Hoogleraar medische onderwijskunde noemt overgang naar nieuw curriculum reuzensprong

Hoogleraar medische onderwijskunde noemt overgang naar nieuwcurriculum reuzensprong

"Stelt u zich het traditionele zesjarige medische curriculumvoor als een ladder met zes sporten naar het artsexamen. De studentdoet zijn best met zware bepakking naar boven te klimmen, maarkrijgt het einddoel voorlopig niet te zien. Hij krijgt wel deopdracht om bij iedere sport de bagage verder aan te vullen, maarde meeste instructeurs leggen niet uit waarvoor die bagage nodigis. Na de vierde sport - het doctoraalexamen - komt de student aanbij het ziekenhuis. En daar merkt hij tot zijn schrik dat hij deverkeerde bagage bij zich heeft. En er is geen weg terug."

Hoewel op vriendelijke toon uitgesproken, had Ten Cate nietkritischer kunnen zijn over de in zijn ogen volstrekt ontoereikendemanier waarop de Nederlandse medische faculteiten generatiesstudenten tot arts hebben opgeleid. Dat het nieuwe Utrechtsecurriculum met zijn patiënt-geöriënteerde aanpak enmet zijn nadruk op praktisch onderwijs de onlangs benoemdedirecteur van het Onderwijsinstituut uit het hart is gegrepen,behoeft dan ook geen betoog.

De oratie van Ten Cate, die niet toevallig samenviel met destart van het nieuwe onderwijsprogramma, was één langpleidooi voor een voortzetting van de radicale vernieuwing waarmeede Utrechtse medici zo voortvarend van start zijn gegaan. Want hoemooi het nieuwe onderwijsprogramma er ook uit mag zien, we zijn ernog lang niet, betoogde Ten Cate, die duidelijk maakte niet vanplan te zijn zich te beperken tot 'geruststellende studies die eenvisitatiecommissie bewijzen dat het in Utrecht allemaal de goedekant op gaat'.

Topviolist

Centraal in de onderwijskundige visie van de nieuwe hoogleraarstaat de gedachte dat studenten op de universiteit niet zozeerkennis moeten consumeren, maar dat zij er kennis komen construeren.Niet de docent maar de student zelf bepaalt wat hij uiteindelijkleert. Dat maakt dat de beroepsopleiding die de geneeskundestudieis, wel degelijk ook als een wetenschappelijke opleiding moetworden beschouwd. Met de docent als gids moeten studenten dewerkelijkheid ontdekken, maar dat lukt alleen als zij vanmeet afaan in het diepe worden gegooid, zoals in Utrecht onder meer gaatgebeuren door de introductie van probleemgestuurd onderwijs en doorvroegtijdig contact met patiënten. Ten Cate: "Kort samengevatkan men zeggen dat waar in traditioneel onderwijs geldt: eerstbegrijpen, dan doen, die volgorde in het nieuwe onderwijs somswordt omgedraaid: eerst doen, dan begrijpen."

Om een goede dokter te worden moeten studenten bovendien al ineen vroeg stadium oefenen, oefenen en nog eens oefenen, stelde TenCate, die de artsen de keiharde studie van een topviolist tenvoorbeeld stelde: "Pas oefening baart echte kunst. In sommigeopleidingen behoort oefening vanzelfsprekend tot de kern van deopleiding. Er wordt geschat dat de beste vioolstudenten op20-jarige leeftijd al tienduizend uur oefening achter de rughebben. Dat is evenveel als de hele normstudielast van deartsopleiding. Talent lijkt veel meer van context en oefeningafhankelijk te zijn dan van de genen. Ook voor talent in degeneeskunde is veel ervaring en oefening nodig, met veelrealistische praktijksituaties die prikkelen tot nadenken."

Het spreekt na deze woorden voor zich dat het goede oudehoorcollege op weinig sympathie van Ten Cate kan rekenen. Cynischconstateerde hij dat die vorm van kennisoverdracht tot aan deuitvinding van de boekdrukkunst wellicht redelijk efficiëntwas, maar dat er sindsdien toch wel het nodige veranderd is. "Tochblijft menig docent hechten aan het college, eenvoudig omdat menniet anders weet. In een traditionele medische opleiding zit destudent voordat hij de kliniek in gaat, twee- tot drieduizend uurin een collegezaal te luisteren. Verbaast het u dan nog dat hij mettwee linkerhanden aan het ziekbed staat? Ik kan u verzekeren datdeze student na vier jaar expert is in het volgen van hoorcolleges.Jammer alleen dat die vaardigheid voor de patiëntenzorgvrijwel nutteloos is."

Het zal niemand verbazen dat Ten Cate ook pleitte voor meerwaardering voor een loopbaan als docent. Opmerkelijker was zijnoproep om het niet langer te hebben over studenten die medicijnenstuderen. Die term stamt namelijk uit de tijd dat er nog tweesoorten doktoren bestonden. Universitair gevormde artsen haddenweliswaar veel theoretische kennis, maar tot de helft van de vorigeeeuw ging je eigenlijk alleen naar ze toe als je medicijnen nodighad. Wie echt geholpen wilde worden, ging liever naar de chirurgijnop de markt. Behalve knippen, scheren en wonden verbinden kon dezein de praktijk van zijn gilde gevormde kleine zelfstandige ookkiezen trekken, aderlaten en schedels lichten. Hoewel de tweeopleidingen in 1865 werden gecombineerd tot een moderneartsenopleiding, bleef de term medicijnen studeren in zwang. Nu deUtrechtse opleiding zich na bijna 135 jaar eindelijk tot depraktijk heeft bekeerd, wordt het tijd om dit rudiment uit eenververleden ten grave te dragen, aldus ten Cate, die zei de termmedicijnen studeren graag aan de Utrechtse farmaceuten cadeau tewillen doen.

Erik Hardeman