Gebakken lucht

De discussie begon vorige week met een scherpe aanval in Trouwvan RIVM-statisticus J. de Kwaadsteniet. Het RIVM zou aan deleiband van Haagse politici lopen en hen milieugegevens leveren opbasis van onvoldoende met waarnemingen onderbouwde modellen. Dat depolitiek daarmee dus in plaats van reële cijfers gebakkenlucht aangeleverd krijgt kan niemand wat schelen, aldus de cynischevisie van De Kwaadsteniet: het instituut laat zien dat toegepastonderzoek zijn geld dubbel en dwars waard is, en de politicusbeschikt over wetenschappelijke en dus boven elke twijfel verhevencijfers.

Directeur milieu prof.dr. N. van Egmond verwierp debeschuldigingen dinsdag tijdens een persconferentie, maar erkendewel dat het RIVM in zijn rapportages meer aandacht moet schenkenaan de onzekerheden die aan haar prognoses kleven. Drie Utrechtseonderzoekers zijn het daar van harte mee eens.

Prof.dr. A. Cornelissen, vice-decaan van de faculteitDiergeneeskunde:

"De kern van het probleem is de vraag in hoeverre je deuitkomsten van modellen kunt vertalen in exactebeleidsdoelstellingen. Het RIVM zegt dat dat deverantwoordelijkheid is van beleidsmakers, maar dat vind ik een teeenzijdige benadering. Ik denk dat het instituut op dat gebied eengrotere rol zou moeten spelen. Een goed voorbeeld is het model datzij hanteren voor de verspreiding van ammoniak in het milieu.

In de uitkomsten van dat model zit een forse marge vanonzekerheid, maar toch bleek minister Van Aartsen op basis ervaneen wetsvoorstel te hebben voorbereid met een tabel met cijfers tot5 plaatsen achter de komma. Een dergelijke exactheid is op basisvan zo'n grof model onmogelijk. In zo'n geval zou het RIVM moetenroepen dat een dergelijke vertaalslag van model naar beleid nietacceptabel is."

Prof.dr. W. Turkenburg, Natuurwetenschap enSamenleving.

"In zijn algemeenheid kun je zeggen dat instituten zoals hetRIVM in hun rapporten meer nadruk zouden moeten leggen op deonzekerheden in hun analyse. Wij hebben al diverse malen aangekaartdat een klimaatmodel dat zij ontwikkeld hebben voorbeleidsdoeleinden alleen uitspraken kan doen over wereldwijdetrends. Dat kan dus niet zomaaringezet worden om regionale effectente voorspellen. En dat dreigt soms toch te gebeuren. In zo'n gevalzou het RIVM wel wat duidelijker stelling kunnen nemen."

Prof.dr. C. Andriesse, hoogleraarenergiefysica.

"Ik vind in zijn algemeenheid dat rekenmodellen nooit genoegkunnen worden aangevallen. Wetenschap staat of valt bijexperimenteren en waarnemen. Een onderzoeker zoals De Kwaadstenietdie constateert dat dat te weinig gebeurt heeft dus per definitiegelijk. In plaats van hem te schorsen zouden ze hem in goud moetenverpakken, want hij kaart een wezenlijk probleem aan. Het probleemmet instituten die van de overheid afhankelijk zijn en vaak ook nogeen monopoliepositie hebben, is dat zij onvermijdelijk hunwetenschappelijke onschuld verliezen. In zo'n situatie is het vooronafhankelijke wetenschappers heel moeilijk werken."

EH