Een sombere toekomst voor linkshandigen?

In het maartnummer van Epidemiology rapporteerde promovenda Made Ramadhani in een mede door haar promotor Grobbee ondertekend artikel een opmerkelijk hoge sterfte onder linkshandige vrouwen. Vooral darmkanker en hart- en vaatziekten komen bij linkshandigen relatief vaak voor. Het nieuws werd aanvankelijk alleen opgepikt door medische bladen, totdat de Australische Hobart Mercury het op 2 mei meldde onder de pakkende kop Sinister outlook for lefties.

Twee dagen later zette Trouw de cynische kop 'Linkshandige moet wederom vrezen voor haar leven' boven een bericht, waarin linkshandige vrouwen wordt meegedeeld dat ze volgens het Utrechtse onderzoek een groter risico lopen om te overlijden dan hun rechtshandige buurvrouw. Zo lijkt het althans, want wie doorleest, merkt dat Trouw-journalist Sander Becker zo zijn twijfels heeft. Het onderzoek is gebaseerd op een erg klein groepje deelneemsters, schrijft hij. "Zulke lage aantallen leveren al snel statistische onzin op."

In Epidemiology had ook de linkshandige Italiaanse epidemiologe Olga Basso geschreven dat niet zozeer de linkshandige maar het onderzoek aan allerlei kwalen lijdt, maar Grobbee is niet onder de indruk. "Het probleem is dat wij worden aangevallen op iets dat wij helemaal niet beweren. Wat wij zeggen, is dat bij sommige vrouwen voor of kort na de geboorte waarschijnlijk sprake is geweest van een ongelukkige hormonale ontwikkeling, die zowel tot een groter risico op sommige ziektes als tot linkshandigheid heeft geleid. Een soortgelijke bevinding is dat onder te vroeggeboren kinderen met hersenschade in het WKZ opvallend veel linkshandigen voorkomen. Dergelijke groepen lopen inderdaad een groter risico, maar dat geldt dus zeker niet voor alle linkshandige personen en dat hebben wij ook nooit beweerd. Wat zou het prettig zijn als kranten wetenschappelijk onderzoek eens wat minder oppervlakkig zouden behandelen."