Masterfase komt op stoom

De stijging wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt doordat overgang naar het bama-stelsel in het wetenschappelijk onderwijs grotendeels compleet is: de invoering van het stelsel vond plaats in 2002. In 2005 was dus de eerste ‘volledige’ lichting wo-studenten klaar voor de masterfase. Daarbij ging het echter om studenten die min of meer ‘op schema’ door hun opleiding rollen. Een jaar later komen ook de studenten met een wat lager tempo aan bod.

Dat is te zien: het aantal studenten dat aan een master begint op de universiteit waar ook de bacheloropleiding werd gevolgd, steeg van ruim negenduizend in 2005 naar bijna 11,5 duizend in 2006: een toename van meer dan een kwart. Ook de instroom van wo-bachelors die de overstap naar de masterfase aangrijpen om van instelling te switchen, steeg flink: van ruim 1100 naar bijna 1500. Dat is een toename van bijna 35 procent.

De groei van de masteropleidingen komt echter ook van de hogescholen en uit het buitenland.
In 2006 meldden bijna 2450 hbo’ers zich voor een universitaire masterstudie, een groei van meer dan dertig procent vergeleken met de bijna 1850 aanmeldingen uit 2005. De instroom uit het buitenland groeide relatief bescheiden: in 2006 begonnen ongeveer 2600 buitenlanders hier aan een master, tegen ruim 2400 het jaar daarvoor.

De meeste studenten die beginnen aan een master kiezen voor een opleiding in de sector ‘gedrag en maatschappij’: 25 procent van de 18 duizend zetten daar hun opleiding voort. Hoewel cijfers per opleiding in de VSNU data ontbreken, ligt het voor de hand dat psychologie in dit cohort de meeste gegadigden heeft. Ook de sectoren economie (twintig procent) en taal en cultuur (15 procent) zijn populair.

Overigens gaan niet alle wo-studenten na de bachelorfase door met studeren: een op de vijf studenten verdwijnt uit de statistieken. Bij de koepel weet men niet wie van deze groep stopt met studeren en wie er kiest voor een vervolgopleiding over de grens.

De Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam lokken de meeste bachelorstudenten weg bij andere instellingen. De VU heeft meer dan driehonderd aanmeldingen van wo-studenten die eerder op een andere plek studeerde, de UvA ruim 250.

Maar de Universiteit Utrecht trok in 2006 bijna drieduizend nieuwe masterstudenten vanuit het wetenschappelijk onderwijs en blijft daarmee veruit de grootste. Opvallende tweede is de veel kleinere Universiteit van Tilburg met een instroom van meer dan tweeduizend studenten in de masterfase. Een verklaring voor dit cijfer kon de universiteit nog niet geven. Wageningen Universiteit kent als gespecialiseerde instelling met minder dan tweehonderd nieuwe masterstudenten de meest bescheiden instroom.

HOP