Een nieuwe lente en twee nieuwe rankings

Eigenlijk levert het CWTS (het Leidse Center for Science and Technology Studies) vier verschillende lijsten. De belangrijkste daarvan meet de impact van wetenschappelijke publicaties, rekening houdend met de omvang van de universiteiten en de wetenschappelijke vakgebieden waarbinnen ze publiceren. Anders gezegd: wie voert gemiddeld het vruchtbaarste onderzoek uit?

In Europa blijken dat onvermijdelijk Oxford en Cambridge te zijn. Beste Nederlander is de Erasmus Universiteit op de achtste plaats. Net buiten de top-10 valt de TU Delft, op nummer 11. Utrecht, de Vrije Universiteit en de UvA pakken de posities 14, 15 en 16. Leiden zelf hangt op 23, Groningen op 24. Alleen Wageningen (26) en Nijmegen (43) halen de honderd beste nog. De ontbrekende universiteiten zijn Maastricht, Tilburg, Eindhoven en Twente.

De andere CWTS-lijsten zijn iets grover. Zo vermeldt het centrum wie de meeste publicaties op zijn conto schrijft. De getallen uit dat rijtje vermenigvuldigen de onderzoekers daarna met de uitkomsten van de impactscore uit het eerste rijtje en zo komt, in een derde tabel, de totale impact van de universiteiten bovendrijven.

In de vierde en laatste lijst staat het aantal citaties per publicatie per universiteit. Maar die lijst houdt geen rekening met de verschillende vakgebieden. In de geneeskunde, schrijft het CWTS, verwijzen onderzoekers bijvoorbeeld veel meer naar andere artikelen dan in de technische vakken, dus zijn technische universiteiten in zo’n ranking in het nadeel.

De nieuwe ranglijst, die met steun van de Europese Unie is ontwikkeld, komt aan de vooravond van de veelbesproken ranking van het Times Higher Education Supplement. Die hogeronderwijskrant publiceert jaarlijks een internationale rangorde, waarin ook het oordeel van anonieme deskundigen – peer review - een rol speelt.

Er is altijd veel kritiek op rankings, vooral van universiteiten die laag scoren of er zelfs helemaal niet in voorkomen. Zo noemt de Rijksuniversiteit Groningen de Times-ranking “ongrijpbaar en discutabel”, vanwege de subjectieve deskundigenoordelen. Uit protest lanceerde de RUG deze week een eigen ranglijst van citatiescores, waarop de RUG wonderbaarlijk goed bleek te scoren en op de dertiende positie terechtkwam (drie posities hoger dan CWTS becijferde in de citatiescorelijst). Alle universiteiten kleiner dan de RUG waren bij de berekening weggelaten, dat wel.

(HOP)