Meisjes rekenen beter in veilige omgeving

De Freudenthalmedewerkers zochten op veertien basisscholen naareen antwoord op de vraag waarom de score van jongens bij deeindtoets gemiddeld hoger ligt dan die van meisjes. Zij merkten datmeisjes het relatief goed doen in klassen met een ordelijke sfeeren met overzichtelijke regels. In die klassen bestaat veelgelegenheid om vragen te stellen en worden voldoende denkpauzesingelast. Ook wordt de stof in zulke klassen beter uitgelegd dan inklassen waar chaos troef is. Daar doen jongens het juist beter.

Volgens de opstellers van het rapport zullen de prestaties vanmeisjes op het gebied van rekenen beter worden als er in de klaseen 'veilig' klimaat wordt gecreƫerd waarin ruimte bestaat omiets uit te proberen en waar kinderen die fouten maken niet meteenworden uitgelachen. Ook zou het niet zo moeten zijn dat jongens inde wiskundeles meer beurten krijgen dan meisjes zoals in alle doorde onderzoekers bezochte klassen het geval was.

Tenslotte zou ook een goede selectie van rekenopgaven demotivatie van meisjes kunnen versterken, omdat jongens en meisjesandere rekenkundige voorkeuren blijken te hebben. De onderzoekersontdekten dat jongens goed scoren in opgaven die een beroep doen opervaringskennis en op het gebruik maken van slimmestrategieƫn, terwijl meisjes beter zijn in sommen waarvoor eenstandaardprocedure bestaat en waarbij nauwkeurig gerekend moetworden.

EH