Laatkomers straffen met dichte deur

Dinsdagmorgen 11 uur. Een collegezaal van Rechten zit bijna helemaal vol met tweede- en derdejaars studenten. Steven Bartels doceert. Als het college een kwartier bezig is, komt er nog een student binnen. Hij gaat ergens vooraan zitten. Bartels gaat onverstoord door met zijn uitleg over notarieel recht en ook de andere studenten schijnen zich niet te storen aan de laatkomer. Na een half uur komt er nog een student binnen. Het meisje zoekt wanhopig naar een lege stoel en vindt er één achter in de zaal. Ook nu gaat Bartels stoïcijns door met zijn college.

In de pauze legt de docent uit waarom hij laatkomers negeert: "Als ik die studenten aanspreek, haal ik de vaart uit mijn verhaal en daarmee stoor ik ook de andere studenten. Natuurlijk vind ik het af en toe moeilijk om gewoon door te gaan, want het stoort natuurlijk wel. Heel af en toe maak ik er een opmerking over, maar dat ligt ook aan mijn bui. Over het algemeen vind ik dat studenten elkaar hier onderling op kunnen aanspreken, maar volgens mij gebeurt dat nauwelijks."

Renate van de Hof was de late laatkomer: "Op de een of andere manier lukt het me gewoon niet om op tijd te komen. Docenten lijken het over het algemeen niet zo erg te vinden. Ze zeggen er tenminste bijna nooit wat van." Ze snapt wel dat haar gedrag storend is "maar ik doe altijd heel rustig. Ik wordt er verder eigenlijk nooit op aangesproken. In De Uithof heb ik college in een zaal waar achterin ook deuren zitten zodat je heel stilletjes en anoniem te laat kan komen. Daar heb ik daarom ook het liefst college."

Eén van de degenen die zich ergert aan laatkomers is Isabelle Ribourdouille. "Het stoort niet alleen, maar ik vind het ook nogal respectloos naar de docent toe. Zelf ben ik altijd op tijd en dat vind ik ook niet meer dan normaal, waarom kom je anders naar een college? Ik zou er wel eens wat van willen zeggen tegen studenten die altijd te laat komen, maar dat doe ik dan ook weer niet. Wat mij betreft mag de deur dicht blijven als een college is begonnen. Het is een goed idee!"

Het voorstel om de collegedeur dicht te houden voor laatkomers is er gekomen naar aanleiding van verschillende enquête-uitslagen waaruit blijkt dat studenten zich aan hen storen. "Ik denk niet dat laatkomers zich realiseren hoe storend hun gedrag is", zegt Marcella de Neve, voorzitter van de studentenraad. "Zelf erger ik me ook regelmatig als studenten maar blijven binnendruppelen tijdens colleges. Zeker omdat we al niet zoveel contacturen hebben. Te laat komen is echt niet nodig! Wij stellen dan ook voor dat ze buiten moeten wachten tot de pauze."

Docent Bartels verbaast zich dat studenten in de departementsraad aan de bel hebben getrokken: "Bij mij hebben studenten nog nooit geklaagd dat ik laatkomers negeer. Volgens mij is het voor gemotiveerde studenten vervelender als medestudenten constant zitten te sms'en en te kletsen, want dat zie ik als docent natuurlijk ook. Maar dat is weer een ander verhaal."

Zijn collega Sybe de Vries verbaast zich over de ergernissen die laatkomers oproepen. "Het is nieuw voor mij dat studenten laatkomers als zo vervelend ervaren, maar ik kan het me goed voorstellen. Niet alleen ligt er hier een verantwoordelijkheid voor de student maar ook voor de docenten. Zij moeten zich ook houden aan de collegetijden en niet teveel uitlopen. Op die manier hebben studenten ook geen excuus meer om te laat te komen. Het voorstel om voortaan helemaal geen studenten meer binnen te laten gaat me wat te ver. Maar het is duidelijk dat we dit punt verder moeten bespreken, blijkbaar leeft het wel onder studenten."

De Vries heeft geen bezwaren tegen een gesloten collegedeur, maar dan moet deze regel duidelijk worden gecommuniceerd met studenten aan het begin van een blok. "Een collega van mij hanteert vrij strenge regels tijdens zijn colleges, maar omdat hij dat in het eerste college heel duidelijk maakt, zijn er weinig misverstanden. Eén van die regels is 'beleefd gedrag', en daar hoort op tijd komen ook bij. Zijn aanpak blijkt goed te werken."

Volgende maand wordt een reactie verwacht van het bestuur van Rechtsgeleerdheid.