Kloof kinderopvang tussen lager- en hoger opgeleiden

De overheid moet meer aandacht besteden aan deuitbreiding van het aantal kinderopvangplaatsen voor ouders met eenlaag of modaal inkomen. Bovendien zou er een onafhankelijk orgaanmoeten worden opgericht om kwaliteitsverschillen tussenverschillende crèches te voorkomen. Dat betoogt Rudi Turksemain zijn proefschrift Het aanbod van kinderopvang waarop hijafgelopen woensdag is gepromoveerd.

Nieuws

Uitgave: Uitgave 33

Jaargang: Jaargang 31

on 18/05/2000

Van 1989 tot en met 1994 gaf het rijk gemeentenstimuleringsgelden voor het uitbreiden van het aantal plaatsen inkinderdagverblijven. In deze periode is het aantal kindplaatsengegroeid van 20.100 tot 65.600. Negentig procent van de groei kwamten goede van zogenoemde bedrijfsplaatsen - plekken die zowel doorhet bedrijf als de werknemer worden betaald. Vooral hoog opgeleidevrouwen profiteren hiervan.

Voor ouders met een laag tot modaal inkomen en een werkgever dieniet wil meebetalen aan de kinderopvang is de situatie veel minderrooskleurig. Zij zijn aangewezen op door de gemeente gesubsidieerdeplaatsen waarvan het aantal nauwelijks is gegroeid. Turksema: "Destimuleringsmaatregelen hadden niet alleen tot doel het aantalplaatsen uit te breiden, ze hadden ook een bepaalde verhouding ophet oog: zestig procent bedrijfsplaatsen tegen veertig procentgesusidieerde." Volgens Turksema liggen de verhoudingen nu alsvolgt: de helft is bedrijfsplaats, een kwart gesubsidieerd en eenkwart particulier. Deze laatste plaatsen worden volledig door deouders betaald. De doelstelling is niet gehaald, zegt Turksema,omdat het voor gemeenten financieel aantrekkelijker was om hetaantal bedrijfsplaatsen uit te breiden.

De overheid moet zich nu weer meer gaan bemoeien met deuitbreiding van het aantal kindplaatsen zodat een bepaalde groepniet wordt voorgetrokken. "Bedrijven bieden met name de hogeropgeleiden, van wie je mag aannemen dat die meer verdienen, eenmogelijkheid tot kinderopvang. Daardoor wordt kinderopvang voorlager opgeleiden minder toegankelijk. Kijk maar naar deuniversiteit. Vrouwelijk wetenschappelijk personeel had voorrang opbijvoorbeeld een secretaresse."

Turksema heeft ook onderzocht wat er met het aanbod is gebeurdtoen de overheid haar bemoeienis in 1996 verminderde. Deuitbreiding werd hierdoor meer overgelaten aan initiatieven vankinderdagverblijven die daardoor afhankelijker werden van demarktwerking. Hierdoor, concludeert Turksema, is erkwaliteitsverschil ontstaan tussen private en de door de gemeentegesubsidieerde crèches. Private verblijven hanteren een hogerekwaliteit dan de gesubsidieerde.