Controle op energiebezuiniging schiet te kort

In de Nederlandse huishoudens wil het niet zo vlotten met

energiebesparen. Aan de ene kant worden verwarmingsketelsefficinter en isolatie beter, waardoor we steeds minder aardgasnodig hebben om onze huizen te verwarmen.

Farla, die werkzaam is bij de vakgroep Natuurwetenschap enSamenleving van de faculteit Scheikunde zag tijdens zijn onderzoeknaar het energiebesparingsbeleid dat dit effect echter deels tenietwordt gedaan door de 'elektrificatie'. We geven steeds meer gelduit aan elektrische apparaten zoals stereo-apparatuur,keukenmachines en televisies. De daarvoor benodigde stroom wordtweer grotendeels opgewekt door de verbranding van aardgas.

De verbranding van fossiele brandstoffen als olie en aardgaslevert elektriciteit n het broeikasgas CO2 op. Om hetbroeikaseffect tegen te gaan, is op de klimaatconferentie in 1997in Kyoto afgesproken wereldwijd minder energie te verbruiken. Hetblijkt echter nog niet mee te vallen het energieverbruik vanverschillende landen over n kam te scheren. Zo verbruikt depapierindustrie in Zweden per kilo papier veel meer stroom dan diein Nederland. Zijn de Zweden dan milieubarbaren? Nee, in Scandinaviverwerken ze bomen tot pulp, dat kost veel energie. In Nederlanddaarentegen maken we van de gemporteerde pulp papier, dat is veelgoedkoper. Als je iets zinnigs wilt zeggen over het besparen vanenergie in verschillende landen, moet je de structuur van deindustrie dus meenemen in je berekening. Farla ontwikkelde daarvoorspeciale indicatoren.

In zijn proefschrift keek Farla ook naar het Nederlandse

energiebesparingsbeleid. Een onderdeel daarvan zijn demeerjarenafspraken (mja)

waarin bedrijven aan de overheid beloofden het afgelopendecennium elk jaar trwee jaar zuiniger met energie te zijn. Datbetekent overigens niet dat het verbruik van bijvoorbeeld aardgasdaalt, maar dat het minder snel toeneemt. En dat is de vinger op dezere plek van het energiebeleid, zegt Farla, een absolute reductievan het energieverbruik heb je dan nog niet.

Maar bedrijven deden wel hun best om de beloften van de mja's nate komen. De gegevens die zij aanleverden, zijn alleen voormilieuorganisaties als Greenpeace of Milieudefensie, erg moeilijkte controleren. Bedrijven beroepen zich namelijk nogal eens opconcurrentiegevoeligheid van de informatie over hunenergieverbruik. Maar dat vindt Farla in de meeste gevallenonterecht. Hoewel de mja's hun vruchten hebben afgeworpen, was decontrole op het beleid 'onvoldoende transparant', concludeert depromovendus dan ook.

Rinze Benedictus