Geen tekort aan jongewetenschappers"

De academische loopbaan is zeer in trek. Tussen1998 en 2005 steeg het aantal promovendi van 4201 naar 7621. In de alfa- engammahoek is de belangstelling voor een promotieplek zo groot dat niet iedereen aanbod komt.<ParaStyle:bod>Dat blijkt uit een verkenning van het Rathenau Instituut.De onderzoekers analyseerden bestaand cijfermateriaal en spraken met honderdhoogleraren over het academische loopbaanpatroon. Hoewel het onderzoek qua omvangbescheiden is, concluderen de schrijvers dat van een vervangingsprobleem doorvergrijzing geen sprake is. Vrijwel alle academische functies zijn goed tevervullen door universiteiten. Wel zijn er disciplines waar goede kandidaten schaarszijn. Dat is het geval in de b?ta- en techniekhoek, maar ook bij bestuurs- enbedrijfswetenschappen. Ondanks de groei is het aantal promovendi in Nederland nogaltijd laag in vergelijking met het buitenland, en lijkt het zinvol meerpromotieplaatsen te cre?ren. Vooral hoogleraren in de sociale engeesteswetenschappen lieten de onderzoekers weten dat ze het aio-stelsel erg duurvinden en dat dit zorgt voor een te laag aantal plaatsen. Een goedkoper stelsel zouze aan meer promovendi helpen. In de verkenning staat ook te lezen dat dedoorstroommogelijkheden in de wetenschap minder beperkt zijn dan tot nu toe werdaangenomen. Bekostiging uit de vernieuwingsimpuls van NWO blijft belangrijk. Metname de rubicon- en de veni-beurzen stellen jonge onderzoekers manier in staat eeneigen onderzoekslijn op te bouwen. Volgens VSNU-cijfers schommelde het aantalvoltijdbanen in de wetenschap tussen 1998 en 2005 stabiel rond de 22 duizend. DeRathenau-onderzoekers tellen echter ook het aantal wetenschappers bij de academischeziekenhuizen mee en komen uit op een totaal van bijna 25 duizend wetenschappers. Omdezelfde reden is ook het aantal promovendi in 2005 daarom iets groter dan de 7500die de VSNU berekende.

HOP