Gerard 't Hooft: het leven na de Nobelprijs

Het is dinsdagochtend 12 oktober en in het zaaltje in Bolognawaar prof.dr. Gerard 't Hooft zojuist een voordracht heeftgehouden, klinkt applaus. "Er werd langer geklapt dan ik gewendwas", vertelt de kersverse Nobelprijswinnaar, "en ik hoorde vaagdat de voorzitter iets complimenteus zei over mij en de premioNobel. Maar ach, dat soort dingen werd wel vaker beweerd. Ik hadmezelf de laatste jaren een beetje voor al die Nobelprijs-verhalenafgesloten en ik had er ook niet bij stil gestaan dat die dag dewinnaar bekend zou worden. Ik had dus niets in de gaten. Pas toenik me omdraaide en de Internetpagina met het persbericht uitStockholm op de muur geprojecteerd zag, begreep ik waarom er zoenthousiast werd gereageerd. Mijn eerste gedachte op dat moment? Nubreekt er een nieuwe tijd voor me aan."

Een kleurige slinger tegenover de lift en krantenknipsels op deprikborden wijzen op de feestvreugde die dinsdag op de vierdeverdieping van het Minnaertgebouw losbarstte. De prijswinnaar zelfpraat intussen onbewogen als altijd met de ene na de anderejournalist over zijn onderzoek, ook al realiseert hij zich maar alte goed dat hij aan werken voorlopig wel niet meer toe zal komen.Vanmorgen was Trouw op bezoek, vanmiddag om half twee staat hetAlgemeen Dagblad op de stoep en vanavond moet hij aan Paul Wittemanuitleggen hoe dat nu precies zit met die minuscule deeltjes. Jainderdaad, er is een nieuw tijd aangebroken voor Gerard 'tHooft.

"Het vreemdste verzoek dat ik tot nu toe heb gekregen? Dat wasde vraag of mijn vrouw mee wilde doen aan een programma met de naamMan bijt hond. Ze moest daar komen uiteenzetten hoe het is om metzo'n rare prijswinnaar getrouwd te zijn. We kenden dat programmaniet, maar die naam maakte ons een beetje achterdochtig, dus zijheeft maar besloten om het niet te doen. Maar toen mijn dochterervan hoorde, riep ze: 'O, dat wil ik wel.' Dus wie weet, kunnen wehaar binnenkort op de televisie zien."

VIP-ontvangst

Even verschijnt een flauwe glimlach op het gezicht van Gerard 'tHooft. Dat het winnen van een Nobelprijs hetnodige met zichmeebreng werd hem meteen dinsdag al duidelijk. In korte tijd vielenhem een receptie met de minister, stapels post, een stormloop opzijn homepage en een spervuur van telefoontjes van journalisten tendeel. Op aanraden van een goede bekende heeft hij de hoogtepuntenvan de afgelopen week in zijn agenda genoteerd, zoals de terugkomstop Schiphol, waar het Utrechtse college van bestuur eenVIP-ontvangst voor hem had geregeld - inclusief snel vertrek dooreen zij-uitgang - om te voorkomen dat hij in de aankomsthal in dehanden van de pers zou vallen. Toch is het hem alles bij elkaar nogmeegevallen.

"Ik heb donderdag bijvoorbeeld gewoon college kunnen geven. Wewaren een beetje bang dat er veel buitenstaanders op af zoudenkomen, dus we waren voor alle zekerheid uitgeweken naar een groterezaal, maar het was niet veel drukker dan anders en ik had zelfs nogtijd om even rustig met een student over zijn studievoortgang tepraten. Het aardige was dat ik net toe was aan deYang-Mills-theorie waarvoor de Nobelprijs is uitgereikt. Dat wasdus een heel actueel college."

't Hooft hoopt vurig dat zijn prijs een stimulans zal vormenvoor talentvolle scholieren om voor een loopbaan in hetbèta-onderzoek te kiezen. "Ik begrijp niet goed waarom maar zoweinig mensen zich aangetrokken voelen tot vakken die de geheimenvan de natuur proberen te doorgronden. Dat is toch mateloosboeiend? Het hoeft niet per se wiskunde of natuurkunde te zijn, inde biologie is ook fantastisch onderzoek te doen. Ik wil zoveelmogelijk jonge mensen laten zien hoe fascinerend het is met dit vakbezig te zijn. Ik wist zelf als scholier al dat ik natuurkundewilde gaan doen en dat ik er de top in wilde bereiken. Ik wilde perse weten hoe de elementaire natuurwetten in elkaar zitten en datwil ik nog steeds. Voor minder ga ik niet."

Voorlopig blijft 't Hooft zijn werk in Utrecht doen. Dat hij delokroep van Amerikaanse universiteiten zo gemakkelijk kan weerstaanschrijft hij vooral toe aan zijn solistische instelling. "Ik werkgraag op mezelf, omdat mijn ideeën wat te kwikzilverachtigzijn om ze met anderen te kunnen delen. In zekere zin is dat eenhandicap, want je ziet vaak dat mensen samen meer bereiken, maar ikheb gewoon moeite met het vinden van mensen die precies zo denkenals ikzelf. Het voordeel is weer dat het er minder toe doet waar ikzit. Zolang ik maar in een instituut werk waar me lastige vragenworden gesteld, want van discussiëren leer je ontzettend veel.En wat dat betreft heb ik in Utrecht niets te klagen."

Ballast

In de pers is de afgelopen week uitgebreid stilgestaan bij hetfeit dat de doorbraak in de theorie waar 't Hooft nuvoor isonderscheiden al bijna dertig jaar oud is. Op de vraag of wij ooknu nog zulke vernieuwende bijdragen van hem kunnen verwachten,schudt hij nadenkend het hoofd.

"Soms denk ik wel eens dat je in dit vak alleen op echtvernieuwende gedachten kunt komen als je jong bent. Toen ik dertigjaar geleden in Utrecht aan de zwakke kracht werkte, kon ik op eenheel nieuwe manier vragen stellen, niet gehinderd door detheoretische ballast van het verleden. Die aanpak is heel succesvolgebleken, maar nu komen we er niet meer verder mee. In feite zittenwe te wachten op weer zo'n volstrekt nieuwe en onorthodoxedoorbraak.

"Je kunt je natuurlijk afvragen waarom ik daar zelf dan niet meekom, maar het gekke is dat mij dat gewoon niet meer lukt. Ik stelde vragen zoals ik ze altijd heb gesteld en zoals ik vind dat zegesteld moeten worden, ook al besef ik heel goed dat ik daarmeeniet echt verder kom. Maar ik kan gewoon niet anders. De nieuwegeneratie trekt zich daar geen ene zier van aan en stelt de vragenop een heel andere manier. Daardoor vinden ze antwoorden die ikniet kan vinden, maar waarmee ik ook niet direct raad weet."

't Hooft doelt met name op de snarentheorie. Veel jongere fysicibeschouwen die theorie als een belangrijke stap op weg naaréén samenhangend beeld van alle natuurkrachten, maar 'tHooft heeft grote twijfels over de levensvatbaarheid ervan.

"Mijn probleem met de snarentheorie is dat je er zo weinig meekunt experimenteren. We moeten als het ware een cryptogram oplossenzonder dat we het schema kennen dat vertelt waar de lettertjesmoeten staan. Ik heb de neiging om te zeggen: dat kan niet. Maar jekunt natuurlijk ook zeggen dat dat nu juist de nieuwe uitdaging is.Dat is de houding van veel van mijn jongere collega's, terecht enook bewonderenswaardig, maar zelf kan ik er niets mee.

"Het lukt mij gewoon niet om de interne coherentie en de logicavan de snarentheorie zoals die er nu ligt te begrijpen. Terwijl dejongeren er nieuwe inzichten mee zeggen te bereiken, zie ik alleenproblemen en geen oplossingen. Maar ja, zo reageerden ouderecollega's dertig jaar geleden ook op de veldentheorie waarmee ikbezig was. Daar zouden ook onoplosbare problemen bestaan. Ik benhet toen toch gaan proberen en terecht, want achteraf bleken diezogenaamde problemen optisch bedrog te zijn. Het is dus heel goeddenkbaar dat de mensen van de snarentheorie straks tegen mij ookzeggen: Ha ha, jij zag indertijd allemaal problemen en kijk noueens."

Erik Hardeman


Alle persconferenties rond de toekenning van deNobelprijs aan't Hooft en Veltman zijn nogmaals te bekijken viahttp://mac238.phys.uu.nl

Foto's en links naar de homepages van beideNobelprijswinnaars zijn te vinden via http://www.nnv.nl