Discussie over administratief service centrum nader apotheose

Het was de afgelopen maanden bijna aandoenlijk om te zien. Na de schok die de abrupte aankondiging van de reorganisatie van de financiële dienstverlening vorig najaar bij de betrokkenen teweeg had gebracht, werden door het college van bestuur in januari kosten noch moeite gespaard om de gemoederen zowel op de werkvloer als in de Universiteitsraad tot bedaren te brengen. Voor elke bij de reorganisatie betrokken faculteit werd een aparte bijeenkomst belegd, waarin projectleiders Jan Willem Meinsma en Marlies Bosch met engelengeduld vragen van direct betrokkenen beantwoordden en waar mogelijk toezeggingen deden en onrust probeerden weg te nemen.

Ook in de gesprekken met de U-raadscommissie onder leiding van Fred Toppen toonde het college zich ruim een week geleden een en al inschikkelijkheid. Nu was dat laatste niet verwonderlijk, want inmiddels had de U-raad op een aantal belangrijke punten concessies gedaan. Meest vergaand was de instemming van de raad met de wens van het college om alle administrateurs in de toekomst, ongeacht hun werkplek, onder één centrale leiding te plaatsen. Alleen op die manier kan de door iedereen gewenste eenheid in regels en administratieve procedures echt gestalte krijgen, erkent de raad.

Ondanks deze wederzijdse welwillendheid weten de verschillende partijen in de discussie tot nu toe echter op één cruciaal punt niet van wijken. Hoezeer het college van bestuur er ook op hamert dat de vorming van een universiteitsbreed service centrum de meest efficiënte oplossing is voor de universitaire administratie, noch de 'werkvloer' noch de U-raadscommissie heeft zich door de bestuurlijke argumenten laten overtuigen. Veel administratieve processen zijn zo zeer met de inhoud van onderwijs en onderzoek verweven dat het op afstand plaatsen van administrateurs contraproductief zal werken, is hun standpunt. Dat ook veel gebruikers die mening zijn toegedaan, blijkt uit de groeiende stroom protestbrieven uit afdelingen van Diergeneeskunde.

Ruim een week geleden liet collegevoorzitter Van Rooy in een ultieme poging tot een handreiking aan de commissie weten dat er wat haar betreft valt te praten over een fasering van het traject. Daardoor zouden administrateurs van bijvoorbeeld Diergeneeskunde en de faculteiten REBO en Bètawetenschappen pas in een later stadium naar het ASC hoeven te verhuizen. In zijn voorbereiding op de besluitvorming toonde de Universiteitsraad zich deze week echter weinig bereid tot nog verdergaande compromissen. Laten we nu eerst maar eens zien of de tot nu toe gemaakte afspraken werken, vond een ruime meerderheid. Aanstaande maandag moet tijdens een vergadering van de U-raad blijken hoe gevoelig het college is voor de pleidooien uit de organisatie.

EH