Hoogleraar bang voor mannentekort bij geneeskunde

Croiset, onlangs ook benoemd als voorzitter van de nieuwe universitaire onderwijs adviescommissie, sprak haar bezorgdheid uit voor een toekomstige gezondheidszorg die voornamelijk bestaat uit vrouwelijke artsen. Een dergelijke situatie zal volgens haar niet in het belang van de patiënt zijn. ‘Niet alle patiënten zijn gelijk en zeker niet in onze multiculturele samenleving. De ene patiënt heeft voorkeur voor een vrouwelijk arts en de ander voor een mannelijke arts.’

De nieuwe hoogleraar vreest bovendien voor het imago van het artsenvak. Zij wijst naar ‘de toename van het aantal part-timers en de lagere salarissen, waar vrouwen kennelijk makkelijker mee akkoord gaan dan mannen’.

Vooral de toelatingsprocedure van de geneeskundeopleiding zou volgens de nieuwe onderwijshoogleraar opnieuw bekeken moeten worden. Het feit dat een hoog vwo-cijfer automatisch toegang geeft tot de opleiding, danwel een hogere kans daarop geeft, zou volgens haar wel eens in het voordeel van meisjes kunnen werken. Meisje halen nu eenmaal hogere cijfers op de middelbare school. Op dit moment is zeventig procent van alle geneeskundestudenten vrouw.

Gerda Croiset vraagt zich af of hier geen biologische discriminatie in het spel is. Neurowetenschappelijk onderzoek wijst immers uit dat de hersenen van jongens later rijp worden. Bovendien laten gegevens van het University College zien dat verschillen die er bij aanvang van de studie zijn na enkele jaren zijn verdwenen.

De nieuwe selectieve masteropleiding tot arts-onderzoeker SUMMA, waar Croiset nauw bij is betrokken, heeft inmiddels besloten bij gelijke geschiktheid mannelijke kandidaten voorrang te geven.

XB