Geen medezeggenschap in departementen Geesteswetenschappen

De medezeggenschap op departementsniveau was door de personeelsfractie op de agenda gezet omdat in het nieuwe Utrechtse model-faculteitsreglement de mogelijkheid wordt opengehouden om per departement een zogeheten onderdeelscommissie in het leven te roepen. Dat was vooral gebeurd om departementen zoals Godgeleerdheid, Biologie en Economie, die tot voor kort een zelfstandige faculteit vormden, ter wille te zijn.

In de nieuwe faculteiten Rebo en Bètawetenschappen functioneren inmiddels onderdeelscommissies en de personeelsfractie had vorige week een voorstel op de agenda gezet om dergelijke commissies ook bij Geesteswetenschappen in te voeren. Argument was dat in die commissies zaken kunnen worden voorbereid, die specifiek voor dat departement zijn. Uiteindelijk hebben de hoofden van de departementen een zekere mate van financiële autonomie en zou medezeggenschap op departementsniveau dus niet onlogisch zijn, aldus de indieners van het voorstel.

Het faculteitsbestuur maakte echter duidelijk weinig heil in het voorstel te zien. Decaan Wiljan van den Akker vroeg zich af wat een onderdeelscommissie als gesprekspartner van het departementshoofd eigenlijk voorstelt. “Het hoofd van een departement hoeft geen verantwoording af te leggen voor het beleid, want de formele medezeggenschap vindt plaats in de faculteitsraad. Ik denk niet dat de faculteit veel wint met onderdeelscommissies. In de vroegere faculteit Letteren hebben we er in ieder geval nooit behoefte aan gehad.”

Toen de studentengeleding zich unaniem achter het bestuursstandpunt schaarde en ook de twee uit Wijsbegeerte afkomstige raadsleden duidelijk maakten geen heil in het voorstel te zien, was duidelijk dat er geen onderdeelscommissies bij Geesteswetenschappen zullen komen. Op verzoek van historicus Bas van Bavel, die zich van stemming onthield, zal wel na ongeveer twee jaar worden geëvalueerd of de medezeggenschapsstructuur met uitsluitend een faculteitsraad en opleidingscomissies voldoet.

EH