Dunne beleidsnota's werken niet

Die tegendraadse opvatting verkondigt Niels van der Mast in hetproefschrift 'Woordenwisselingen' waarop hij vrijdag promoveert.Van der Mast analyseerde de manier waarop beleidsnota's tot standkomen en constateert dat de vele mitsen en maren in die stukken eenduidelijk doel dienen. Schrijvers van nota's goochelen met woordenom alle betrokken instanties recht te doen, ontdekte Van der Mastdie het opstellen van ambtelijke nota's daarom zelfs een sociaalproces noemt. Met termen als 'eventueel', 'waar mogelijk' en 'inbeginsel' en door een kwistig gebruik van de werkwoorden 'kunnen'en 'zullen' wordt de nodige onderhandelingsruimte gecreëerddie tot de gewenste overeenstemming moet leiden. Dat beleidsnota'svaak zo dik zijn, komt omdat commentaren vrijwel altijd totaanvullingen leiden om het alle partijen naar de zin te maken.

In zijn boek analyseert Van der Mast onder meer een passage uithet Streekplan van de provincie Utrecht. Toen dat plan werdvoorbereid kwam juist het idee op voor de bouw van studentenflatsin De Uithof. Gold in een eerste versie van het Streekplan de A27nog als harde begrenzing van het stedelijk gebied, na commentaarvan de gemeente en de universiteit voegde een provinciale ambtenaardaaraan toe: 'Een woonfunctie in De Uithof ten behoeve vanstudentenhuisvesting kan daarbij worden overwogen'.

Die formulering werd volgens de betrokken ambtenaar bewustgekozen omdat zij de gemeente en de universiteit gerust stelde,maar de provincie nog voldoende armslag gaf om te kiezen voor eenandere locatie voor woningbouw dan de kwetsbare zuidrand van DeUithof, zo blijkt uit een interview dat Van der Mast met deschrijver had. "Er stond niet 'wordt overwogen', maar 'kanoverwogen worden'. Moet je nagaan, dat is dus helemaal niks. Jerekt zo'n zin dus gewoon op om te laten zien van, nou, we hebben erin ieder geval aandacht aan gegeven. De gemeente kan nooit zeggenvan, nou nou, provincie, jullie hebben er niet eens overnagedacht"

Toen de plannen definitiever werden, herzag de ambtenaar depassage opnieuw en schreef nu: 'Ten behoeve vanstudentenhuisvesting in De Uithof is de bouw van duizend woningentoegestaan. Gelet op factoren als beschikbare ruimte, geluidhinderen veiligheidszonering lijkt het zuidelijk deel van De Uithof hetmeest geschikt.' Volgens de ambtenaar was die meer uitgebreidepassage vooral het gevolg van druk van de gemeente. Deprovincie zagnog steeds de nodige bezwaren omdat woningbouw niet spoorde met hetbestemmingsplan maar wilde de gemeente niet teveel voor de voetenlopen. En dus koos de ambtenaar met 'lijkt het meest geschikt' vooreen tussenweg die een goede kans bood op overeenstemming. "Dat isde ruimte die we ze geboden hebben. Niet van harte, want aan dezuidkant zat een bepaald bosje met een ecologische waarde, daarheeft de provincie altijd hoog van opgegeven, en wij kunnen nietzomaar in één keer zeggen van eh laat dat maar naar deverdommenis gaan."

Zo werkt dat dus bij het maken van beleid en Van der Mastconcludeert dan ook dat aanbevelingen om nota's kort en bondig tehouden de plank volstrekt misslaan. Hij besluit zijn proefschriftmet een anecdote over een ambtenaar die een nota van tien totvijftien pagina's had geproduceerd. Hoewel de tekst alle relevanteinformatie bevatte, was geen van de betrokken instanties tevreden.De auteur besloot daarom om alle extra informatie die dieinstanties hadden aangeleverd in het stuk op te nemen. Resultaatwas een nota van vijftig pagina's en een pluim voor de schrijfster.Het stuk was er in de nieuwe versie zeer op vooruit gegaan, vondenalle betrokkenen.

Erik Hardeman