Jammer van de platenspeler

"Laten we beginnen bij het begin: mijn ouders. Zij waren, enkelejaren na mijn geboorte, de eersten die zich met mijn onderzoekendegeest geconfronteerd zagen. Het was jammer van de platenspeler,maar nu wisten we tenminste wat er allemaal voor onderdeeltjes inhadden gezeten.

"Toch zijn ze me altijd blijven aanmoedigen om alles in dezewereld uiteen te rafelen en om steeds zo creatief en preciesmogelijk na te denken. Dankbaar herinner ik me de mecanodozen enstoommachines die me hierbij zeer behulpzaam zijn geweest, alblijft het natuurlijk eeuwig jammer dat ik de voor Sinterklaasgevraagde snijbrander nooit gekregen heb.

"Ook mijn oom, de bekende fysicus Cees Alkemade, moet ikdankbaar zijn. Zonder een zweempje ironie boog hij zich met zijngeleerde hersens over mijn eerste ontwerpen voor een perpetuummobile en bereidde mij - heel voorzichtig - voor op het harde (maarook mooie) gegeven dat de natuurwetten streng en niet te misleidenzijn (twee wordt nooit drie, ook niet voor heel grote waarden vantwee). Hij deed mij inzien dat de werkelijkheid nooit zo maar buigtvoor iemands diepe gevoelens of oprechte verlangens."

En dan was er nog dochter Rinske, "Die nooit enigebelangstelling voor mijn werk heeft getoond, maar die mij welbehoed heeft voor de promotie-stress waaraan zoveel van mijncollega-promovendi ten offer vielen. Dit deed ze door geboren teworden precies op het moment dat ik aan mijn eindspurt had willenbeginnen. Van spurten is toen gelukkig nooit meer iets gekomen enik heb in alle rust en vrede mijn onderzoek afgerond."

EH