De database: Dertig miljoen recepten

Prof.dr. Bert Leufkens: "Van elke Nederlander wordt in deapotheek al sinds jaar en dag het geneesmiddelengebruikgeregistreerd. Maar die registratie zegt niets over het verbandtussen het slikken van pillen en het optreden van ziektes, terwijldat verband toch heel belangrijke informatie kan geven, zowel overde effectiviteit van de geneesmiddelen als over eventuelebijwerkingen. Om die leemte op te vullen zijn wij in 1989 begonnenmet het opzetten van een databank met gegevens van 28 apotheken ineen aantal middelgrote Nederlandse steden.

"Geleidelijk is de steekproef verder uitgebreid, zodat we nubeschikken over zo'n dertig miljoen recepten. Van een half miljoenNederlanders weten we precies wat ze de afgelopen tien jaar aangeneesmiddelen hebben gebruikt. Uiteraard krijgen we die gegevensom privacy-redenen anoniem aangeleverd. Maar omdat van elke persooneen aantal gegevens, zoals geboortejaar, woonplaats en werkplekworden meegeleverd, is het mogelijk om de gegevens vanéén bepaalde patiënt met een zeer grote mate vanbetrouwbaarheid te koppelen aan zijn of haar gegevens uit hetlandelijke databestand van ziekenhuisopnames zonder de privacy aante tasten. Als je in twee verschillende bestanden een man aantreftvan 45 jaar, die is geboren in Heerlen en in Utrecht bij Farmaciewerkt, dan is de kans vrij groot dat het om één endezelfde persoon gaat.

"Het grote belang van dit bestand is dat we nu voor het eerstkunnen vaststellen welke effecten het gebruik van geneesmiddelenheeft. Een paar jaar geleden heeft dr. Ron Herings, die PHARMOheeft opgezet, een verband laten zien tussen het gebruik van eenbepaald slaapmiddel en het voorkomen van heupfracturen. En op ditmoment doet een promovendus hier onderzoek naar de relatie tussenbepaalde combinaties van geneesmiddelen en oedeemvorming. Ook deontdekking van de risico's van de derde generatie anticonceptiepilhad niet plaats kunnen vinden zonder PHARMO.

"Uiteraard hebben wij nog de nodige wensen, want een belangrijkestap die wordt overgeslagen is de huisarts. We hopen dat we met detoenemende automatisering in huisartsenpraktijken straks ookgegevens uit die bron in ons systeem kunnen gaan opnemen. Dat isonder meer vanbelang als we meer te weten willen komen overbijwerkingen van geneesmiddelen, want die leiden meestal niet toteen ziekenhuisopname.

"Inmiddels is PHARMO zo'n uitgebreid bestand aan het worden, datwe onlangs hebben besloten om het samen met de gegevens overNederlandse ziekenhuisopnamen onder te brengen in een zelfstandiginstituut, overigens zonder winstdoelstelling. Dat PHARMO-instituutgaat ook onderzoek entameren op het gebied dat tegenwoordig healtheconomics heet. Zo is deze week een rapport gepubliceerd, waaruitblijkt dat de ontwikkeling van betere geneesmiddelen voorbijvoorbeeld astma en suikerziekte samen is gegaan met eenteruggang in het aantal ziekenhuisopnames. En dat is voor hetoverheidsbeleid natuurlijk een zeer interessant gegeven."

EH