IVLOS-katern: 'Iedere zichzelf respecterende faculteit is met onderwijsvernieuwing bezig'

IVLOS-katern: 'Iedere zichzelf respecterende faculteit is metonderwijsvernieuwing bezig'

Door de enorme overvloed aan informatie die in dezeinformatiemaatschappij dagelijks op ons afkomt wordt de vraagbelangrijker hoe met deze informatie om te gaan. Dat geldt ookbinnen de wetenschappen. De faculteit Diergeneeskunde werkte samenmet het IVLOS aan een cursus academische vaardigheden die destudenten een houvast moet bieden.

"De stroom aan wetenschappelijke resultaten neemt logaritmischtoe", zegt dr. H. Nederbragt, werkzaam bij de vakgroep pathologievan de faculteit Diergeneeskunde. "Het is onmogelijk om 'lles ineen studie aan de orde te laten komen, laat staan om alle kennisparaat te hebben. Maar op het moment dat de varkenspest uitbreekt,of een ziekte als BSE wordt geconstateerd, wordt een dierenarts welgeacht daar zinnige dingen over te zeggen. Er komt dan eenovervloed aan informatie op hem af, en de vraag is vervolgens hoehij daar mee om moet gaan. Volg je die informatie blindelings? Datlijkt me niet. Hij zal in staat moeten zijn de informatie teinterpreteren om een afgewogen beslissing te kunnen maken."

De faculteit Diergeneeskunde wilde toe naar een meerprobleemoplossend onderwijs. Studenten moeten geen oplossingen meerkrijgen voorgekauwd, maar moeten leren hoe ze zelf oplossingencreëren. Om hen daar al in een vroeg stadium mee te latenoefenen is bij de laatste curriculumherziening het eerstejaarsvak'wetenschappelijke vorming' opgezet. Het bestaat voor eenbelangrijk deel uit statistiek, maar het gaat daarbij niet zozeerom de statistische vaardigheden, als wel om de vraag wat je nueigenlijk met die cijfertjes moet. Daarnaast omvat het vak eenbibliotheekinstructie en een onderdeel 'academischevaardigheden'.

"Het hele vak is methodologisch gericht", zegt Nederbragt. "Wereiken een gestructureerde methode voor wetenschappelijk onderzoekaan. De bibliotheekinstructie eindigt met een begeleide vrijeoefening in het zoeken van literatuur over een zelfgekozenonderwerp. Daarna wordt van stap tot stap aangegeven hoe je verdermet die informatie aan de slag kunt."

Opengebroken

Voor dit laatste onderdeel heeft de faculteit de hulp ingeroepenvan het IVLOS. Daar zit immers specialistische kennis over hoe jestudenten aanleert om op een wetenschappelijke manier metliteratuurom te gaan, meent Nederbragt. Onbedoeld omschrijft hij hiermeeprecies hoe de universiteit het IVLOS graag ziet: als eenondersteunend expertisecentrum voor onderwijsvernieuwing.

Onderwijsverniewing is 'in' en dus gaat het het interfacultaireinstituut voor de wind. "Het klimaat is gunstig voorvaardighedenonderwijs", beaamt drs. Heinze Oost die namens hetIVLOS betrokken is geweest bij het project van Diergeneeskunde."Iedere zichzelf respecterende faculteit is metonderwijsvernieuwing bezig."

Het onderwijs aan universiteiten is traditioneel sterk gerichtgeweest op kennisoverdracht, vertelt Oost. Vaardighedenonderwijswas een ondergeschoven kindje. "Er waren verschillende factoren dieertoe bijdroegen dat dit is veranderd. Studenten waren ontevredenover de studeerbaarheid, docenten misten bepaalde vaardigheden bijde studenten, visitatiecommissies waren uiterst kritisch over hetonderwijs en afstudeerrendementen waren laag", zegt Oost. "Daarkwamen de ontwikkelingen op het gebied van de Informatie enCommunicatie Technologie (ICT) nog bovenop. Vroeger ging je naar debibliotheek, haalde je een aantal boeken en daar schreef je eenonderzoek over. De toegankelijkheid van kennis was minder groot,het was een kleinere wereld. Die is nu letterlijk opengebroken."

Daardoor is ook de rol van de docent veranderd. "Deze is nietlanger de sage on the stage maar een zogenaamde guide on the side",zegt Oost. "Er is geen enkele docent meer die het allemaal weet.Hij weet wel over iets heel veel, maar daar kun je niet een heelonderwijssysteem op bouwen."

Gietertje

Bovendien is het denken over kennis veranderd. "Men gaat ertegenwoordig steeds meer vanuit dat kennis niet iets is wat jeoverdraagt maar wat je opbouwt. Je kunt niet meer zeggen: 'Ik hebhier een gietertje, ik giet wat kennis in je kop en dan weet jehet'. Het idee is steeds meer dat je zelf met die kennis aan deslag moet. Daar leer je van. Dat houdt in dat je het onderwijsanders moet organiseren."

Bij diergeneeskunde is men daar dus al mee begonnen. "Daar wordtstudenten in de onderbouw van het onderwijs een stapsgewijzemethode aangeboden waarin verschillende belangrijkeonderwijskundige principes samenkomen", zegt Oost. In groepjes vandrie voeren de studenten zelfstandig, maar volgens een striktstappenplan en met veel mogelijkheden tot feedback, eendiergeneeskundig literatuuronderzoekje uit.

"In de cursus komen verschillende academische vaardigheden,zowel leesvaardigheid, spreekvaardigheid als schrijfvaardigheid,aan bod. Destudenten krijgen veel eigen verantwoordelijkheden,moeten zelf zien hoe ze het met elkaar rooien. Ze leren samenwerkenen organiseren en leren hoe een goede probleemstelling teformuleren, dat soort dingen. Daarnaast, en dat is ook belangrijk,hebben ze een reële taak. Je kunt wel allerlei vaardigheidjesaanleren in aparte cursusjes, maar dat heeft iets vervelends. Jemoet vormen zien te bedenken die effectief en efficiëntzijn."

"Deze cursus is niet het ei van Columbus", zegt Oost. "Maar ikgeloof wel in het concept, ook al zitten er nog een aantal haken enogen aan." Zo is het een erg intensieve cursus, zowel voor docentenals studenten. Daar staat voor beide groepen weinig tegenover."Voor een voortgangsgesprek staan 25 minuten ingeroosterd", zegtNederbragt, die de cursus zelf twee keer heeft gegeven. "Maar inwerkelijkheid kost het veel meer tijd, juist omdat het ompersoonlijke begeleiding gaat. Studenten blijven nog even hangen,vragen nog wat. Die extra inspanning gaat ten koste van jeonderzoekstijd."

Studenten krijgen voor al hun inspanningen slechts éénstudiepunt. "Dat is veertig uur, maar de meesten gaan daaroverheen", zegt Nederbragt. "Ik zou echter niet weten hoe je datmoet oplossen behalve door delen uit de instructie te halen, maardat zou betekenen dat je de hele procedure ondermijnt."

Koken

Nu het IVLOS het project geheel heeft overgedragen aan docentenvan de faculteit zelf, vreest Oost wel een beetje dat dat optermijn gaat gebeuren. "Je ziet dat docenten geneigd zijn om tevragen of onderdelen waar ze minder affiniteit mee hebben er nietuit kunnen. Het programma uitkleden betekent al snel dat je dingenlos laat. Alle elementen die we er in hebben gestopt zijn zakenwaarvan we uit literatuur of eigen onderzoek weten dat zeessentieel zijn. Sommigen zijn gewoon vervelend om te doen, maardaarom niet minder noodzakelijk."

Het is een totaalpakket, meent hij en hij vergelijkt het metkoken. "Veel mensen vinden het koken zelf best leuk, maar devoorbereiding, een boodschappenlijstje maken, boodschappen doen,niet. Zonder ingrediënten komt er echter niets op tafel.Hetzelfde gaat op voor wetenschappelijk onderzoek. Er zijn altijdtegenvoorbeelden te bedenken, maar de reden dat afstudeerscriptiesen promoties vaak zo enorm uitlopen, is dat de inhoudelijkeplanning niet deugt. Een goed onderzoeksplan is een belangrijkevoorwaarde, en dit is des te belangrijker nu studenten binnen vierjaar klaar moeten zijn."

Toch moet de nadruk niet eenzijdig bij vaardigheden wordengelegd, meent Oost. "Dat gebeurt nu soms wel eens een beetje",meent hij. "Watdat betreft is het een beetje de waan van de dag.Het Studiehuis in het voortgezet onderwijs is bijvoorbeeld zo'npoging om vaardigheden meer centraal te stellen. Dat lijkt me goed,maar het moet niet doorslaan. Het gaat om vaardigheden, kennis enhouding. Die drie dingen moet je samen nemen. Op het moment dat jeeenzijdig de nadruk legt bij een van die elementen bestaat hetgevaar dat je de rest vergeet, en dat is nu ook weer niet debedoeling."

Raymond van de Wiel