Een betere weersverwachting dankzij wolkenonderzoek

Bij noordenwind en onder invloed van een hogedrukgebied drijftin het voor- en najaar vaak een dik wolkendek vanaf zee ons landbinnen. Oorzaak van die bewolking is het feit dat door het zonlichtopgewarmde opstijgende lucht op een hoogte van ongeveeréén kilometer door de neerwaartse pressie van hethogedrukgebied tot staan wordt gebracht. Daardoor ontstaat op diehoogte als het ware een warm 'deksel', waar vochtige lucht die uitzee opstijgt tegenaan botst en condenseert tot bewolking van hettype stratocumulus.

Het grote probleem voor weersvoorspellers is om te voorzien hoesnel dit grijze type bewolking boven land zal oplossen tot de watvrolijker 'mooi weer wolken'. Dat is lastig omdat de bestaandecomputermodellen niet erg betrouwbaar zijn. Met name over deinvloed van turbulentie aan de bovenkant van het vijfhonderd meterdikke wolkendek is nog weinig bekend. Vandaar dat de Utrechtsepromovendus Stephan de Roode op de Noordpool een maand langmetingen verrichtte om inzicht te krijgen in de levenscyclus vanstratocumulus-wolken.

Uit de resultaten van die metingen naar onder meer windkracht,temperatuur en straling, bleek dat er sprake is van eengeleidelijke toename van de turbulentie in de vijfhonderd meterdikke wolkenmassa. Daardoor groeit dit soort wolken aan debovenkant met één à twee centimeter per seconde, endat is aanzienlijk sneller dan tot nu toe altijd werd aangenomen.Gevolg is dat de koele, vochtige lucht in de bewolking zich in hoogtempo vermengt met de droge lucht uit de 'warme deksel', waardoorde bewolking veel sneller oplost dan tot nu toe werd gedacht.

Willen weersvoorspellers er in de toekomst niet te ver naastzitten, dan zal deze bevinding in de weersmodellen moeten wordenverwerkt, constateert De Roode, die zijn onderzoek op 1 oktobervoortzet als post-doc in Seattle. "Want we weten nu weliswaar beterwelke processen zich in stratocumulus-wolken afspelen. Maar nu gaathet erom meer te weten te komen over de exacte snelheid waarmee dedroge en vochtige luchtlagen zich met elkaar vermengen. Pas als weover zulke gegevens kunnenbeschikken, kunnen we onze modellen zoaanpassen dat dat leidt tot nog betere weersvoorspellingen dan nual worden gedaan."

EH