Het INES-systeem voor Sterrenkunde: de moeder van alle databases

Het INES-systeem voor Sterrenkunde: de moeder van alledatabases

Sake Hogeveen en Ed van der Zalm: "INES bevat alle waarnemingendie zijn gedaan met behulp van de International UltravioletExplorer (IUE) vanaf zijn lancering in 1978 tot in 1998, toen hijtot op de draad versleten was. Hij zweeft nog wel in de ruimte,maar is niet meer bruikbaar voor serieus onderzoek. IUE heeftwaarnemingen gedaan in het ultraviolette bereik, dat wil zeggen datstraling is geregistreerd met golflengtes tussen ongeveer 100 en320 nanometer (10-9 meter). De gegevens van IUE werden in Spanjebewaard. Ze zijn nu het project is afgesloten, aan een aantalEuropese instituten beschikbaar gesteld, zodat die ze voor allebelangstellende astronomen toegankelijk konden maken. Wij hebben zevoor Nederland bewerkt en vanaf volgende maand komen die gegevensop internet beschikbaar.

Met IUE wordt nu een nieuw databestand openbaar, maar uiteraardis dat er maar één in een lange reeks. Er is inmiddelseen onvoorstelbare hoeveelheid waarneemgegevens beschikbaar. Om tezorgen dat astronomen door de bomen het bos nog een beetje kunnenzien, houdt het Centre de Donnnées Astronomiques inStraatsburg een gegevensbank bij die voor ons geldt als de moedervan alle databases. Hij heet Simbad en bevat on-line verwijzingennaar alle hemelobjecten die ooit in de literatuur zijn genoemd ofbeschreven. In feite is het een soort encyclopedie van het heelal,waarin nu ook verwijzingen zijn opgenomen naar databestanden."

Prof.dr. Frank Verbunt: "Archieven zoals INES zijn voor ons werkvan groot belang, omdat sterren en sterrenstelsels voortdurend vanhelderheid veranderen. Dat is het aardige van de sterrenkunde. Eennatuurkundig tijdschrift van een jaar of tien oud is nietinteressant meer, maar onze data blijven bruikbaar. Stel dat er opeen bepaalde plek aan de hemel opeens een nova verschijnt, dan ishet natuurlijk interessant om te weten wat zich eerder op die plekbevond. Ik werk zelf op dit moment aan een aantal sterren in eensterrenhoop waarvan ik de afstand probeer te bepalen. Daarvoormeten we onder meer de lichtsterkte. Maar een probleemdaarbij isdat een deel van het licht van een ster wordt geabsorbeerd doorgas- en stofwolken in de ruimte.

Met de ultraviolette data uit het IUE-archief kan ik dieabsorptie vaak bepalen zonder een nieuwe waarneming te hoeven doen.Waarneemtijd op de Hubble Space Telescope - de enige die in hetultraviolet kan meten - is zeer schaars. Als je vraag met bestaandeIUE data kan worden beantwoord, krijg je geen Hubble tijd. Alleenals je kunt laten zien dat je betere data nodig hebt, maak je eenkans. Zodoende bespaart het IUE-archief kostbare Space Telescopetijd. Bovendien duurt het een jaar voordat de hele Hubble-procedureis afgerond, terwijl ik de data via IUE in vijf minuten beschikbaarheb. Ook mij scheelt het IUE-archief dus een hoop tijd."

Voor meer informatie: http://www.phys.uu.nl/~wwwstk/ict/overzicht.html

EH