Meer waardering voor NWO

In 2002 lanceerde NWO de Veni-, Vidi- en Vici-beurzen voor beginnende, ervaren en zeer ervaren onderzoekers. Die beurzen vallen onder de zogeheten vernieuwingsimpuls, bedoeld om de beste wetenschappers een duwtje in de rug geven. Van alle laureaten vindt 69 procent dat NWO voldoende expertise heeft om een aanvraag te beoordelen, terwijl 31 procent daar kennelijk niet van overtuigd is. In 2003 waren de winnaars iets minder te spreken over de selectie: slechts 63 procent dacht dat NWO de aanvraag goed genoeg kon beoordelen.

Afgewezen onderzoekers oordelen negatiever over de gang van zaken. In deze groep respondenten is maar 57 procent overtuigd van de beoordelingskwaliteiten van NWO. Overigens lag ook dit percentage vier jaar geleden aanzienlijk lager.

De NWO-domeinen Geesteswetenschappen en Maatschappij & Gedragswetenschappen krijgen een beduidend lagere waardering dan de andere domeinen. Zo vindt slechts een derde van de indieners dat de selectiecommissies, die de eerste schifting maken, voor die domeinen voldoende expertise hebben - tegen een NWO-gemiddelde van 43 procent. Het domein Chemische Wetenschappen geniet het meeste vertrouwen: 62 procent van de ondervraagden dicht de selectiecommissie voldoende expertise toe.

Als de selectiecommissie de kaf van het koren heeft gescheiden, vraagt NWO op de resterende voorstellen commentaar van externe deskundigen. Ook over hen wordt door alfa's en gamma's veel negatiever gedacht dan door bèta's. Dit alles heeft zijn weerslag op het oordeel over de helderheid van de selectieprocedure. Bij Geesteswetenschappen en Maatschappij- en Gedragswetenschappen vindt respectievelijk 41 en 58 procent de procedure niet transparant, terwijl omgekeerd de chemici (78 procent) en exacte wetenschappers (61 procent) de procedure prima vinden.

HOP