de mening

Broeikasgevaar overtrokken

Emeritus-hoogleraar geochemie Olaf Schuiling is geen klimaatscepticus. Toch heeft hij onlangs een brief ondertekend die is gepubliceerd in De Volkskrant en waarin een aantal wetenschappers het nieuwe kabinet oproept om het broeikasgevaar niet als een vaststaande doctrine aan te nemen. Hij licht toe.

Wij zijn van mening dat zowel de bewijsvoering als de voorlichting ernstig te kort schieten. Zo wordt in de verhalen van het Internationale Klimaat Panel stelselmatig de warme periode rond het jaar 1000 weggemoffeld, toen er zelfs in Groenland landbouw werd bedreven. Er wordt ook op grote schaal aan publieksmisleiding gedaan, bij voorbeeld door te beweren dat de zeespiegel zal stijgen als het poolijs smelt. Het gemeentebestuur van Wageningen zou er beter aan doen om de kinderen een eenvoudig proefje te laten doen om te zien wat er gebeurt met het waterpeil als je een drijvend stuk ijs laat smelten in een bak water, dan ze naar een Al Gore indoctrinatie-cursus te sturen.

Wat in het mediageweld (rampspoed is altijd prima nieuws) ook ontbreekt, zijn de gegevens van 44 negentiende-eeuwse poolexpedities. Uit deze zorgvuldig gedocumenteerde metingen blijkt dat de ijscondities in het Noordpoolgebied toen zeer vergelijkbaar waren met de huidige situatie. Het staat iedereen vrij om de achteruitgang van het poolijs aan onze CO2 uitstoot te wijten, als men maar wel wil accepteren dat hetzelfde kennelijk ook kan gebeuren zonder onze bemoeienis.

In het geologische verleden zijn grotere schommelingen in het aardse klimaat voorgekomen dan nu door de alarmisten wordt voorspeld. Ik geef toe dat het voor een boer in Bangladesh, wie het water over twintig jaar wellicht tot de lippen komt, een schrale troost is als ik de klimaatschommelingen af doe als een onbetekenende rimpel, maar feit is dat het aardse systeem tot nu toe voldoende robuust is gebleken om grote schommelingen op te vangen.

Behalve deze algemene kritiek heb ik nog een paar punten. Ik vind het onjuist om alleen de negatieve gevolgen breed uit te meten. Als de temperatuur op hogere breedten een paar graden stijgt, wordt landbouw in enorme gebieden in Canada, Noord Rusland en Siberië mogelijk. Bovendien leert het geologisch archief ons dat in warme perioden het leven op aarde uitbundiger en diverser was dan in koude perioden.

Kritiek heb ik ook op de verspillende manier waarop wij het CO2-probleem te lijf willen gaan. CO2 afvangen bij kolencentrales en in lege gasvelden wegstoppen kost flink wat energie. Dat betekent dat we onze fossiele brandstoffen er nog sneller doorheen jagen. Op voorstellen van mij voor een innovatievere aanpak wordt niet gereageerd, want "die passen niet in het beleid." Een uiterst afdoende dooddoener om nieuwe ideeën tegen te houden.