink stuk onderzoek bij (voor in totaal eenmiljard gulden) dat rechtstreeks in opdracht van de afnemers wordtverricht.

Het beeld dat Noordervliet schetst, als zouden onderzoekersuitsluitend hun eigen wetenschappelijke nieuwsgierigheid volgen,klopt dus niet, zegt een woordvoerder van de VSNU dan ook. "Wat datbetreft lijken Noordervliets uitspraken me borrelpraat."

HOP, HO