Mentortraject voor vrouwen positief ontvangen

Donderdag 8 november kwamen de 35 vrouwelijke wetenschappers die meedoen aan het nieuwe mentortraject, voor het eerst bijeen. Het gaat voornamelijk om gepromoveerde universitaire docenten (UD's) en een enkele universitair hoofddocent (UHD) die allen zijn voorgedragen door hun eigen hoogleraar.

Gisteren kregen de mentee's een lijst met hoogleraren waaruit zij hun mentor mogen kiezen. Deze moet bij voorkeur werken aan een andere faculteit. Met de mentor hebben de vrouwen minstens vier uitgebreide gesprekken waarmee zij onder meer een kijkje krijgen in het werk van een hoogleraar.

Daarna kunnen de vrouwen kiezen voor professionele coaching en het formeren van intervisiegroepen. In deze groepen kunnen zij bijvoorbeeld problemen bespreken die ze in de dagelijkse praktijk tegenkomen en ervaren worden als een hindernis in hun loopbaan.

Het mentortraject is met collegevoorzitter Yvonne van Rooy mee uit Tilburg gekomen en in Utrecht uitgebreid met een coachings- en intervisiepoot. Met dit traject wil de Universiteit Utrecht bevorderen dat meer vrouwen hoger in de wetenschap een positie verwerven, dit om de scheve man-vrouw verhoudingen in de wetenschappelijke top enigszins recht te trekken.

In 2005 werd begonnen met een pilotproject bij de faculteiten Geowetenschappen, Diergeneeskunde, Rechten en Sociale Wetenschappen. Er deden 25 vrouwen aan mee, van wie er 19 het traject afmaakten. Zij gaven het project na afloop gemiddeld een 8. De afhakers waren onder andere vrouwen die nog bezig waren met hun promotie en vanwege tijdgebrek moesten stoppen. Vandaar dat in het nieuwe traject alleen vrouwen voorgedragen mogen worden die al zijn gepromoveerd.

De hoogleraren die als mentor meedraaiden, gaven het traject een 7,7 en zeiden dat zij ook veel hadden geleerd van hun rol als mentor. Zo kregen zij beter zicht op kansen en knelpunten van de vrouwen en de verschillende manieren waarop faculteiten omgaan met startend vrouwelijk talent. Ook konden vooroordelen de wereld uit worden geholpen. In de regel begeleidden hoogleraren mentee's uit andere faculteiten, waardoor ook weer een kruisbestuiving op interfacultair gebied plaatsvond.

De 19 vrouwen uit de pilot die in maart 2007 werd afgerond, zijn feitelijk nog niet een stap verder in hun carrière, maar worden wel nog gevolgd. Maar doordat de ervaringen van zowel de mentee's als de mentoren zo positief waren, is in overleg met alle decanen besloten om het project universiteitsbreed een vervolg te geven.

GK