Nederland is als studieland bepaald niet slecht
'Education at a Glance' is een optimistische titel, want eenvluchtige blik volstaat absoluut niet. Aan alle getallen zittenhaken en ogen.
Neem de uitgaven van de overheid 'per student'. Destudiefinanciering blijkt daar niet onder te vallen. Uit anderebron (het rapport Euro-student 2000) blijkt dat Nederlandsestudenten veel studiefinanciering krijgen. Veertig procent komt vande overheid. Alleen Finland geeft net zoveel.
Als percentage van het bruto binnenlands product (BBP) is deuitgave aan onderwijs echter van 5 naar 4,8 procent gedaald. Dat is0,7 procent minder dan gemiddeld in andere EU-landen en 0,4 procentminder dan gemiddeld in de OESO. De percentage van het BBP dat naarhoger onderwijs gaat, is 1,4 procent.
De gedachte dat lage overheidsuitgaven per student tot lageonderwijskwaliteit zou leiden, noemt het rapport 'misleidend'. Kijkmaar naar Japan, Korea en Nederland.
De universiteitenvereniging VSNU meent dat lage investeringenhun vernietigende effect pas op langere termijn krijgen.Woordvoerder Boukje Keijzer: "Als je een vernieuwendeonderzoeksgroep wilt opzetten, ben je zo vijf jaar verder.Artikelen doen er jaren over voor ze in tijdschriftenterechtkomen."
Waar Nederland wel hoog scoort, is het aantal hoger opgeleiden.Van alle Nederlanders haalt 33,5 procent een diploma in het hogeronderwijs. Alleen Nieuw Zeeland (37 procent), Groot Brittanie (36,5procent), Noorwegen en Finland (beide 34 procent) streven onsvoorbij.
Toch zijn ook deze getallen dubieus. Ongeveer de helft van deFinse diploma's komt bijvoorbeeld van opleidingen die meer dan vijfjaar duren. Zijn die lange-opleidingdiploma's meer waard? Of lerenNederlanders evenveel in kortere tijd?
Evenmin kunnen we aflezen hoe groot de invloed is van tweejarigeopleidingen, die in het buitenland erg populair zijn. Die korteopleidingen zijn 'onvergelijkbaar', meent het rapport. Maar zekunnen veel studenten wegtrekken bij de vierjarige opleidingen.
Het is gemakkelijk om dit rapport in je voordeel aan te wenden,van welke partij je ook bent. Om daar een voorbeeld van te geven:de overheid geeft misschien weinig geld, maar het bedrijfsleven isrelatief scheutig. Maar liefst 22,4 procent van het budget van hethoger onderwijs komt van de private sector. In de Europese Unie isdat gemiddeld twaalf procent, in de OESO twintig procent. Zokrijgen we best veel geld, kan het ministerie benadrukken.
OESO is de denktank van 26 industrielanden, waaronder de meesteEuropese landen, de VS, Canada, Nieuw Zeeland, Australie, Turkijeen Mexico. Het onderzoek komt jaarlijks uit en kijkt nu naar deperiode van 1995 tot 1999.
HOP, Bas Belleman